We liepen ter hoogte van de middellijn naar het clubhuis. De muziek was nog niet te horen. ''Ik moet inderdaad nog langs de kleedkamer'', ze sprak het uit terwijl ze dromerig voor zich uit keek. Ze hield haar hoofd op mijn schouder. Mijn schouders waren niet zo breed. Het boeide me niet zo veel hoe mijn lichaam eruit zag. ''Mijn jas ligt ook nog in de kleedkamer'' zei ik terwijl ik langzaam mijn hoofd naar draaide. Met elke stap die we dichterbij het clubhuis kwamen hoorde ik de muziek beter. Bang my head van Sia. Of meer een remix van iemand die duidelijk nog geen heel vaardig producer was. Er kwamen gekleurde lichten uit het gebouw. Ik had eigenlijk geen zin om naar binnen te gaan. Direct met Celeste naar mijn ouderlijk huis. Ik verwachtte dat Stijn bij de deur zou staan om direct flauwe grappen over neuken te maken. Van buiten het clubhuis leek er niemand te staan die het interesseerde. Iedereen leek al aangeschoten. Aanschoten door Bavaria. Wat een knorren. Het is het bier dat het meest op water lijkt. Het bier met de minste smaak en met het laagste percentage, slechts 4.5%. Door dit gebrek aan smaak is het wel het makkelijkst te adtten bier, vandaar dat studentenverenigingen het meestal hebben. Aquilone zuipt Bavjes. Met het huis hebben we meestal Bavaria. GSHC heeft Bavaria op de tap, roeivereniging Bappir heeft Bavaria. Volgens mij heeft zelfs de Magnus, de freaking Magnus Bavaria. Of zopen ze daar toch Heineken? Te weinig was ik daar geweest om dat echt met zekerheid te kunnen zeggen. De enige waarvan ik zeker weet dat ze Heineken hebben is USC. Het Gele Kasteel. Ik ben er één keer geweest. Hun Conversatiezaal ligt direct aan de Woo. Briljant idee eigenlijk. Het nieuwe pand van Aquilone is ook twee jaar geleden opgeleverd en om onbekende reden is dat idee niet doorgevoerd. De toenmalig Senatus Rector, Tim Hurenkamp had het prima kunnen verzinnen.
Celeste liep iets voor me. Ik had mijn hand op haar schouder om haar vast te houden. In zulke menigten verlies je nog al eens iemand uit het oog. Niemand sprak me aan. Ik sprak ook niemand aan. Ik kende er te weinig mensen voor hier. Bang my head leek afgelopen te zijn. De eerste tonen van Arcade klonken door de boksen. Een vreemde opvolging van nummers. We stonden, na een paar keer aangestoten te zijn, voor de kleedkamer. ''Ik pak even mijn jas''. Het klonk alsof ik wilde vluchten. Totaal niet zelfverzekerd, alsof mijn stem oversloeg bijna. Ik deed alsof ik nooit iets gezegd had. Allicht dat ik bij deze mijn kans verkloot had. Een soort angst was af te lezen in mijn ogen. De rest van mijn lichaam deed zich voor alsof er niets aan de hand was. Het boeide haar niet. Het leek haar in ieder geval niet te boeien. Ze gaf me een vluchtige zoen op mijn wang. Het leek me het meest logische dat ze me niet gehoord zou hebben. Onze wegen scheiden en ik stond in de kleedkamer. Ik was er al jaren niet geweest en zo voelde het ook. Ik herkende de ruimte praktisch niet meer. De ruimte leek niet verbouwd te zijn maar het aanzicht was anders. Ik was er nooit geweest dat er overal jassen hingen. Er was duidelijk geen mos over wie waar zijn jas moest hangen. Het was een knorren-kleedkamer, een niet-studentikoze kleedkamer. Welke jas had ik mee eigenlijk? Was ik in mijn jas gekomen die ik in Groden had. Ik had nog niet zo veel gedronken. De goedkope Bavaria die voor knorrenprijzen werd verkocht had me slechts lichtelijk aangeschoten gekregen. Één Euro negentig voor een bekertje Bavaria, hoe de fuck haal je het in je hoofd? Ik wist het al. Ik was met mijn jas van thuisthuis gekomen. ''Thth'' zoals het in WhatsApp werd genoemd. Een beige windcoat van Tommy Hilfiger. Echt mooi vond ik hem niet maar het was zo lullig om een jas van bijna tweehonderd Euro terug te sturen. Of om het mee te nemen om in Kapperhaak of in een zaak als de Odesa of de Negende te verliezen. Waar hing die jas? Het zou nu wel handig zijn om als provinciaal je jas om je middel te knopen. Wat een gepen zeg. Ik vertrouw ze normaal niet als ze met hun tribal tattoo's en hun haar naar boven gebracht in de club stonden. Het type mensen dat wodka-shots neemt van een duur merk. Of mensen die oprecht Smirnoff Ice drinken en de traditie van het Ice-en niet kennen. Dat soort mensen zijn de grootste jassen-jatters van Groden. Of als ze dat niet zijn willen ze knokken als hun jas is gejat. Het studentenleven is een andere belevingswereld dan de wereld van provincialen. We mogen elkaar niet, we vertrouwen elkaar niet. We hebben alleen net genoeg vertrouwen om je jas op een kruk of op een tafeltje in de hoek te leggen. Van oorsprong jat je geen jas. Dat doe je gewoon niet. We hebben de naam bij de elite te horen, dan hoor je je ook maar zo te gedragen. Je koopt maar een nieuwe jas. Geld zou niet moeten boeien, je bent toch lid.
YOU ARE READING
Clubgevoel
General FictionHet lijkt Boudewijn allemaal voor de wind te gaan. Hij zit in het laatste jaar van zijn bachelorstudie en heeft zijn vrienden binnen het studentencorps van de stad. Ook met zijn blonde lokken lijkt hij ieder meisje voor zich te kunnen winnen. Als da...