chapter four. thoughts

826 78 21
                                    

C h a p t e r - F o u r 

Ik rij vanuit school naar Luca´s huis toe. Als ik stop bij de zijn oprit kijk ik even naar zijn huis. Het was een straatje verderop dan die van Jessie, dat was wat me meteen opviel toen ik zijn straat in reed.

Ik pak mijn tas op en haal mijn sleutels uit de contact. Na mijn auto uitgestapt te hebben draai ik me om en kijk ik weer naar zijn huis. Luca keek toevallig uit het raam zwaaide even. Ik glimlach naar hem en loop naar de voordeur toe waar hij staat. 

"Hey. Leuk je weer eens te zien" zegt hij.  "Ook leuk om jou weer eens te zien. Mooi huis" zeg ik en ik bestudeer zijn huis even.  "Bedankt. Kom maar mee naar binnen hoor" zegt hij. En hij loopt zijn huis in, ik loop achter hem aan naar binnen en we komen in de keuken terecht.

Ik bestudeer even de inrichting van de keuken. Het viel me op dat er een aantal dozen naast de koelkast stonden. "Ben je hier net komen wonen?" vraag ik aan hem. Hij laat zijn blik ook op de dozen rusten.

"Nah. Zo'n twee maanden geleden al, maar we hebben geen kans gehad om die dozen ook uit te pakken" zegt hij. Ik knik begrijpelijk.

Luca houd een glas met drinken voor me en ik neem het aan. "Ga je mee naar boven of ben je soms bang wat je daar gaat aantreffen?" zegt hij lachend. "Hoezo? Verstop je daar soms een lijk" zeg ik. Hij kijkt me even lachend aan en haalt dan zijn schouders op.

"Daar zul je zelf achter moeten komen" zegt hij voordat hij de keuken uitloopt. Ik grinnik even en loop achter hem aan. 

 * * 

"Dit is zo cool" zeg ik en ik kijk naar de kleine Afrikaanse muziek instrumentjes die hij op zijn bureau heeft liggen. "Heb ik gekregen van een stam uit Namibië," zegt hij en hij loopt naar zijn kast en haalt er een doosje uit.

"Mijn ouders vonden het altijd al leuk om rond te reizen, en dit is de eerste keer dat ze tijdelijk ergens willen wonen. Ze misten de beschaafde wereld waren hun woorden" zegt Luca en hij opent de doos.

Ik kijk naar de inhoud en daar lagen kleine beeldjes in van Egyptische figuren en ook nog Indische goden.

"Je hebt veel van de wereld gezien of niet soms?" zeg ik. "Ja dat klopt, maar wie zegt dat dat zo leuk is?" zegt hij. Ik kijk hem vragend aan, en zie hoe hij op zijn bed gaat zitten.

"Wat bedoel je daarmee?" zeg ik. "Ik heb mijn jaren als tiener nooit kunnen beleven op één plek, als ik net weer vrienden had moest ik weer gedag zeggen. En het is zelfs zo erg dat ik het gewend ben om afscheid te nemen" zegt hij, en hij staart voor zich uit.

Ik leg de muziek instrument die ik blijkbaar nog steeds in mijn handen had neer op zijn bureau en ga naast hem zitten. "Wie zegt dat het zo leuk is om tiener te zijn?" zeg ik. Luca kijkt me dan aan. "Daar heb je een punt in. Vertel me eens wat meer over jou belevenissen als tiener?" zegt hij en hij richt zijn aandacht op mij.

"Leuk. Denk ik" zeg ik. Luca kijkt me doordringend aan. "Ik zie het aan je, Harry. je meent dit niet" Ik zucht even. "Is het raar als ik zeg dat ik mijn leven saai en voorspelbaar vind geworden?" zeg ik. Luca schud zijn hoofd even. "Het is jou leven Harry, jij kan alles zelf bepalen," zegt hij. Die woorden bleven even na-echoen in mijn hoofd. 

"Maar volgens mij heb jij het leven waar elk jongen blij mee mag zijn" zegt Luca. Ik kijk hem aan en vervolgens naar zijn lippen. Waarom staarde ik in hemelsnaam naar zijn lippen.

"Of niet soms?" zegt hij. Ik schrik wakker uit mijn gedachten en voel mezelf al aardig rood worden. "Geen idee" mompel ik. "Van wat ik heb gezien heb je leuke vrienden en een hele leuke en lieve vriendin. Wat was haar naam ook al weer?" vraagt Luca. "Jessie. Ze heet Jessie" zeg ik. "Als ik geen homo was, dan zou ik zeker weten op haar gevallen zijn" zegt hij met een lach. 

"Ben je het al lang?" vraag ik. "Zo'n twee jaar al" zegt Luca alsof het niets voorstelt. "Dat is best wel lang" zeg ik. "Ja, vergeleken met de tijd dat ik in de kast ben gebleven is dat inderdaad lang" zegt hij. "Wanneer kwam je erachter?" vraag ik. "Ben je zo geïnteresseerd in me" zegt hij met een glimlach. Ik voel mezelf alweer rood worden.

"I-ik eh-" "Het is al goed, je hoeft niet bang te zijn om dingen te vragen aan me" zegt hij met een vriendelijke glimlach. "Dat geld ook voor jou" zeg ik. "Weet ik" zegt Luca en hij schraapt zijn keel even voordat hij weer begint te praten. 

"Ik had op mijn viertiende voor het eerst een vriendin, ik vond haar heel erg leuk, tenminste dat dacht ik. Totdat er een nieuwe jongen bij ons op school kwam, hij heette Ben. Ben wist altijd mijn aandacht te krijgen, zelfs al deed hij er geen moeite voor. Op een dag had ik eindelijk de moed om tegen hem te praten. En na dat ene gesprek spraken we elkaar vaker aan en werden goede vrienden, maar ik had nooit verwacht dat Ben mij leuk vond en dat hij uberhaupt homo was.

Hij zoende me uit het niets en er kwam van alles bij me los. Gevoelens die ik nooit heb gehad voor een meisje. En ik denk dat vanaf die kus mijn gevoelens voor jongens alleen maar bevestigd waren" zegt Luca en hij kijkt me aan en leek te wachten op mijn reactie.

Mijn telefoon trilt in mijn zak en ik haal hem eruit. Jessie stond er op het display.

"Sorry dit moet ik even opnemen" zeg ik. "Ga je gang, ik ga even wat chips halen uit de keuken" zegt Luca. Ik knik even en staar hem even na voordat ik doorheb dat mijn mobiel nog steeds trilt. Ik neem gelijk op.

"Harry"

"Hey Jessie"

"Ik reed toevallig langs jou buurt en besloot mijn lieve vriendje even te verrassen. Alleen die is helemaal niet thuis"

"Oh. Echt? Ik eh- ben met de jongens"

"Kan je niet nu alvast naar huis komen? Dat vinden ze vast niet erg"

"Ja. Nee. Ik bedoel ik kom er wel aan, anders sta je zo te wachten"

"Dat is lief van je, schat. Tot zo!"

"Bye" mompel ik voordat ik ophang.

Luca komt zijn kamer in met twee zakken in zijn handen en een schaaltje onder zijn arm "Ik heb naast chips ook nog nootjes meegenomen. omdat ik niet wist waar je eigenlijk zin in had" zegt hij en hij houd de zakjes omhoog met een glimlach. "Het spijt me. Ik moet gaan" zeg ik teleurgesteld, en ik sta op.

"Is het iets ernstigs?" vraagt Luca bezorgd. "Nee. Ik moet gewoon weg" zeg ik. Luca knikt begrijpelijk en loopt voor me uit naar beneden.

"Het was leuk om je weer te spreken" zegt Luca. Ik knik even. "Je houd dit nog tegoed van me oké" zeg ik. Hij glimlacht even naar me. "Is goed" zegt hij. Als ik me omdraai om naar mijn auto te lopen hoor ik Luca nog iets zeggen.

"Ik ben heel blij dat ik je heb leren kennen"

Ik draai me even om en kijk hem aan. "Ik ook" zeg ik en ik glimlach zwakjes hem. Hij glimlacht terug en ik draai me om en loop naar mijn auto en stap in.

Als ik mijn auto heb gestart en Luca's oprit afrijd, merk ik pas hoe teleurgesteld ik ben dat ik weg moet. Maar ik hoorde dat eigenlijk niet te zijn, ik ging mijn vriendin zien. Ik schud mijn gedachten weg en probeer te focussen op de weg.

Maar het probleem was dat ik nergens anders aan kon denken behalve Luca.

[ w o o o o h ]

Br(ok)enWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu