Ik kijk de kamer rond. Ik ben helemaal alleen, dus ik weet eigenlijk niet waarom ik dit steeds doe. Ik kan beter over Foutje peinzen. Ik wou dat ik haar echte naam wist, want het voelt fout om steeds Foutje te zeggen. Ik ben verliefd op haar. Heel erg en al heel lang. Eigenlijk zolang als ik me kan herinneren. Ik moet toegeven dat mijn vrienden dat nooit zouden zeggen, want ik heb in die tijd wel een paar vriendinnetjes gehad waar ik ook echt verliefd op was, maar dan was ik tegelijkertijd ook nog verliefd op haar. Nu heb ik mijn beste vriend Tob (nou eigenlijk Toby, maar dat vindt hij maar niks om in onze factie zo genoemd te worden) gevraagd om haar in de gaten te houden, zodat ik mijn kans kan afwachten. Hij heeft meteen ja gezegd, die vond het wel leuk om te doen, maar dat is pas sinds een week.
Ik pak een paar messen en gooi ze naar willekeurige plekken. Ik ben er wel goed in eigenlijk. Ik blijf messen gooien, wel een uur lang, want het verveeld me nooit.
Dan komt Tob binnen rennen. "Nou wat weet je?" Vraag ik. "Over Foutje?" Ik zucht. "Nee, over eenhoorns." Hij kijkt me verbaasd aan. "Nou eenhoorns zijn pony's met een hoorn..." Ik onderbreek hem. "Ik maakte een grapje. Natuurlijk over Foutje, waarom zou ik anders "nou wat weet je" zeggen?" Zeg ik en ik forceer een glimlachje. "Nou haar vader slaat haar vaak in elkaar, waardoor ze al meerdere keren in het ziekenhuis is beland." Ik schrik me rot, dat is verschrikkelijk! Maar ik kan niet reageren, want Tob praat al verder. "Haar moeder houdt wel van haar." Ik wil naar haar toe! Ze moet weg bij die man! "Waar is ze nu?" Vraag ik paniekerig. "Kalm aan joh." Zegt hij. Nu raak ik nog meer in paniek. "Kalm! Kalm! Ze moet weg bij die man, voor hij haar echt iets heel ergs aan doet!" Gil ik. Tob zucht. "Ik zag haar uit haar kamer uit klimmen, haar vader kwam er vlak na en ik zag ook haar moeder een tijdje daarna rennen." Nu raak ik nog erger in paniek. "Waar?!" Vraag ik snel en paniekerig. "Richting de eetzaal, in het steegjes gebied." Meteen ren ik naar de deur en gris ondertussen een mes mee. "Bedankt hé." Gil ik ondertussen en dan ren ik in recordtijd naar de plek die Tob zei.
Daar zie ik bij een steegje de moeder van Foutje liggen. Ik ren verder het steegje in. Daar zie ik een man die waarschijnlijk Foutjes vader is, bij zijn voeten ligt een lichaam, dan herken ik haar. Foutje! Ze ziet er heel slecht uit. De man wil haar net weer een schop geven, als ik niks doe schopt hij haar nog dood. "Stoppen! Of ik gooi!" Gil ik en ik laat het mes zien. "Ze is een mislukkeling, waarom zal je mij iets aandoen voor deze bange kip." En hij wil haar weer een trap geven. Ik val hem aan en steek mijn mes in zijn arm. "Wegwezen!" Gil ik. Langzaam loopt hij weg en ik kniel neer bij Foutje. "Foutje, wakker worden." Probeer ik, maar het werkt niet. Ik til haar op, heel voorzichtig, want ik wil het niet erger maken. Haar moeder komt alweer bij, want die is er veel minder slecht aantoe. "Kom mee. Ik breng jullie naar de ziekenzaal." Zeg ik tegen haar. Ze knikt en gaat met me mee.
JE LEEST
Divergent (Warrior)
Fiksi PenggemarIn dit boek wordt mijn andere boek “Divergent (Chanelle)†geschreven vanuit Warrior. I.P.V. vanuit Chanelle (Chane)