7- Aangenaam

142 6 1
                                    

Een uur later loopt Sara het kantoor van Sneep uit. Sneep had haar allemaal dingen over haar verleden gevraagd maar Sara had hem niet veel informatie vrij gegeven. Ze wilt liever niet over haar verleden praten en al helemaal niet over haar familie. Sterker nog ze weet niet eens wie haar familie is. Ze probeert al jaren te achterhalen wie haar familie is maar het is en blijft een doodlopend spoor alsof het zo moet zijn. Maar dit jaar gaat daar verandering in komen en Harry, Ron en Hermelien gaan daar mee helpen dat weet Sara zeker. In sneltrein vaart loopt ze richting de leerlingenkamer. Als ze voor het schilderij staat zegt ze het wachtwoord en ze loopt de leerlingen kamer in waar Harry, Ron en Hermelien voor het haardvuur zitten. Soms voelt ze zich een beetje buitengesloten omdat hun band steeds sterker wordt en Sara valt daar een beetje buiten. Wanneer Sara binnenkomt loopt ze naar het drietal toe en gaat naast Harry op de bank zitten. ' Sara heb je Sneep in de gaten gehouden?' Begint Ron meteen. ' Ja dat heb ik.' Zegt Sara. ' En heb je iets verdachts ontdekt dat Sneep kan koppelen aan het pakketje?' Gaat Hermelien verder. Sara zucht ' Nee jammer genoeg niet, Sneep was even tien minuten weg en toen heb ik in zijn bureau en kast gekeken maar ik heb niks gevonden.' Het gedeelte over de foto van Harry's moeder laat ze achterwegen want op de een of andere manier voelt het niet helemaal lekker om daarover te praten en daarbij vertellen Harry, Ron en Hermelien Sara ook niet alles. ' Jammer' zegt Harry teleurgesteld. Sara knikt en staart in het vuur dat rustgevend knettert. ' Ik ga slapen' zucht Sara. Het drietal knikt en wenst Sara welterusten. Langzaam staat Sara op en loopt naar haar slaapzaal. Ze trekt snel haar pyjama aan en stapt in bed. Ze staart naar het donkere plafond boven haar. Al snel voelt ze tranen in haar ooghoeken prikken. Ze wilt helemaal niet huilen. Er spoken honderden vragen door Sara's hoofd. Waarom mag niemand mij? Waarom heeft Sneep een foto van Lilly op zijn kantoor staan? Wie ben ik?

De volgende ochtend is Sara al vroeg wakker. Hermelien slaapt nog. Sara probeert zo snel mogelijk de kamer te verlaten zonder dat Hermelien wakker wordt. Sara verlaat al snel de leerlingen kamer er loopt door de lege gangen van Zweinstein. De gang hangt vol met schilderijen van oude heksen en tovenaars. Allemaal hebben ze hun eigen verhaal en Sara vind het interessant om naar de schilderijen te kijken. Wat zou de geschilderde persoon allemaal hebben mee gemaakt? Kom ik later ook ergens aan de muur te hangen als ik er niet meer ben? Sara krijgt de kriebels van die gedachte. Ze wilt nog niet denken aan de dood. Ze was onderweg naar de grote zaal om wat te gaan eten maar eigenlijk heeft ze helemaal geen honger. Ze besluit om een rondje te gaan wandelen buiten. Ze wandelt over het zandpad en ze kijkt over het zwarte meer. Het is fijn om wat afleiding te hebben. Ze hoort de vogeltjes fluiten en ze ziet een mama volgel met haar baby vogeltjes. Sara glimlacht. Ze houd van de natuur want daar wordt ze niet buitengesloten zoals op school. Ze neemt plaats aan het water op het gras naast een boom. Ze leunt tegen de boom aan en ze denkt over vroeger. Tranen komen omhoog. Ze wilt helemaal niet huilen, ze wilt sterk zijn zoals ze altijd is geweest. Ze voelt dat er warme tranen over haar wang lopen. Ze veegt ze af met haar mouw die door al de tranen nat is geworden. ' Hoezo kan ik nooit goed genoeg zijn? ' fluistert Sara in zichzelf. ' Omdat je te hoge eisen voor jezelf opstelt.' Hoort ze een onbekende stem achter haar zeggen. Sara draait zich snel om en ze ziet een jongen staan. Hij heeft bruine krulletjes en kuiltjes in zijn wangen. Ze heeft hem nog nooit gezien. ' Sorry wie ben jij?' Zegt Sara met een geschokt gezicht. ' Ik ben Bram, ik zit nu in het tweede jaar in Ravenklauw.' Antwoord de jongen met een glimlach. ' Ben je me achtervolgt hierheen?' Vraagt Sara. De jongen antwoord niet en Sara's hart begint sneller te kloppen. Wat wil hij van haar? ' Nou?' Vraagt Sara nogmaals. Na een stilte knikt de jongen langzaam. Sara staat direct op en deinst achteruit. Ze heeft hier een heel slecht gevoel over. Omdat ze zo'n grote stap naar achter maakte was ze even vergeten dat ze aan de waterkant stond. Met een harde plons valt ze in het water, ze gaat kopje onder. Wanneer ze boven komt is ze van top tot teen doorweekt. Bram komt snel op haar af gerent en hij trekt haar uit het water. ' Sorry ik wilde je niet laten schrikken.' Zegt Bram. ' Het maakt niet uit.' Zegt Sara met een klein stemmetje. Ze wilt hier zo snel mogelijk weg. Ze voelt dat ze zichzelf echt voor schut heeft gezet. Bram kijkt Sara met een fronsend gezicht aan maar dan doet hij iets wat Sara niet had verwacht. Hij springt ook het water in en gaat expres helemaal kopje onder. Wanneer hij boven water is en weer op het vaste land zit zegt hij ' zo nu staan we quite.' Sara moet erom lachen dit vind ze heel lief. Ze steekt haar hand uit en ze schut zijn hand. ' Aangenaam ik ben Sara Draaimauw.' Bram glimlacht en zegt dan ' Aangenaam Sara, ik ben Bram de Vries.'

I am a Snape Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu