chapter eleven. moving

561 72 14
                                    

C h a p t e r - E l e v e n

Na weer vier dagen school gemist te hebben wist ik dat ik ooit weer moest gaan. Dus na het in nemen van een flink aantal pijnstillers voor mijn hoofdpijn en mezelf beloofd te hebben dat ik niet eerder naar huis zou gaan, stond ik wederom weer op het school terrein.

Langzaam liep ik het gebouw in, wat ooit een veilige en leuke plek voor me was. Mijn blik vind al gauw die van een aantal leerlingen en ik dwing mezelf om niet te kijken naar ze en door te lopen naar mijn kluis.

De roze letters stonden er niet meer, wat betekende dat de conciërge ze had ze had weggehaald. Dus dat zorgde voor een kleine verlichting van de knoop in mijn maag. Ik open mijn kluisje en zoek naar mijn boek.

"Ja. Ik zal er zijn dan" hoorde ik een bekende stem zeggen achter me. Ik kijk even naar achter en zag Jessie bij haar kluisje aangeleund staan. Ze stond aan de telefoon en leek niet door te hebben dat ik naar haar keek.

River komt ineens aanlopen en pakt Jessie vast bij haar middel en zoent haar vervolgens. Als hij haar los laat, vind zijn blik de mijne. Hij loopt naar me toe en slaat mijn kluisje dicht.

"Wat is er, Styles? Ben je jongens nu al zat?" zegt hij sarcastisch. Ik merk dat mijn stem niet mee werkt en draai me om en loop de gang door. "Ja loop maar door. Dat is wat echte losers doen" hoorde ik River me nog na roepen.

* *

De bel voor de laatste les uur was eindelijk gegaan en terwijl de klas leeg werd pakte ik mijn tas in. Als ik mijn tas op pak en mijn stoel aanschuif, wil ik net naar de deur lopen voordat ik werd terug geroepen door Mevrouw Brink, mijn lerares Nederlands.

"Ja?" zeg ik als ik me omdraai. "Kan ik je heel even spreken?" vraagt ze met een vriendelijke glimlach. "Best" mompel ik en ik loop naar haar bureau toe en ga zitten op een tafel.

"Gaat het goed met je?" vraagt ze. "Ja. Wat zou er dan moeten zijn?" zeg ik terwijl ik haar aankijk. "Je lijkt zo afwezig de laatste tijd. Is er iets waar je over wilt praten?" vraagt ze en ze kijkt me afwachtend aan.

"Er is niks om u zorgen over te maken neem dat maar van mij aan. Mag ik nu gaan?" vraag ik terwijl ik opsta. "Eh- Ja. Ga maar" zegt ze. Ik knik en verlaat de klaslokaal snel.

* *

Ik besloot Luca te verrassen met een bezoek aangezien ik hem de afgelopen dagen ook niet heb gezien, omdat hij bezig was.

Als ik bij zijn straat kom parkeer ik mijn auto en kijk vanuit mijn auto kijk ik naar zijn huis. Ik kijk verbaasd op als ik een verhuisauto zie staan en mensen zie in en uit zijn huis lopen.

Met een raar gevoel van binnen pak ik mijn tas en sluit mijn portier voordat ik naar zijn huis loop. "Ah. Harry. Je komt vast voor Luca" zegt zijn moeder. Ik knik even. "Die is boven, loop maar door hoor" zegt ze. Ik glimlach zwakjes en loop hun huis in de trap op naar Luca's kamer.

Zachtjes klop ik aan en als ik geen antwoord hoor doe ik de deur voorzichtig open. Mijn blik laat ik rusten op Luca die op zijn bed ligt, gewikkeld in zijn deken. "Luca?" zeg ik voorzichtig.

Hij gaat rechtop zitten en wrijft eerst wat in zijn ogen. "H-harry. Ik wist niet dat je zou komen" zegt hij. "Ik wou je graag zien" zeg ik en ik laat mijn blik dwalen naar de grond.

Luca stapt uit zijn bed en maakt zich een weg naar mij toe. "Je hebt vast de verhuiswagen gezien?" zegt hij met een zachte gebroken stem. Ik bijt op mijn lip en knik.

"Het spijt me. Ik wou het je echt vertellen," begint hij. "Mijn vader had zijn baan een paar dagen geleden opgezegd, omdat hij en mijn moeder het hier zat zijn en graag Europa willen zien" legt hij uit

"Wanneer ga je?" vraag ik. "Morgen al" zegt hij voorzichtig. Er viel een kleine stilte waarin we elkaar geen van beiden aankeken.

"Laat je me in de steek?" zeg ik zachtjes. "Nee. Harry, Natuurlijk niet. We houden contact en ik ben bereid om alles te doen zodat ik je zo vaak mogelijk kan zien en er bestaat ook nog Skype" zegt hij, terwijl hij zijn vingers in de mijne verstrengeld. Ik kijk hem aan en knik dan even.

"Ik ga je zo missen" zeg ik. "Ik jou ook. Heel erg zelfs" zegt hij voordat hij me trekt in een knuffel. Ik had al meteen door dat ik aan het huilen was, maar dat was ook niet gek. De enige persoon die echt om me geeft, op mijn vader na, gaat weg.

En dan zou ik weer helemaal alleen zijn.

Br(ok)enWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu