05

39 2 0
                                    

Daar zat ik dan, op het krukje in de bijkeuken als een mummie. Ik dacht aan wat er in de afgelopen 24 uur was gebeurd. Mijn vader stond voor mijn deur, mijn moeder hielp hem daarbij. Ze zijn daarna wel naar bed gegaan en die piepende deur verklaarde mijn broer, dat was hij die keek of mijn ouders sliepen.

Shit Marco. Hij zat nog gewoon op school. Wat ging er gebeuren als hij thuis kwam? Eigenlijk was dat stom om over na te denken. Want what the fuck ging er gebeuren met mij...

Hoe lang bleef ik hier? Hoe kon ik hier überhaupt weg komen. Ik keek eens om heen en checkte alles in deze kamer. 4 witte muren, een lege kast op de verbanddoos na, een aanrechtje, een spiegel aan het kastdeurtje en het krukje waar ik op zat.

Waarom zat ik hier nog op. Ik stond op en liep naar het kastje, de verbanddoos stond er zo akelig bij. Ik opende de doos en bekeek de inhoud: nog ongeveer 30 centimeter verband, een schaar en 3 pleisters. Hier had ik dus geen zak aan.

Ik ging weer zitten op het krukje en leunde met mijn hoofd tegen de muur. Ik sloot mijn ogen en luisterde. Helemaal niks. Het was zo ontzettend stil. Ik durfde te wedden dat dit het stilste huis was van heel deze fucking aardbol.

Één ding snapte ik niet. Waarom verbond hij alleen mijn hoofd. Mijn handen en voeten waren nog helemaal vrij. "Laar waarom haal je dan niet dat kleverige ding van je hoofd" met een ruk trok ik de pleister los en wikkelde het van mijn hoofd af.

Mijn haren zaten vastgekleefd aan mijn hoofd, ik voelde de koele lucht langs mijn gezicht glijden. Toch een voordeel dat het in de bijkeuken nooit warm was.

Ik raakte met mijn vingertoppen heel voorzichtig mijn achterhoofd aan. Auchh.. dat was een flinke wond. Hoe kwam ik daaraan?

Ik probeerde terug te denken aan vannacht. Eerst kwam ik Marco tegen, hij zei dat hij ging slapen, dus hij liep de trap op. Ik zweer dat ik hem dat heb zien doen. Ik stond daar dus bij de voordeur en keek hem na. Daarna hoorde ik hem zijn kamer in gaan en de deur sluiten.

Ben ik toen ook naar boven gelopen? Het moet wel, hoe kom ik anders midden op de trap. Werd ik dan alweer geduwd...Door mijn vader...

Waarom noem ik die man in godsnaam nog mijn vader. Hij is een kidnapper, een moordenaar, een psychopaat. Er rolde een traan over mijn wang, naar beneden via mijn kin. Daar bleef de traan hangen, een tweede traan kwam aangerold en de traan aan mijn kin werd zwaarder en zwaarder. Hij liet los en viel op de grond.

Het geluid van die vallende traan klonk zo ontzettend hard in deze stille kamer...Het was het geluid van een waterballon die je naar iemand toegooide, maar je miste en hij viel met spat op de grond.

Het was hier nog steeds donker en ik begon het koud te krijgen, ondanks ik het net nog gloeiend heet had. Ik ging staan, schoof het krukje aan de kant en liet me via de muur op de grond zakken. Ik verborg mijn gezicht in mijn handen en begon keihard te janken.

Na 5 minuten als een jankende hond daar hebben gezeten realiseerde ik me dat ik hier niks mee opschoot. Ik stond op, liep wel 3 rondjes als een ijsbeer door de kamer en de woede hoopte zich op in mijn hoofd.

Toen ik bij het 4de rondje langs de deur kwam, gaf ik een klap, mijn hand brandde tegen de stalen deur maar ik negeerde het en gaf een klap met mijn vuist, vervolgens met 2 vuisten iedere seconde. " HAAL ME HIER UIT" schreeuwde ik tegen de dichte deur, in de hoop dat iemand me zou horen.

Zou er eigenlijk wel iemand thuis zijn? hoe laat was het in hemelsnaam? Ik kon geen daglicht zien, en had geen klok bij me dus ik had absoluut geen besef van tijd.

"IS DAAR IEMAND" riep ik vervolgens. Na een minuut nog geen reactie te hebben ontvangen gaf ik het op. Ik keek in de spiegel en zag er een meisje staan. Een meisje met blond lang haar, helder blauwe ogen, een slank lang meisje die daar lomp stond te kijken...

Te kijken naar zichzelf totdat ze de spiegel aan viel, het meisje vocht tegen de spiegel zo hard ze kon om nooit meer naar dit afgrijselijke familielid van de psychopaat te hoeven kijken. De spiegel verloor de wedstrijd en hij brak.

Ik brak. De spiegel brak. Overal lagen scherven. Ik ging zitten op mijn knieën en nam een scherf in mijn handen. Mijn gezicht vertrok van agressie, naar een mix van verdriet, eenzaamheid, woede en zelfmedelijden. Ik gooide de scherf tegen de deur, in de hoop dat hij op magische wijze zou openen.

Een paar seconden bleef het stil, en ik keek maar naar die deur, met nog meer kleine scherven ervoor. Ik hoorde een geluidje, voetstappen. De hand op de klink, Ik hoorde het slot opendraaien en de deur vloog met een zwaai open, hard tegen de wand aan...

opgesloten in mn eigen eigen huisWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu