De deur viel met een vrij duidelijke klap dicht. Een nagalm klonk door de gang. Alle geluiden die je maakte in huis waren luider in de gang. De tegels en het hoge plafond maakte dat er in de gang een miraculeuze akoestiek was. In de verte klonk het slaan van een klok, de Friese staartklok die al langer in huis stond dan dat ik op Aarde was. Het zou ooit eens een erfstuk geweest zijn van de opa van mijn moeder. Nu stond het ding maar in de eetkamer. Ik keek of niemand ons hoorde. Alles leek rustig, alleen Celeste leek er niet op berekend te zijn dat er een klok zou staan. De klok sloeg drie uur. Ik was viereneenhalf uur weggeweest. Ik was weer thuis. Heengegaan met vrienden, teruggekomen met een overwinning. Ik had succesvol een hertje gejaagd. Ik had weer die nonchalante glimlach op mijn gezicht. Ik zag dat ze haar handen uitstak om mijn nek. Mijn handen gleden weer op hand onderrug. Weer zoenden we elkaar. Staand zoenen, zo hoorde het weer. Onze tongen masseerden elkaar, streelden elkaar. Ik voelde het door mijn lichaam. Celeste haar polsen lagen gekruist over elkaar achter mijn nek. Mijn handen gleden naar beneden, op haar kont. Ik kneep er zachtjes in. Nog steeds waren onze ogen gesloten. Nog steeds waren onze monden verbonden met elkaar. Mijn handgebaar had indruk gemaakt. Haar redelijk kleine hand had ze ter hoogte van mijn middenrif op mijn buik gelegd waar het ook naar beneden gleed. Het deed me denken aan het bekende shot uit Titanic. Rose haar hand op de beslagen autoruit en dan Jacks hand die de hand naar beneden deed glijden. Ik was geen Jack Dawson. Celeste had geen hulp nodig. Haar grip voelde ik onder mijn navel en voelde het nog steeds verder naar beneden gaan. Ze maakte mijn riem los. Mijn hoofd trok ik weg en ik leunde naar haar oor. ''Zullen we naar boven gaan?'' kwam er half kreunend uit. Ze knikte. Haar oogleden leken zwaar geworden. Ze hield haar ogen dicht zoals dat in parfumreclames gebeurd. Ik liep voorop de trap op. Het was een donkerbruine, eikenhouten trap met klassiek model en een crèmekleurige loper eroverheen. Op de overloop boven lag een hardhouten vloer waarop je elke gezette stap weerklonk. Pas sinds mijn feutenjaar had ik ontdekt dat thuisthuis de eigenschappen had van een gemiddeld studentenhuis. De tegels en hardhouten vloeren van de woonkamer, keuken en overloop in Bloemendaal deden niets aan het vermoeden overlaten hoeveel mensen er overheen liepen. Pas op de, met tapijt bedekte, slaapkamers kon je rondsneaken. Hetzelfde gold min of meer voor het huis in Groden, tevens uit de jaren dertig van de vorige eeuw. We hebben de bovenwoning van een winkelpand bij de Garenmarkt. Bij elke traptrede waar iemand op stapt of bij elke stap die gemaakt wordt in de GK kan je horen wie er loopt en waar in de ruimte hij zich bevind. Hetzelfde zou gelden voor de slaapruimtes vandaar dat iedereen, om het geluid te maskeren, een Perzisch tapijt in zijn kamer heeft liggen.
YOU ARE READING
Clubgevoel
Narrativa generaleHet lijkt Boudewijn allemaal voor de wind te gaan. Hij zit in het laatste jaar van zijn bachelorstudie en heeft zijn vrienden binnen het studentencorps van de stad. Ook met zijn blonde lokken lijkt hij ieder meisje voor zich te kunnen winnen. Als da...