Hoofdstuk 5

114 17 10
                                    

[ derde persoon ]

De twee mannen stonden voor het raam. Ze staarden naar de twee kinderen die het pad afliepen, de kinderen hadden niet in de gaten dat ze werden nagestaard. 'Wat heb je ze allemaal verteld?' vroeg de ene man. 'Allemaal leugens.' grijnsde de andere. 'Geloofden ze het?' De grijns verdween van het gezicht van de man en hij fronste zijn wenkbrauwen. 'Dat weet ik niet,' zei hij peinzend. 'Ze zijn niet achterlijk.' De andere man zuchtte en begon door de kamer te ijsberen. 'We moeten ze in de gaten houden. Ik vertrouw ze niet.' De andere man knikte instemmend, terwijl hij nog steeds naar buiten staarde. De kinderen stonden inmiddels weer op het schoolplein en hij kon zien dat ze ergens ruzie om hadden. 'Volgens mij zijn ze niet de allerbeste vrienden.' zei hij nadenkend. 'Ach, dat doet er niet toe.' mompelde de andere man, die blijkbaar diep in gedachten verzonken was. 'Het doet er alleen toe dat ze niet te veel te weten komen, want dan zullen we ze een kopje kleiner moeten maken. Niet dat ik daar problemen mee heb.' voegde hij eraan toe.

[ ----------------- ]

Harper en ik kwamen de volgende dag net op tijd op school. Ik had halverwege de weg naar school ontdekt dat ik mijn tas niet bij me had. Lekker slim bezig weer. Toen we ons naar aardrijkskunde haastten kwam Oliver net de wc's uitlopen. Hij grijnsde naar me en zei: 'Hey, Sydney, ben je toch op tijd?!' Ik wierp hem een dodelijke blik maar moest toch een beetje lachen terwijl we verder renden naar aardrijkskunde. 'Wat was dát?' vroeg Harper stomverbaasd. 'Lang verhaal.' wuifde ik het weg. Met dat de tweede bel ging stormden we het lokaal binnen, wat ons natuurlijk een hoop blikken van de klas opleverde. 'Kijk lekker de andere kant op, ja?' zei Harper en ik grinnikte. 'Net op tijd, dames.' zei meneer Winston. Hij was echt heel streng als het om op tijd komen ging. Harper en ik mompelden wat en gingen toen gauw achter Lisa en Lieke zitten. Twee uren na aardrijkskunde kwamen we erachter dat we uitval hadden. 'We kunnen naar de stad gaan?' stelde Isa voor. De anderen stemden allemaal in, maar ik zei dat ik nog wat af moest maken. Ik wist wel iets beters om te doen. 'Aaah, maar dat kun je ook een andere keer doen!' probeerde Lisa nog, maar ik sloeg het weer af. 'Nee, ik blijf hier.' zei ik. Ik nam afscheid van de anderen en ging toen naar de mediatheek. Ik ging achter een computer zitten en haalde een kopie van het dossier van Avery uit mijn tas. De eerste pagina was alleen maar informatie over Avery, maar die informatie had ik grotendeels al op internet gelezen. De tweede pagina ging over het vliegveld Schiphol, in Amsterdam in Nederland. Er stond een datum bij van ongeveer twee maanden geleden. Verder stond er allemaal informatie over het vliegveld, wat ik raar vond. Waarom zou je zoveel informatie over een vliegveld willen hebben. Maar naarmate ik verder las schrok ik wel een beetje. Er stond ook allemaal informatie over hoe de bewakingspatronen verliepen! Opeens viel me op dat onderaan de bladzijde iets was geschreven. Het was een klein, priegelig handschrift en duidelijk van een man. 'Josh vermomd als medewerker forceert koffers' stond er. Het riep een heleboel vragenbij me op. Waarom zou iemand koffers moeten forceren? En wélke koffers moest hij forceren? Van alle passagiers? En als die Josh vermomd was- 'Hey, Sydney!' Ik liet het dossier geschrokken vallen en keek naast me. 'Wat doe jij hier?' vroeg ik boos toen ik zag dat het Oliver was. Hij leek beledigd. 'Nou sorry hoor dat ik ook even naar de mediatheek ga.' zei hij geïrriteerd. 'Ja maar jij komt nóóit in de mediatheek.' wierp ik tegen. Hij zuchtte. 'Al goed, al goed, ik wilde gewoon weten waar je mee bezig was, je was nogal geïnteresseerd naar dat papiertje van je aan het staren. Dat kon geen schoolwerk zijn, dacht ik.' Ik keek hem raar aan. Hij wilde weten wat ik aan het doen was? Ik raapte de kopie op van de grond en gaf het aan Oliver. 'Het is een kopie van het dossier van Avery Rush.' legde ik uit. 'Alleen gaat het tot nu toe niet zoveel over haar, eerder over vliegvelden.' voegde ik eraan toe. 'Vliegvelden?' vroeg Oliver verbaasd. 'Ja, lees dit eens.' Ik sloeg het dossier open op de pagina van Schiphol. Een paar minuten lang vlogen zijn ogen over de pagina, waarna hij het met een frons op de tafel legde. 'Waarom zou iemand dit allemaal willen weten?' vroeg hij. 'En waar slaat dat onderste op, over Josh die koffers forceert?' 'Als ik dat allemaal had geweten hadden we hier niet gezeten.' mompelde ik.

De rest van de week verliep redelijk rustig. Na school zaten Oliver en ik vaak nog lange tijd in de mediatheek en bekeken we de informatie over de vliegvelden. We probeerden op die momenten normaal tegen elkaar te doen, maar de rest van de tijd haatten we elkaar net zo erg als eerder. Één keer had Oliver mijn rugzak in het schoonmaakhok opgesloten en als wraak daarop tackelde ik hem midden in de gang. Toen ik op donderdag met Harper richting de stad liep omdat we samen cupcakes gingen bakken en nog spullen moesten halen botste ik tegen iemand op. 'Hey- Sydney was het toch?' Ik keek op en schrok toen ik Ben zag. 'Oh, eh, hallo, Ben.' zei ik onzeker. Hij glimlachte maar zijn kille ogen lachten niet mee en keken me strak aan. 'Hoe is het met je verslag gegaan?' Verslag? Ohja, verslag. 'Eh, ja heel goed, we hadden een acht.' zei ik en zette een neppe glimlach op. Wat als hij erachter was gekomen dat het dossier weg was? 'Ah, dat is mooi,' zei Ben. 'Maar ik ga weer verder, ik zie je nog wel. Dag!' En hij liep weg terwijl ik een zwakke 'Doei' mompelde. 'Wie was die creep?' vroeg Harper met een vertrokken gezicht. 'En over welk verslag had hij het?' Ik slikte. 'Lang verhaal. Verteld ik een andere keer wel..' probeerde ik er onderuit te komen. 'Aaah, kom op, vertel gewoon!' drong Harper aan. 'Wist je nog toen ik moest nablijven bij Belfort? Nou, toen moest ik een verslag maken met Oliver en we hadden hem geïnterviewd.' En dat was nog waar ook. Applaus voor Sydney. 'Oh dat.' mompelde Harper. Ze wist duidelijk niet waar ik het over had. Ze had echt een geheugen als een zeef, dat had onze hele klas al lang ontdekt. Onderweg naar de supermarkt liepen we langs een krantenkiosk en mijn oog viel op een kopje van de New York Times dat meteen mijn aandacht trok. Er begon een belletje in mijn hoofd te rinkelen toen ik het las. 'Wacht even, Harper.' zei ik tegen Harper en ik begon het artikel te lezen. Hoe verder ik las, hoe meer alles duidelijk werd. Ik kocht de krant en pakte mijn mobiel. Nadat hij drie keer over was gegaan werd er opgenomen. 'Oliver.' klonk er aan de andere kant van de lijn. 'Met Sydney. Ik moet je iets belangrijks laten zien, kun je om acht uur vanavond op het schoolplein komen?' Er viel een stilte en vanuit mijn ooghoek zag ik dat Harper me verbaasd aan zat te kijken. 'Eh, oké?' zei Oliver aarzelend. 'Mooi, dan zie ik je dan. Doei.' En ik verbrak de verbinding. 'Jeetje, Sydney, wat heb je vandaag?' vroeg Harper stomverbaasd. 'Eerst die creep en nu dit!' 'Ja sorry, zullen we de spullen gaan halen?' veranderde ik het onderwerp. Ze gaf me nog een argwanende blik maar liep toen achter me aan naar de supermarkt.

Om vijf voor acht stond ik al op het schoolplein. Het was een koude avond voor de tijd van het jaar en ik wachtte rillend in mijn hemdje op Oliver. Toen ik geritsel in de struiken achter me hoorde draaide ik me geschrokken om, maar zag niets. Het was vast een vogel, zei ik tegen mezelf. Ik klemde de krant nog wat steviger in mijn hand en toen Oliver om vijf over acht het plein op fietste zuchtte ik opgelucht. Ik was echt een held op sokken zo gauw als het donker was. Oliver kwam bij me staan. 'Nou, vertel, wat was er zo belangrijk?' vroeg hij. Ik liet het artikel zien en legde uit wat ik had bedacht. Toen ik klaar was met praten was hij even stil. 'Maar dat is... geniaal.' bracht hij uit. Ik knikte ernstig. 'En daarom heeft niemand het ook ontdekt. Oliver keek me aan. 'We hebben geen bewijs.' zei hij toen. Ik sloeg mij ogen neer. 'Weet ik, daarom moeten we voor bewijs zorgen.' Op dat moment zag ik hoe achter Oliver iemand uit de struiken omhoog kwam. Ik gilde en wees ernaar. Oliver draaide zich om net op het moment dat iemand hem tegen zijn slaap sloeg, en hij bewusteloos neerviel. Nog voordat het tot me doordrong wat er was gebeurd voelde ik hoe er een doek tegen mijn mond en neus werd gedrukt. Een seconde later werd alles zwart.

{ a/n; *dramatisch muziekje* TUM TUM TUUUUM. oeeeh, wat gebeurt er?! gehehe, ik heb al iets van 170 reads 👏 vet weinig lol. willen jullie een vote/comment achterlaten als je dit leest en het ook leuk vind? alvast bedankt hahah iloveyou all 💕 }

The Devil Makes ThreeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu