Hoofdstuk 7 (de eerste dag)

100 15 0
                                    

Ik ben vol spanning, we zijn bij een hovercraft die alle tributen naar de arena gaat brengen. We hebben de rest al ingelicht dat Coal niet meer bij ons hoort. We moeten de hovercraft in. Ik ben heel erg bang. Aqua zit gelukkig naast me en ik hou zijn hand vast. "Geef me je arm." Zegt een vrouw met een giga naald. "Waarvoor?" Vraag ik. "Je volgvloeistof, het doet helemaal geen pijn." Zegt de vrouw. Ik geef mijn arm, als het toch geen pijn doet. Ze drukt de naald in mijn arm. Ik geef een gilletje, dit doet wel pijn! En niet zo'n beetje ook. Aqua sust troostende dingen naar me. Hij geeft dan zelf zijn arm, hij geeft geen kik, maar zijn gezicht vertrekt wel even van de pijn. Mijn pijn verdwijnt gelukkig weer. Als iedereen een prik heeft gehad, gaat ze weer weg. We zijn aan het vliegen, het is een apart gevoel. Ik heb Aqua's hand nog steeds vast, het is gewoon geruststellend. Dan moeten we elkaar los laten, want we moeten ieder naar onze eigen startbuis. Daar zie ik Srerra, ik ben nog steeds boos, omdat ze oorbellen heeft gedaan in mijn oren. Ik krijg de kleding voor de arena aan, het zijn standaard kleren die niet al te warm zijn. Dan krijg ik de armband om die Roosje me heeft gegeven, want dat is mijn districtsaandenken. "Nog 10 seconden." Ik schrik van de stem en loop de buis in. Hij gaat meteen dicht en er wordt afgeteld. "5, 4, 3, 2, 1, 0" dan gaat de buis omhoog. Ik ben bang. Dan gaat de buis weg en sta ik open in de arena. Het is heel warm. Ik kijk om me heen, ik zie koeien met kleine en mega hoorns, paarden in meerdere rassen, vogels, konijnen, hazen, schapen, geitjes en er is een bos, dus er zijn vast nog veel meer dieren. Met de paarden kan ik wel wat, die kunnen we gebruiken als we moeten vluchten, want (het klinkt misschien gek, maar) ik kan paardrijden en met ze omgaan, als ik er een paar vang, zullen we op hun ruggen ons sneller kunnen verplaatsen dan de rest. Dan moeten we ook een paar zwaarden zien te pakken en dan kunnen we zo iedereen die we tegenkomen vermoorden met het zwaard terwijl we veilig op de rug van het paard zitten. Ik zie ook nog een meertje. Dan ga ik op zoek naar Aqua. Ik vindt hem meteen, daarna zoek ik mijn anderen bondgenoten en stiekem ook Coal. Ik hoop dat hij niet meteen doodgaat, want ergens zie ik hem als mijn vriend en niet als vijand. Ik zie ze allemaal staan en richt me op de hoorn, ik moet er snel heen rennen. Ik kijk naar de klok, hoe lang ik nog heb een stem telt ook. "20, 19, 18, 17, 16, 15," nog maar 15 seconden, ik ga in een nog snellere ren positie staan, zodat er snel ben, ondertussen gaat de klok gewoon verder naar een moment die ik liever zou willen overslaan. Het bloedbad. "14, 13, 12, 11, 10" oké, ik heb nog 10 seconden, goed opletten dus. "9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2, 1, 0. Laat de 51ste honger spelen beginnen." Dan gaat de gong.

Ik ren er keihard heen, ik ben er het eerste. Ik grijp veel messen (wel een stuk of 20) en een zwaard, een grote rugzak, een andere grote rugzak en een riem, die duidelijk bedoelt is voor je messen. Ik heb zo snel gerent dat de rest nog wapens aan het pakken is. Ik steek de messen in de riem en doe de rugzakken om (dat kan omdat de 1 heel hoog op me rug zit en de ander heel laag zit, omdat hij voor een groter persoon is gemaakt), het zwaard hou ik vast. Mijn bondgenoten zijn nu ook bij de hoorn. "Ik dek jullie." Zeg ik. Ze knikken en grijpen wapens. De jongen uit 5 komt op ons afgestormd met een zwaard. Ik sla met mijn zwaard het zwaard uit zijn handen en steek mijn zwaard in zijn maag. Stuiptrekkend valt hij op de grond, ik besteed er geen aandacht meer aan, want ik had hem niet dodelijk verwond als hij me niet had aangevallen. Ik zie vanuit mijn ooghoek dat hij dood is. Het meisje uit 5 is woedend op me en valt me ook aan. Had ze beter niet kunnen doen, want na 1 minuut vechten is ze dood. De beroeps zijn er ook al bijna, maar ze zijn nu aan het moorden. Ik kijk even snel achterom, mijn bondgenoten zijn klaar om te gaan, we rennen keihard weg. Ik ben sneller dan de rest en ga voorop. Ik breng ze niet naar het bos. Ik breng ze naar de paarden. We gaan heuvelopwaarts, ik ren in hoog tempo omhoog. De rest houdt me maar net bij. Maar ze beginnen uitgeput te raken. Bovenop de heuvel zijn we omringt door een paar bomen, hebben we uitzicht over de hele arena en zijn we dichtbij de paarden. Dus ik stop en draai me om. Nettle botst tegen me aan en we vallen samen op de grond. Hij op mij. Ik duw hem van me af en klop het vuil van mijn kleren af. Aqua kijkt me verdrietig aan. "Niet aanstellen we vielen gewoon." Zeg ik streng. Ik ben normaal wel lief, maar dit is de honger spelen en we moeten alert blijven en sterk. Hij kijkt me verbaasd aan dus ik zoen hem even. Nu lijkt hij wel weer tevreden. "Oké, we gaan onze spullen checken." Zeg ik. We gaan allemaal zitten. Ik maak mijn eerste rugzak open. In deze zit 1 slaapzak, 2 lange touwen, 1 drinkfles, wat gedroogd fruit, 1 zakmes en een nachtkijker. Ik stop alles er weer in en open de tweede. In deze zit 2 lange touwen, lucifers, 1 zaklamp, 1 drinkfles, een paar crackertjes en een EHBO set. Ik stop alles terug behalve de EHBO set. Ik kijk erin er zit verband, koorts verlagende pillen, pleisters, tape, naald en draad, verdovende zalf, schaar, ontsmettingsmiddel en watjes. Ik stop alles weer terug, ik wil nog wat paarden vangen.

de honger spelen (bedrogen)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu