Hoofdstuk 6

120 18 10
                                    

Het eerste wat door de zwarte leegte in mijn hoofd doordrong was het geluid van een ronkende motor. Vervolgens voelde ik hoe ik op een trillend oppervlak zat en dat mijn armen, rug en nek zeurend pijn deden. Ik deed mijn ogen open maar zag nog steeds niks. Ik probeerde me te bewegen, maar merkte dat dat moeilijk ging doordat mijn hand op mijn rug zaten vastgebonden, en mijn enkels ook aan elkaar zaten vastgebonden. Ik kreunde even toen er een pijnlijke prikkel door mijn ruggengraat trok. 'Sydney?' klonk het ineens. Even kon ik de stem niet plaatsen maar toen- 'Oliver?' vroeg ik. Plotseling voelde ik een stekende pijn door mijn buik gaan. Voor zover ik het kon beoordelen had iemand me zojuist getrapt en ik jammerde. 'Sorry.' zei Olivers stem. 'Rotjoch, dat was mijn buik!' snauwde ik geïrriteerd. 'Sorry hoor. Toevallig zit jij al de hele tijd met je kont op mijn voeten!' reageerde hij eveneens geïrriteerd. 'Toevallig,' imiteerde ik hem. 'ben ik de hele tijd bewusteloos geweest.' 'Ja, en wie zijn idee was het ook al weer om op acht uur op het schoolplein te komen? Oh ja, volgens mij was jij dat.' snauwde hij. 'Hoe moest ik nou weten dat we zouden worden ontvoerd?!' riep ik gefrustreerd terwijl de gebeurtenissen van net langzaam weer tot me doordrongen. 'HOU JULLIE KOPPEN DICHT!' bulderde een lage stem van voor uit de auto. Ik hoorde Olivers mond zachtjes dichtvallen, hij had blijkbaar op het punt gestaan om een, ongetwijfeld gemeen, antwoord naar mij de schreeuwen. De rit duurde nog ongeveer een half uur, voor zover ik kon inschatten, en toen kwam de auto (of bus, wat het ook was) eindelijk tot stilstand. Oliver en ik waren na ons 'gesprek' de hele weg stil gebleven. Een deur werd opengeschoven, wat mij deed vermoeden dat we in een bestelbusje hadden gezeten. 'Opstaan.' zei dezelfde stem als die we eerder hadden gehoord op een ijzige toon. 'Dat zal moeilijk gaan, want mijn enkels en handen zitten vastgebonden en er zit een blinddoek voor mijn ogen.' zei ik brutaal. 'Opstaan, zei ik, verwend nest dat je bent. Het kan me niet schelen hoe je het voor elkaar krijgt.' De toon was zo ijzig dat ik er bang van werd, en het liet mijn brutaliteit verdwijnen als sneeuw voor de zon. Ik schuifelde voorzichtig naar de kant van waar het geluid kwam en toen mijn benen het (waarschijnlijk) bestelbusje uitgleden. Moeizaam probeerde ik op te staan en toen dat eindelijk was gelukt hupste ik ongelukkig, pijnlijk en blind rond. Met een harde knal botste ik tegen iets hards aan, en ik besefte dat ik waarschijnlijk tegen een muur was gehupst. Uit de geluiden die achter me klonken kon ik opmaken dat Oliver ook uit het bestelbusje was 'gestapt' en dat hij ook ongemakkelijk vooruit probeerde te komen met aan elkaar gebonden enkels. Toen greep een ijzerend hand me bij mijn arm en werd ik meegetrokken. Half struikelend probeerde ik mijn ontvoerder bij te houden en ik kon nog maar net mijn evenwicht behouden. Achter me hoorde ik Olivers gestruikel en de zelfverzekerde passen van een man. Twee ontvoerders dus, dacht ik. Na een kort maar ongemakkelijk struikeltochtje werd ik op de grond geduwd en werd mijn blinddoek afgedaan. Een paar seconden later belandde Oliver naast me en ook zijn blinddoek werd weggehaald. We zaten in een donkere grijze ruimte met één raam, en aan het licht dat daar doorheen scheen kon ik opmaken dat het midden in de nacht moest zijn. Op de plek waar een deur had moeten zitten stond een ijzeren hek, wat de ruimte erg op een gevangeniscel deed lijken. Onze twee ontvoerders stonden aan de andere kant van het hek, maar ze stonden in het donker gehuld waardoor ik geen gezichtscontouren kon onderschijden. 'Dus. Waar dachten jullie dat jullie mee bezig waren?' Dat was dezelfde stem als die we in het busje hadden gehoord. 'Wat bedoel je?' vroeg Oliver brutaal. De man zuchtte en moest blijkbaar moeite doen om niet te gaan schreeuwen. 'Ik vroeg waar jullie mee bezig waren, toen jullie dachten dat jullie zomaar een dossier van ons konden stelen, klein rotjoch.' Ik werd bleek. Ze wisten het. 'We waren gewoon nieuwschierig,' mompelde Oliver. 'En toen we die blaadjes zagen liggen waren we benieuwd wat erin stond.' Hij acteerde goed, dat moest ik toegeven. Hij sloeg precies de goede toon aan, een mix van onschuldigheid en brutaliteit. De man snoof verontwaardigd. 'En dat moet ik geloven? Jullie zijn gewoon een stom stelletje snotneuzen!' 'Ja, en jullie zijn een drugsbende!' riep ik en ik had meteen spijt toen ik het had gezegd. Ik sloeg snel een hand voor mijn mond en Oliver wierp me een boze blik. Tot mijn verbazing begon de man te lachen, terwijl de andere nog steeds stil stond en niks zei. De man bleef doorlachen en vanaf mijn plek leek het net of hij ook even tranen uit zijn ogen moest vegen. 'Wij? Een drugsbende?' hikte hij. 'Zijn jullie nou echt zo dom? Ik dacht dat jullie iets van ons wisten, maar het tegendeel blijkt.' Hij moest weer even lachen, het was een rare lach en te hoog voor hoe hij normaal praatte. Ik keek even naar Oliver en in het vage licht zag hij er net zo verslagen uit als ik me voelde. Toen ik dat krantenartikel van de New York Times had gelezen dacht ik het zeker te weten. Alles leek te kloppen. Maar nee dus, en nu waren we weer terug bij nul. Natuurlijk hoorden deze twee mannen wel bij degenen die Avery Rush hadden vermoord, het enige probleem was dat we geen bewijs hadden. We hadden niks, alleen een dossier waar informatie instond over vliegtuigen en een traumatische herinnering aan een lijk. Ik liet mijn schouders hangen. Ik was er zó van overtuigd. De man begon te praten, nu weer serieus. 'Maar goed, nu jullie toch niks blijken te weten kunnen we jullie net zo goed laten gaan, anders maken we onzelf toch alleen maar verdacht,' Mijn hart sprong op. 'Komende ochtend zetten we jullie om acht uur af bij jullie school, en ik zou je mond maar dichthouden, want wij hebben spionnen. Overal.' Dat laatste zei hij zo dreigend en zelfverzekerd dat ik er bang van werd. 'Probeer nog wat te slapen, stelletje sukkels.' bromde de man. Toen liep hij weg en de andere man volgde. Ik ging tegen de koude muur aan zitten en wou net mijn ogen dicht doen toen Oliver begon te praten. 'Waarom moest je dat nou zeggen van die drugsbende?! Jij praat echt altijd je mond voorbij hè, Sydney Evans.' Ik vond het vreselijk als ik met mijn voor- en achternaam werd aangesproken, zeker als het Oliver was. 'Nou, Oliver Moore, als ik mijn mond niet voorbij hadden gepraat hadden we hier misschien nog wel eeuwen vastgezeten!' zei ik boos. 'Maar dat betekend niet dat het slim was! Ze denken nu helemaal dat wij van die stomme scholiertjes zijn. Hoorde je niet hoe hij ons noemde? Snotneuzen! En ik laat me écht geen snotneus noemen, hoor!' Hij klonk net zo boos als ik. 'Ik ga slapen.' zei ik kortaf. Het laatste waar ik nu zin in had was ruzie maken, en met Oliver kon ik altijd prima ruzie maken. 'Ja, loop maar weg van je problemen, daar ben je geweldig goed in.' zei hij minachtend. Ik negeerde die opmerking, maar kon niet ontkennen dat het pijn deed. Het klopte inderdaad dat ik in het begin niet verder wilde zoeken naar wat er met Avery Rush was gebeurd, maar volgens mij was ik nu toch echt ontvoerd, juist omdat ik dat probleem wilde oplossen. Oliver was zo'n onmogelijke jongen. Ik haatte hem echt vanuit de grond van mijn hart. En dat is knap want ik ben geen persoon die iemand snel 'haat'. Ik ging op de grond liggen, sloot mijn ogen en probeerde mijn hoofd leeg te maken. Tevergeefs. De afgelopen nacht bleef zich maar voor mijn geest afspelen. Hoe we geblinddoekt in die auto zaten, en hoe we daarnet werden gekleineerd door die man. Al met al niet iets waar je graag aan terugdenkt. Maar ik besefte wel dat Oliver en ik in iets heel serieus verstrikt waren geraakt, iets waarin genade en meededogen geen rol speelden. Iets waarin mensen werden ontvoerd en waarin moorden werden gepleegd. En ook besefte ik dat Oliver en ik samen moesten gaan werken. Écht samenwerken. We moesten elkaar leren vertrouwen, want niemand anders zou ons geloven. We moesten dit met zijn tweeën oplossen.

a/n; hiiii, hoe vonden jullie net? ooh sydney en oliver zaten helemaal op het verkeerde spoor! niet echt slim :o maarja, ze worden weer vrijgelaten, en sydey wil het koste wat het kost oplossen! vote / comment / follow ? (btw ik heb nu 199 volgers, de 200e volger krijgt follow back! (;)

The Devil Makes ThreeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu