Chapter 6

740 12 3
                                    

6

Skender

Het landschap glijdt aan me voorbij. Ik zie kleine krotten langs de kant van een smerige, vervuilde rivier. Thian ligt met een pet ver over zijn hoofd getrokken op twee stoelen. Hij slaapt niet, maar het lijkt wel zo.

JayJay en Rae zitten te praten over wat ons te wachten staat. Niet dat we dat weten.

Op het moment dat ik me inschreef, wist ik dat ik van alles kon verwachten. De scholen in zone 1 zijn de bekendste scholen van alle zones. Daar zijn twee redenen voor: ze zijn ongelofelijk goed en ze kennen geen mededogen. Er sterven jaarlijks minstens twee kinderen daar door de bijna onmogelijke opdrachten en keiharde trainingen.

En nu zit ik hier, op een stoel in een krakerige trein en staar naar buiten, nadenkend over of dit wel de goede beslissing heb gemaakt.

Duke heeft geen moment geaarzeld toen ik het aan hem voorlegde. Hij zei onmiddellijk dat ik me moest aanmelden. Dit was een kans en ja, dat is het, maar hij zag er afschuwelijk uit terwijl hij dat zei. Lijkbleek, zijn ogen – even groen als de mijne – lagen diep in zijn kassen en zijn haar – even donker als ik, maar wel wat langer – lag in zweterige slierten tegen zijn gezicht geplakt.

Ik pak mijn oude iPod met en barst in het scherm uit de simpele, groene rugzak en plug de oortjes in mijn oren. Eigenlijk zou ik nu moeten rennen, ver weg. Of trainen, mijn lichaam weer vijfhonderd keer op en neer drukken. Jammer genoeg zit ik hier in een trein.

Chelsea zit een tijdschrift te lezen, een oude, maar ze doet alsof het de nieuwste editie van de peperdure Vogue is.

Ben ik de enige die me zo’n zorgen maakt? Ben ik de enige die de mogelijkheid overweegt dat we niet gescout worden en terug moeten naar Darth om ons verdere kansloze leventje te leiden.

‘Doe even rustig, man.’ Thian heeft zijn pet wat verder teruggeschoven zodat hij me kan zien. Zijn ogen zijn dwingend. ‘Je maakt me zenuwachtig.’

Ik merk nu pas dat ik met mijn vingers trommel en met mijn voet op de grond tik. Ik hou er snel mee op, maar begin me hierdoor rusteloos te voelen.

Er zitten meer mensen in de trein die naar het toernooi gaan. Mensen tussen de twaalf en de achttien. Niet alleen uit de armere zones, maar ook uit de zones met mensen die bijvoorbeeld eerder niet door de toelatingstest gekomen waren.

Ik wordt hier alleen maar zenuwachtiger door. Wat als die jongeren de docenten van de scholen gaan lopen omkopen? Of als ze mensen tijdens het toernooi betalen om hen te scouten?

We zijn er bijna, dat zie ik aan de veranderingen in het landschap. In plaats van groene heuvels en bergen, verschijnen er hoge wolkenkrabber van glas. Villa’s, naast elkaar, maar tegelijk meters van elkaar verwijderd volgen elkaar op. Wit steen, gigantische ramen, rode daken.

We rijden over een rivier. Boven ons is een brug voor voetgangers en auto’s. Hovercrafts zweven nog hoger daarboven in de lucht.

Het is laat, maar in zone 1 zijn nog heel wat mensen op. Langzaam rijden we een station binnen, waar een hele menigte staat te wachtten.

Eerst denk ik dat ze staan te wachten op de trein, maar dan flitsen er camera’s en klinken er opgewonden stemmen.

Ik frons mijn wenkbrauwen terwijl ik opsta en mijn rugzak over mijn schouder werp. Wat is dit? Zijn al die mensen hiernaartoe gekomen om ons te zien?

Ik zie ook Thian, JayJay, Rae en Chelsea verward kijken. Naar buiten en elkaar.

‘Wat is dat?’ vraagt Rae uiteindelijk.

Taking ChancesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu