Chapter 7

743 12 4
                                    

7

Tori

Ik kan mijn ogen niet geloven. Het zijn honderden jongeren die ik hier zie, op het veld, zich klaarmakend voor de obstakels die hen te wachten staan.

Ik weet nu dat Blue de eerste vijftig heeft opgehaald en ondergebracht, net als de derde ronde en zesde ronde. Over de andere rondes ontfermde zich meneer Martinez en meneer Luan.

En nu staat ze hier, als één grote groep, met honderden bij elkaar zenuwachtig te praten, te lachen en te overleggen over hoe ze dingen gaan aanpakken mochten ze die moeten doen.

Ze zijn stuk voor stuk typische vechters. Gespierd, hier en daar een litteken, tattoo of piercing. Jongens en meisjes door elkaar.

En toch weet ik sommige neppers eruit te pikken. Je kan het zien aan de manier waarop ze bewegen en zich gedragen. Hoe luidruchtiger, hoe zeker ik weet dat ze hier niet thuishoren.

En dat zijn er een hoop.

Ik heb gemengde gevoelens, omdat meer dan de helft van de deelnemers uit lage zones komt. Het zijn, zoals ik Rylie het heb horen zeggen, “probleemjongeren”.

Ik ken geen mensen uit lagere zones. Ik heb nog nooit met ze gesproken en weet niet helemaal wat ik ervan moet denken dat er straks zulke mensen op mijn school rondlopen.

Ik loop tussen de kraampjes door die er staan. Ze verkopen water, eten, souvenirs van zone 1 en flyers van de verschillende vechtscholen. Er zijn blijkbaar scholen die zeker wel openstaan voor de jongeren uit de lagere zones.

‘Alle deelnemers van ronde één, vier en zeven naar veld 3 alsjeblieft,’ schalt een stem uit de luidsprekers die aan de palen om het reusachtige veld hangen.

Ik schrik ietwat op en kijk naar de jongeren die in beweging komen. Ik heb nu twee keuzes: blijven of gaan kijken bij die deelnemers.

Ik besluit te gaan kijken. Ik ben ongelofelijk nieuwsgierig naar wat ze kunnen zonder enige training te hebben gehad op een gespecialiseerde school.

Ik merk dat Blue degene is die vooraan loopt. Hij leidt de jongeren naar de hindernisbaan. Niet zomaar een hindernisbaan, maar een hindernisbaan met kuilen, holen, wolven, mensen die je aanvallen, verdovingspijltjes, drijfzand en een kolkende rivier. Dit alles wordt machinaal geregeld door mensen in een kamer verderop op het veld. Overal hangen camera’s zodat ze alles in de gaten kunnen houden.

Mijn oog valt op een groepje jonger die bij elkaar lopen. Ik zie dat ze bij elkaar horen, omdat ze ontspannen zijn bij elkaar in de buurt en op een rustige en vriendschappelijke toon met elkaar praten.

Het zijn vier jongens en één meisje. Het meisje beweegt wat aarzelend, net zoals een kleine jongen met blond haar, maar de andere drie lopen zelfverzekerd verder, alsof ze al weten dat ze door zijn.

Ik frons mijn wenkbrauwen en draaf naar voren tot ik naast Blue loop. ‘Hé,’ zeg ik. ‘Verwachtingen voor vandaag?’

Blue kijkt verbaasd opzij en grijnst als hij mij ziet. ‘Je bent gekomen? Waarom?’

‘Dat is geen antwoord. Ik ben nieuwsgierig.’ Ik trek mijn schouders op. ‘Ik wil wel zien wat ze kunnen.’

Blue knikt. ‘Ik weet wat je bedoeld. Het is interessant dit. Die jongeren zijn totaal iets anders gewend dan wij.’

Ik kijk weer om naar het groepje jongeren dat ik eerder heb gezien.

 ‘Zie je die ene in het midden? Kort, donker haar en groene ogen? Hij is een kanshebber,’ zegt Blue zonder om te kijken.

Taking ChancesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu