Zwart en rood. Stemmen. Iemand die tegen me schreeuwt. Ik probeer mijn ogen open te doen, maar het lukt niet. Duizenden mannetjes hangen aan mijn wimpers en zetten alles op alles om mijn ogen dicht te houden. Een keiharde gil haalt me uit mijn dromen. Ik schiet overeind, maar voel meteen weer die stekende hoofdpijn. Als een reflex sluit ik mijn ogen, en ik merk dat ik weer weg zak. Dat is fijn, zonder hoofdpijn en zonder gegil. Maar dan hoor ik het weer, alleen deze keer nog veel erger. Een gil snijdt mijn hart in stukken en het lijkt alsof mijn hoofd openbarst. Ik schreeuw om stilte en ik hoor in de verte iemand boos iets terug roepen. Met enorm veel inspanning probeer ik wakker te worden. Ik doe nog meer mijn best en mijn ogen vliegen open, als de vleugels van een vlinder. Maar als ik om me heen kijk wil ik dat ik nooit was wakker geworden. Het is een ravage. Chaos.