Ik open mijn ogen en heb erge hoofdpijn. Ik kijk rond en ben opeens bij de kerk. Ik weet niet meer hoe ik er ben gekomen, of wat er is gebeurd maar dan zie ik een bekend gezicht. Het is Gijs. Ik weet opeens weer waar ik ben. Ik wil opstaan en wegrennen maar dan merk ik dat ik vast zit aan een lantaarnpaal. Met touw zijn mijn armen stevig vastgebonden. Ik kan ze niet losmaken. Dan begin ik te schreeuwen. 'HELP!!' Ik weet ook niks anders te verzinnen. Dan draait Gijs zich om en ik zie dat hij stond te roken. Hij loopt op me af. Hij houdt zijn sigaret die bijna op is gerookt voor mijn neus en ik draai mijn hoofd weg. 'Neem maar een trekje, hoor.' Grijst hij. Ik wil het niet en knijp mijn mond dicht. 'Oke, dan niet.' Hij steekt de sigaret weer in zijn mond. Hij lacht naar me. Met zijn smerige lachje. Ik bedenk me dat ik hier zo snel mogelijk weg wil en ik begin weer te roepen. 'HELP! HIER ACHTER DE KERK!' Gijs vindt het niet leuk en hij pakt een stuk tape. Ik draai mijn hoofd weg maar met zijn sterke handen houdt hij mijn hoofd vast. Hij plakt de tape over mijn mond. Ik probeer weer te roepen maar er komt bijna geen geluid meer uit. Ik probeer me los te wringen maar het lukt niet. Ik begin maar te schoppen. Ik schop Gijs tegen zijn schenen maar dan wordt hij echt boos. Hij haalt zijn sigaret weer uit zijn mond en pakt dan mijn arm stevig vast. Hij drukt de sigaret op mijn arm. 'Ophouden!' Roept hij. Ik voel een enorme pijnscheut door mijn lichaam gaan en begin te huilen. Het brandt enorm. Ik probeer me nog een keer los te wurmen maar als ik merk dat het niet gaat geef ik op. Ik plof op de grond. Gijs keek op zijn telefoon maar stopt hem nu weg. Hij loopt maar me toe. 'Maak je niet zo druk, ik ben bij je.' 'Dat is hem nou juist.' Wil ik zeggen maar dat kan Gijs niet horen want er zit tape op mijn mond. Gijs kijkt me zogenaamd lief aan en komt veel te dichtbij. Ik draai weg maar hij pakt me weer vast. Yep, dit moment ken ik. Kwamen ze me maar weer helpen. Wacht eens! 'Waar zijn Kim en Nina?' Probeer ik dan te zeggen maar er komt niet meer uit dan: ' waah hein him e hiha?!' Gijs kijkt me vragend aan en trekt de tape in één keer van mijn mond. 'AUW!' Zeg ik. 'Waar zijn ze?! Kim en Nina?!' Gijs kijkt me weer vragend aan maar trekt dan zijn wenkbrouwen op. 'Ik denk dat die je hebben verlaten. Ze waren weg toen jij viel.' 'Dat zouden ze nooit doen!' Zeg ik. 'Ze deden het toch. Ze zijn geen echte vriendinnen. Ze zijn hartstikke nep. Laat ze nou gaan, en ga met mij mee. Kom bij me wonen.' 'Nooit!' Roep ik. Als ik mijn armen had kunnen bewegen, had ik dat zeker gedaan, en wel in zijn richting. Ik bedenk opeens iets. Een plan waarmee ik misschien wel kan ontsnappen. 'Ik moet naar het toilet.' Ik zie Gijs nadenken maar dan maakt hij het touw los van de lantaarnpaal en houdt het zelf vast. Hij sleurt me aan het touw wat aan mijn armen zit mee naar de bosjes waar we doorheen moesten om achter de kerk te komen. Hier, en schiet een beetje op. Hij laat het touw niet los. Ik trek een wenkbrouw op. 'Meen je dit? Dus ik moet hier op de grond plassen terwijl jij 1 meter van me af staat? Dacht het niet.' 'Doe maar gewoon, ik draai me wel om. Vertrouw me maar.' Zegt hij op zijn liefst mogelijk. 'Nee, ik wil gewoon op een wc!' Zeg ik. Gijs zucht. 'Oke dan, kom mee.' Hij sleurt me tussen de bosjes door en kijkt rond. Er is niemand, dus hij loopt door. We lopen een klein stukje weg van de kerk, en dan komen we bij een klein huisje. Het ziet er een beetje vies en verlaten uit. Gijs pakt een sleutel en opent de deur. Ik kom binnen en het stinkt meteen naar rook. 'Woon jij hier?' Vraag ik verbaasd. 'Yep, nice toch? Je mag er gewoon bij komen wonen hoor.' Hij knipoogt. Ik trek een vies gezicht. Hij wijst het toilet aan. Ik ga naar binnen en probeer de deur op slot te draaien maar dat gaat niet want het slot is veel te stroef. Ik draai me om en zie meteen een raampje. Yes! Het is wel hoog en niet zo groot. Maar zo te zien kan het wel open. Er is ook een klein wasbakje en daar houd ik mijn de brandwond op mijn arm die nog pijn doet in. Ik zet de kraan aan. Gelukkig is het water ijskoud. Ik laat het water er even overheen stromen en dan kijk ik naar het raampje. Ik ga zo achtjes mogelijk op de toiletpot staan en ik open het raampje. Het piept heel zachtjes. Hopelijk hoort Gijs niks. Mijn hart bonkt in mijn keel en dan ga ik in het raampje hangen en probeer ik mezelf op te trekken. Eindelijk frisse lucht. Ik kijk rond maar ik ben aan de achterkant van het huisje en zie alleen weilanden. Als ik in het kozijn zit spring ik er snel uit. Maar dan hoor ik Gijs vragen: 'lukt het?'
JE LEEST
Stalker
Teen FictionLisa is een meisje van 14 en woont samen met haar vader, moeder en zusje van 5, Suus. Lisa heeft drie beste vriendinnen: Kim, Nina en Anke. Op een dag krijgt Lisa een berichtje binnen op haar telefoon van een onbekend nummer. Dat onbekende nummer is...