Chapter 2

877 23 6
                                    

2

Skender

Ik kijk mijn tegenstander aan, volg al zijn bewegingen. Elke vinger die hij beweegt, merk ik op. Ik grijns in mezelf, het is duidelijk dat die jongen niet weet wie hij voor zich heeft. Raar, hoe mensen mij steeds vaker weten te onderschatten. Klein ben ik niet, smal en tenger ook niet. Ik ben een jongen zoals je die overal vindt op de straten van Darth, een achterbuurt in zone 146, waar ik al mijn hele leven woon.

De jongen tegenover mij doet een uitval. Ik heb hem al door voor hij überhaupt beweegt. Het is een oude truc. Een schijnbeweging naar mijn maag, terwijl hij schopt naar mijn benen.

Ik spring, maak een salto door de lucht zoals ik hem geleerd heb en land achter de jongen. Met een ferme trap in zijn rug krijg ik de jongen op de grond. Ik heb eerder al opgemerkt – zodra de jongen de ring instapte – dat hij te weinig aandacht legde bij het verplaatsen van zijn evenwicht. Ik ga op hem zitten en trek zijn armen op zijn rug, ik trek hard, ik heb geen medelijden.

De jongen piept en kreunt, het is duidelijk dat hij afschuwelijke pijn heeft, maar loslaten doe ik niet. Loslaten is de grootste fout die je kan maken bij een straatgevecht als het gaat om een hoop geld. Zoals vandaag.

Ik zie Cyano op zijn horloge kijken. De tien seconden zijn bijna om en ik heb de jongen nog steeds in een genadeloze houdgreep.

Eindelijk gaat het belletje dat aankondigt dat ik de jongen los mag laten. En gewonnen heb. Voor de zoveelste keer.

Mijn blik verschuift naar Cyano, die me met een brede grijns naar me kijkt terwijl ik overeind kom.

‘Hoelang?’ vraag ik.

Cyano kijkt op de timer. ‘Een halve minuut, het grootste gedeelte was afwachten tot hij,’ Cyano knikt naar de jongen die langzaam overeind krabbelt, ‘eindelijk aanviel.’

Ik knik. Een halve minuut, het is geen verbetering van mijn record, maar het is absoluut niet slecht.

‘Maat! Mooi potje was dat!’ JayJay werkt zich de ring in en geeft me een ferme klap op mijn schouder.

Ik lach. ‘Dank je, hij was makkelijk.’

De jongen, die inmiddels weer staat, kijkt me beschaamd aan. Hij is nieuw in Darth, want anders had hij het nooit zo halsoverkop tegen me opgenomen.

Mooi voor mij, want ik ben tweehonderd dollar rijker. Daarmee kan ik een aantal schulden afbetalen en eten voor mijn broer en ik kopen. Ik zal deze week nog overleven, dat staat vast.

‘Hoeveel?’ JayJay kijkt me nieuwsgierig aan. Hij vecht ook. Hij is minder geoefend dan ik, maar alsnog een behoorlijke goede vechter. De littekens op zijn lichaam laten dat duidelijk zien en de opvallende tattoos op zijn armen en benen verbeelden zijn leven hier op straat.

Ons leven hier op straat.

Hét leven op straat.

Ik spuug op de grond. ‘Tweehonderd, man.’

JayJay fluit tussen zijn tanden door. ‘Dat is een hele hoop, een hele hoop.’

Ik knik. Dat weet ik zelf maar al te goed, want ik heb met minder overleefd. Veel minder. Toen mijn ouders net vermoord waren en ik opzoek was naar mijn broer, waarvan ik niet wist waar hij uithing, overleefde ik met twee dollar per dag en hulp van vrienden.

Zonder vrienden overleef je niet op straat. Zonder vijanden ook niet trouwens. Die houden je scherp, waakzaam. Als je een moment controle over de situatie verliest, over je eigen leven, ben je dood. Zo simpel is dat.

Taking ChancesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu