Ahlam
19:30Met mijn arm gehaakt in die van Jason lopen we naar binnen. Het feest is groot. Erg groot. Nooit verwacht dat onze school zoiets kon regelen. Na de zaal bestudeerd te hebben kijk ik naar de mensen, mijn schoolgenoten. De meeste kijken me duidelijk verbaast aan. Een zucht verlaat mijn mond waarna ik mijn blik op iets anders laat rusten. Saif.
Wat zag hij er prachtig uit. Zijn pikzwarte haren die in model zijn gebracht. De bruine ogen die glinsteren door de felle lampen. Die oh zo volle lippen die nu nog mooier leken. Oh god, en laat ik niet beginnen over zijn kledij. Als hij mijn kant op kijkt kijk ik snel weg.
Jason is inmiddels verdwenen. Aangezien Jason veel en veel socialer is dan ik heeft hij erg veel contact met onze school en buurtgenoten. Wat ik totaal niet raar vind. Jason is immers een hele spontane en grappige jongen. Er is geen enkel reden om hem te haten.
In mijn eentje loop ik naar de bar waar ik een ijskoude cola bestel. Terwijl de jongen achter de bar het glas vult, voel ik een grote hand op mijn schouder. "Ahlam?" Ik sluit mijn ogen kort en draai me dan om. Zwart haar, bruine ogen en volle lippen. Juist, het was Saif. "Ja?" Ik draai me snel weer om naar de jongen achter de bar. Hij overhandigt me de cola die ik aanneem. Genietend sluit ik mijn ogen als ik een slok neem. Dit, dit had ik nodig. "Je ziet er werkelijk waar prachtig uit." Hoor ik Saif zeggen. Mijn wangen werden rood, voelde ik maar ik negeerde het. Zonder naar hem om te draaien liep ik weg, met de cola in mijn handen.
Zonder dat ik het doorhad liep ik naar buiten. In tegenstelling tot daar binnen was het buiten veel rustiger. Er stonden enkelen te bellen maar voor de rest stond er niemand. Ik keek even op, naar de pikzwarte lucht waar enkele sterren zichtbaar waren. Het was halfvollemaan, mijn favoriete maan. Ach, wat was de maan mooi. Het was het enige lichtpuntje van de donkere nacht, naast de sterren dan
Mijn moment werd verpest door die zelfde hand op mijn schouder. Ik haalde hem er niet af maar bleef kijken naar de maan, de sterren en de donkere nacht. "De maan, zo mooi." Hoorde ik hem mompelen. Het blijft me toch verbazen. Wat zou hij verkeerd hebben gedaan? Saif, het lijkt alsof hij degene is die mij zal begrijpen in de toekomst. Hij snapt mij, en voelt het zelfde als ik. Ik zucht diep en wend mijn blik naar beneden. Mijn nek begon inmiddels pijn te doen. Ik kijk naar de hand die perfect past op mijn schouder en laat mijn ogen rollen naar zijn gezicht. Eerst zijn arm, zijn schouder, zijn nek en dan vervolgt zijn gezicht. Hij kijkt omhoog, naar de maan precies zoals ik deed. Het was duidelijk te zien dat hij diep in gedachten verzonken was. Precies zoals ik was. Ik schud mijn hoofd terwijl ik naar beneden kijk. Dit kan toch niet kloppen? Misschien liegt Aymane. Misschien is Saif helemaal geen slecht persoon.
Wanneer hij dan zijn ogen op mij richt laat ik de gedachtes varen. Hij stond zo dichtbij, ik kon zijn adem voelen. Saif bleef maar kijken. Naar mijn ogen, mijn neus, lippen. Maar ik, ik bleef kijken naar zijn ogen. Je kan gerust zeggen dat ik er in verdronken was. Ik had niet eens door dat onze gezichten steeds dichterbij kwamen. Hij sloot zijn ogen en tuitte zijn lippen en dat was het moment waar ik weer helder kon denken. Met een snelle reactie draaide ik mijn gezicht om zodat zijn lippen mijn wang zal raken. Voordat Saif kon reageren rende ik al weg, diep de donkere nacht in.
-
12:00
Met bonkende hoofdpijn word ik wakker. Het gerommel in de woonkamer heeft mij duidelijk gewekt. Ik sta duizelig op en loop mijn kamer uit. Met mijn hand wrijf ik ondertussen op mijn voorhoofd. Godverdomme, vloek ik in mezelf. Ik strompel naar de keuken waar ik een glas water vul en een paracetamol zoek in een van de laden. Na die gevonden te hebben neem ik hem in en ga dan nieuwsgierig naar de woonkamer. Wat ik trouwens beter niet had kunnen doen. Moeder en Hamza, de man die zich voorstelde als mijn toekomstige stiefvader, zitten op de bank elkaar af te lebberen. Ik kuch om hun aandacht te krijgen en kijk hun met een vieze blik aan. "Alsjeblieft zeg, neem een kamer." Geeuw ik uitgeput. "Hey Ahlam! Leuk je weer te zien. Heb je je spullen al gepakt?" Riep Hamza om van onderwerp te veranderen. Met gefronste wenkbrauwen kijk ik van moeder naar Hamza. "Spullen al gepakt? Nee? Waarvoor?" Vraag ik aan één stuk door. Mijn moeder fluistert wat in zijn oor waarna hij knikt. "Niks, een misverstand." Zei ze daarna. Hamza knikte instemmend. "Nee! Kop op, vertellen." Beveel ik."Nou ik wilde je het gedoe besparen maar als je het echt wilt weten." Begint mijn moeder verveeld. "We gaan verhuizen naar het huis van Hamza en aangezien jij 18 en volwassen bent neem ik jou niet mee. Of terwijl je gaat je eigen weg op schat."
En daar mensen, daar begon het nieuwe ellende.
[A/N]
Oh god! Sorry sorry! ik was op vakantie en had echt geen tijd om een deel te schrijven, noch te plaatsen. maar ik ben terug en zal weer vol op schrijven!
kusjes.