Hoofdstuk 3

151 17 10
                                    

Helaas was die afleiding ver te zoeken toen ik de volgende ochtend zat te eten. 'Ach, sommige mensen treffen het ook wel heel slecht..' mompelde mijn vader achter zijn krant. 'Wat is er?' vroeg ik, nieuwsgierig als ik was. Mijn vader draaide de krant om. 'Hier, moet je dit eens lezen.' Mijn maag keerde zich om en ik had het gevoel dat ik mijn yoghurt met appel zou uitspugen. 'Tragisch ongeluk betreft arts' luidt de kop. Tragisch ongeluk? Ik begon het artikel te lezen. Het was één en al onzin. Blijkbaar was ze gestruikeld over de bloempot die voor haar tuinhuisje stond - ik heb geen bloempot gezien daar - en daardoor heeft haar buik de hark geraakt - welke hark? - en ze is daaraan overleden in combinatie met een hoofdwond die ze opliep toen haar hoofd de muur raakte. Bullshit. Bullshit, bullshit, bullshit. Bijna had ik het uitgeschreeuwd van verontwaardiging, maar wist me in te houden. Ik wist niet waarom, maar ik wilde het nog steeds niet aan mijn ouders vertellen. Toen ik na het ontbijt weer op mijn kamer was pakte ik mijn telefoon en deed iets wat ik nog nooit in mijn leven had gedaan (en ook nog nooit had willen doen). Ik belde Oliver. Ik wist eigenlijk niet eens waarom ik hem überhaupt in mijn contacten had staan, maar ik moest echt weten wat hij er van dacht. 'Oliver.' klonk zijn stem toen hij opnam. Dit was zo raar. 'Ja, eh, hoi. Met Sydney.' zei ik ongemakkelijk. 'Hoi.' antwoordde hij. 'Heb je dat artikel in de krant gezien?' vroeg ik. Hij zou kunnen zeggen dat er zoveel artikelen in de krant stonden, maar ik wist dat hij wist waar ik het over had. 'Ja,' zei hij langzaam. Hij was even stil en ik wachtte af. 'Eerlijk gezegd vond ik het de grootste onzin die ik ooit heb gelezen. En ik heb veel onzin gelezen, maar serieus, iemand die doodgaat aan een hark in haar buik? Konden ze echt niks beters verzinnen?!' Ik ben heel opgelucht dat hij er net zo over denkt als ik, ik was al bang dat ik paranoïde zou worden ofzo. 'Dat vond ik ook.' zuchtte ik opgelucht. Het was weer even stil. 'Ik dacht dat je er niks mee te maken wou hebben?' sneerde Oliver toen. 'Ik heb me bedacht. Ik ben echt geen lafaard als je dat soms denkt.' zei ik bitchie. 'Nou sorry hoor.' zei Oliver net zo bitchie als ik. 'Ik moet gaan. Doei.' zei ik kil en ik drukte hem weg. Ugh, ik haatte hem zó erg. Zoals altijd haalde hij het bloed onder mijn nagels vandaan. Ik plofte op mijn bed en was net aan het bedenken wat ik zou gaan doen vandaag, toen Lisa belde. 'Hey kipje van me!' riep ze vrolijk. 'Yo kipje.' zei ik. Geen idee waarom, maar ze noemde me altijd kipje. 'Zin om vandaag met deze girl naar de bios te gaan? Er draait een nieuwe film met Zac Efron.' zei Lisa dromerig, en ik zag haar gezicht al helemaal voor me. Lisa en hunks zijn twee termen die je niet los kunt zien van elkaar. Ik besloot dat het heel goed voor me zou zijn als ik mee zou gaan, dus ik stemde in.

Na de film liepen Lisa en ik vrolijk pratend terug. Het was best een grappige film, maar het einde was erg voorspelbaar. We hadden het over jongens (Lisa had wéér een blijkbaar heel lekkere jongen gezien op school), over hoe stom Oliver was, huiswerk, jongens (we bespraken Calum, de crush van Lieke), de nieuwe leraar Duits die vreselijk was en over jongens. En toen begon ze erover. Ik had het kunnen weten. Er zullen wel veel meer mensen zijn die het erover hebben. 'Syd, heb je dat in de krant gelezen over die arts?!' vroeg Lisa. Ugh, ik wou hier niet aan denken. 'Ja, super erg.' mompelde ik. Lisa wilde nog wat zeggen, maar ik begon snel over iets anders te praten.

En toen was het eindelijk maandag. Zondag duurde eindeloos, want ik had niks te doen. Ik heb de hele dag op mijn bed gelegen en me afgevraagd wie Avery zou hebben vermoord, en waarom. Steeds die twee vragen. Ik werd er gek van. Ik was blij om Harper te zien en begroette haar vrolijk. 'Leuk weekend gehad?' vroeg ze. 'Ja, ik ben met Lisa naar de film geweest, die met Zac Efron.' glimlachte ik. 'Omygod, daarin is hij zoooo lekker!' zwijmelde Harper en ik lachte. We fietsten naar school en er werd vijf keer - ik heb geteld - tegen ons gezegd dat we beter moesten uitkijken enzo. Harper en ik kunnen niet zo goed fietsen, namelijk. We zetten onze fietsen in de fietsenstalling en liepen naar binnen. Oliver en zijn groepje stonden tegen de kluisjes aan, Oliver gaf me een hatelijke blik en ik gaf hem er een terug (we haatten elkaar nog net zo erg als voor het gedoe met Avery), en we liepen naar Lieke, Isa en Lisa. '-en hij kan ook nog eens geweldig zingen!' zei Lieke met een dromerige blik. 'Calum weer, zeker?' vroeg ik met een zucht aan Lisa en Isa. Ze knikten en we grinnikten toen Lieke gewoon verder ging met beschrijven hoe geweldig Calum was. Toen de bel ging liepen we naar biologie, dat ik overleefde zonder te moeten nablijven, daarna aardrijkskunde, pauze, gym en als laatste uur maatschappij. Ik zat naast Lieke en ze was weer aan het praten over Calum toen meneer Belfort zei dat we stil moesten zijn. Meestal deed ik dat niet, maar hij begon weer over háár. 'Waarschijnlijk hebben de meesten van jullie het wel in de krant gelezen, de arme arts die een ongeluk heeft gehad. Deze les wou ik graag haar situatie als arts die de hele wereld over reist bespreken.' Ik voelde me misselijk worden. Waarom kon ik er niet tegen om het hier over te hebben? Omdat je haar hebt zien doodbloeden, zei een stemmetje in mijn hoofd, en ik wist dat het gelijk had. Belfort neuzelde iets over dat het zo sneu was dat die hark net daar had gestaan enzo, toen ik mijn hand opstak. Verrast keek hij me aan, normaal lette ik nooit op in zijn les. 'Uh- Sydney?' zei hij. 'Weet u wel zeker dat het een ongeluk was? Ik bedoel, een hark is toch niet zó dodelijk?' Hij keek me aan alsof ik gek was. 'Ik merk wel dat je het artikel niet hebt gelezen, Sydney, want dan zou je kunnen weten dat de hark diezelfde dag nog was aangescherpt, en dat die door haar vel en maag was gestoken.' Verontwaardigd deed ik mijn mond open. 'Toevallig heb ik het artikel wél gelezen, maar ik vind het gewoon onzin dat een hárk notabene iemand vermoord!' Ik moest moeite doen om het niet uit te schreeuwen. 'Niet zo brutaal!' zei meneer Belfort boos. 'IK BEN NIET BRUTAAL!' schreeuwde ik. 'Nablijven.' zei hij genadeloos. Ik merkte dat ik uit mijn stoel was gesprongen, zo boos was ik. Ik heb haar zien liggen, en ik weet honderd procent zeker dat er nergens een hark te bekennen was. De woede stroomde door mijn lichaam, hoe kon iedereen zo naïef zijn?! Toen ik om me heen keek zag ik dat iedereen me aan zat te staren. Het irriteerde me. 'Kunnen jullie het zien?' snauwde ik. Ze keken allemaal gauw weg. Typisch. Belfort ging verder met zijn les en vertelde over het programma Artsen Zonder Grenzen. Ik probeerde te luisteren, maar ik was nog steeds boos en verontwaardigd. Volgens mij zei hij iets over dat ze vooral naar derde wereld landen gingen en dat ze veel medicijnen vervoerden met de vliegtuigen. Toen de bel ging liep ik met de anderen mee naar de deur, maar bleef daar staan wachten. 'Ik zie jullie morgen.' mompelde ik chagrijnig. 'Echt rot voor je!' zei Lieke meelevend. Zij en de rest zwaaiden en liepen weg. Jamie liep langs en ik vroeg of hij tegen pap en mam kon zeggen dat ik moest nablijven, ze waren altijd zo ongerust. Hij begon te lachen. 'Wat heb je nú weer gedaan? Je hebt nog nooit twee keer in twee dagen moeten nablijven.' 'Hou je mond maar.' zei ik, ik was nog steeds chagrijnig. Jamie zwaaide, nog steeds lachend, en liep weg. Mijn humeur werd er niet beter op toen Oliver naar het lokaal toe liep. 'Wat moet jij nou hier?' snauwde ik. 'Nablijven.' antwoordde hij simpel. Ik mompelde iets wat leek op 'waarom moet hij nou altijd samen met mij nablijven' maar dat hoorde hij gelukkig niet. We gingen allebei aan de andere kant van de klas zitten en meneer Belfort begon te praten. 'Aangezien jullie allebei dachten dat jullie meer wisten over de vermoorde arts, mogen jullie een opstel schrijven over Artsen Zonder Grenzen. Jullie hebben anderhalf uur de tijd en het cijfer telt mee voor je rapport.' Oliver en ik slaakten allebei een diepe zucht, Belfort was echt heel goed in het bedenken van vreselijke nablijf-opdrachten. We pakten onze iPads (ja, die hadden we van school gekregen, voor schoolwerk ofcourse) en begonnen informatie op te zoeken. Na een half uur liep meneer Belfort het lokaal uit en toen was ik alleen met Oliver. 'Ik snap niet dat mensen niet inzien dat een hark geen mensen kan doden.' zei hij plotseling. 'Inderdaad. Als ze nou niet zo stom waren hoefde ik ook niet na te blijven.' mompelde ik. 'Niet daarom,' zei hij. 'Maar als al die mensen niet zo naïef waren zou de waarheid tenminste aan het licht komen.' Voor de tweede keer in zijn leven had hij een heel goed punt. 'Denk je dat we aan de politie moeten vertellen wat we hebben gezien?' vroeg ik aarzelend. 'Nee. Ik weet niet wat jij doet, maar ik ga dit echt verder onderzoeken. Ik ga dat huis bekijken, kijken wie er woont. Ik wil weten wie haar heeft vermoord en waarom hij of zij dat heeft gedaan.' Ik dacht even na en slikte. 'Ik doe met je mee.' En we schudden elkaar de hand.

{ a/n; yaaayy, nieuw hoofdstuk! ik ben nu in italië en heb dit hoofdstuk op de camping geschreven hihi. ik hoop dat jullie het leuk vonden en omg ze gaan samenwerken 😮 vote / comment / follow ? ik ga nu zwemmen, byee 🏊🇮🇹 }

The Devil Makes ThreeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu