Hoofdstuk 54

74 5 1
                                    


Chantal

Nadat Willow eindelijk weer op twee poten in plaats van twee klauwen staat gaan we naar het huis van haar clan. Willow loopt met hoge staart binnen. Op haar aanraden loop ik naast haar, met Seniera links achter me. Denise neemt plaats rechts achter me en de rest loopt er achter aan. Willow loopt naar een hoger gelegen hol, gemaakt in een van de heuvels. Een mannelijke katachtige, die de print van een poema heeft, zit daar op een stenen troon. Bij binnenkomst begroet hij Willow. 'Willow! Ik ben blij je terug te zien. En je hebt niet een van ons dood laten gaan! Ik ben serieus trots op je!'

Willow is een beetje afstandelijk. 'Hey, clanleider James. Hoe gaat het vandaag met je?'

De clanleider, die blijkbaar de naam James draagt, omhelst Willow. 'Goed, nu ik jou weer zie. Maar wie zijn deze mensen en, jakkes, draken?'

Willow weet haarzelf tussen de gespierde armen van James vandaan te wurmen. Dan wijst ze naar mij. 'Dat is koningin Chantal. Ze is de koningin van de draken en de dwergen. Degene die voor jou rechts achter haar staat is haar dochter, Seniera, en aan de andere kant staat haar generaal, Denise. Ze hebben vandaag het gebied Korkarlia verslagen. Eigenlijk heeft Chantal dat gedaan, maar de meiden hebben af en toe geholpen. Die draken zijn haar volgelingen.'

James loopt naar me toe om me te omhelzen, maar ik hou een geklauwde hand omhoog. 'Als je gehecht bent aan je armen dan blijf je van me af. Ik ben geen knuffelbeest. Voor de rest wil ik melden dat de meiden en ik voorlopig even blijven in dit gebied, terwijl we op dagelijkse basis de gebieden aan zullen vallen die jullie niet aan kunnen. Daarna gaan we terug naar de dwergen om vanaf daar het volgende gebied aan te vallen. En ik hoop voor de dwergen dat hun werk het dan wel volhoud.'

James stapt onzeker achteruit. Denise stuurt me een blik die zegt dat ze het er niet mee eens is. Ik haal licht mijn schouders op, om aan te geven dat het me niet interesseert. James lijkt dan te registreren wat Willow gezegd heeft. 'Wacht. Jij hebt alleen Korkarlia verslagen? Het gebied dat het moeilijkste is van dit hele rijk? Hoe?'

Ik haal mijn schouders weer op, alleen nu wel zichtbaar voor James. 'Ik ben al ver in level honderdvijftig. Alles is een makkie voor me. Die draken van me zijn daarnaast meesters op hun specialisatie gebieden, dus dan is het geen probleem. Heb je trouwens nog een gebied met draken voor me? Ik wil graag een draak binden morgen. Misschien twee. Of drie. Of een kudde. Hoe dan ook, ik wil graag wat meer draken hebben om voor me te vechten.'

Seniera legt een hand op mijn schouder. 'Maar moeder, waarom wil je dat ineens? Zijn Siceria en de rest niet sterk genoeg? Zijn wij niet sterk genoeg?'

Ik schud mijn hoofd. 'Het gaat er niet om dat jullie niet sterk genoeg zijn. Het gaat erom dat ik de katachtige kan leren wat vechten is. Niet in een kudde maar individueel. Van wat ik van ze gezien heb zijn ze amper sterker dan de dwergen voor ik ze onder handen heb genomen.'

Denise zucht. 'Daar heb je verdraaid veel gelijk in. Ik denk dat katachtige met level vijfentwintig al bijzonder zijn. Misschien level dertig voor spierbal daar.'

James kijkt ons verontwaardigd aan. 'Wat? Ik heb mijn clan, want zo heet het eigenlijk en niet kudde, zeer succesvol geleid in de gebieden die we konden aanvallen. We hebben alles bevochten wat we konden bevechten. Het is wonderbaarlijk dat we zoveel hebben kunnen doen!'

Willow knikt een beetje schuldig. 'Tja, dat is wel waar. Zeker met de Roodogen die proberen onze gebieden af te pakken.'

Nu ben ik nieuwsgierig. 'Wacht, roodogen? Wie zijn dat nou weer?'

Willow draait haarzelf om. 'Wij zijn niet de enige clan. Elke clan heeft iets wat de clanleden bij elkaar houd. Wij van de bloedtijgers zijn om de een of andere reden allemaal familie van elkaar. Bloedbanden, noemen ze het. De roodogen, of de Bloedkrijgers, zoals ze zichzelf noemen, hebben allemaal rode ogen. Dan zijn er nog de Doodklauwen, die het verst van ons af zijn, die hebben allemaal langere klauwen. We werken soms met ze samen. Vooral Hebbel, hun leider, is erg meegaand. Dan zijn er nog twee clans, maar ik ben vergeten hoe ze heten. Hoe dan ook, we werken samen, maar niet allemaal samen.'

Ik kijk Denise aan. Die lacht zich een deuk. Ook Anouk en Julia proberen hun lach niet te onderdrukken. James kijkt me vragend aan. 'Waarom lachen ze? Wat is er zo geinig?'

Ik werp nog een blik op de meiden voor ik het uitleg. 'Toen we aankwamen in het rijk der dwergen zagen we dat de dwergen individualistisch zijn. Ze werkte alleen samen als er iets serieus uit te halen viel. Toen we aankwamen werden ze geteisterd door een mysterieus wezen dat alle wapens stal. Diezelfde avond ving ik dat wezen en nu vecht het voor me. Toen vroeg ik de dwergen hoe het kan dat een draak zo groot als dat de smidses elke avond binnen kon dringen en alle wapens kon stelen. Bleek dat ze niet samen werkte. De volgende dag begon mijn werk als koningin.'

James is nu de weg kwijt. 'Wat wil je doen? De clans verenigen onder een leider? Dat gaat je nooit lukken. De roodogen zijn een en al ellende. Die werken nooit mee.'

Denise zet haar rugzak voor haar neer. 'Niet als je gaat dreigen. Maar als je iets hebt wat ze willen hebben dan zijn ze een en al oor.'

Het FantasiespelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu