1 verjaardagscadeau

375 12 0
                                    

Met het boek stevig onder mijn arm, sluip ik geruisloos door de sombere gangen van het kasteel. De kille stenen lijken te fluisteren van oude geheimen terwijl ik mijn weg naar mijn kamer vind. Het kasteel wekt altijd een ongemakkelijk gevoel bij me op, een gevoel van beklemming en onveiligheid dat me constant vergezelt.

Ik duw de deur van mijn kamer open en word begroet door een oase van rust. De ruimte strekt zich uit met een prachtig uitzicht op de uitgestrekte tuinen. Mijn kamer is gevuld met elegante kasten en schilderijen, terwijl een majestueus bed met gouden gordijnen het middelpunt vormt. Ik loop naar het raam en open het, waardoor ik op mijn balkon stap, mijn favoriete plekje in mijn kamer. Vanaf hier heb ik niet alleen een adembenemend uitzicht op de tuinen, maar ook op de uitgestrekte zee die voor me ligt, haar golven zachtjes ruisend op het strand.

Terwijl ik verdwaald raak in mijn gedachten, word ik plotseling gestoord door een klop op de deur. Snel verberg ik het boek tussen de jurken in een kast. Mijn vader heeft een afkeer van de mythe waar ik zo van houd. Hij vindt het belachelijk en kinderachtig. "Kom maar binnen," roep ik, nadat ik het boek veilig heb opgeborgen.

Twee dienaren betreden de kamer en buigen diep. "Miss Crystal," begroeten ze me. "Uw vader wil u spreken." Samen met hen loop ik naar de grote zaal, een gevoel van ongemak knagend aan me terwijl we gaan.

Mijn vader zit op zijn troon en wijst de dienaren weg. "Crystal, volgende week word je achttien. Ik wil je iets geven." Zijn woorden brengen een mix van verwarring en angst in me teweeg. "Je hebt een man nodig," vervolgt hij, terwijl hij mijn lot onverbiddelijk vastlegt. "Je trouwt volgende week met een prins."

De schok is voelbaar. "Je kunt me niet uithuwelijken!" protesteer ik, maar mijn vaders woorden laten geen ruimte voor discussie. "Je gaat het doen," snauwt hij. "Volgende week zul je trouwen met hem, geen tegenspraak."

Met tranen in mijn ogen ren ik weg, mijn hart gebroken door zijn verraderlijke plannen. Ik vlucht door de duistere gangen van het kasteel, mijn tranen als stille getuigen van mijn onmacht en verdriet.

Als ik eindelijk stop, omringd door onbekende gangen, voel ik een mix van angst en nieuwsgierigheid. Voor me staat een grote deur, haar aanwezigheid onheilspellend. Aarzelend strek ik mijn hand uit naar de deurknop, mijn verlangen naar avontuur strijdend tegen mijn angst voor het onbekende.

Maar voordat ik de deur kan openen, klinkt een vertrouwde stem achter me. Anastasia, een van mijn dienaren, staat naast me met een bemoedigende glimlach. Haar woorden brengen troost, maar ik voel de last van mijn lot nog steeds drukken op mijn schouders.

Terug in mijn kamer, begraven onder mijn tranen, rest me niets anders dan te wachten op wat de toekomst voor me in petto heeft, een toekomst die nu meer onzeker lijkt dan ooit tevoren.

A pirate's taleWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu