Hoofdstuk 9, Mysterie

7 3 1
                                    

Ik ben waarschijnlijk de hele schooldag stil geweest, want Eline zei ook niks en meestal was zij degene die begon met praten. Tijdens de bloementuinclub had ik ook niks te zeggen. Jonna werd daar boos over.
Ik zat er erg mee. Ik had medelijden met mijn broertje. Ik wilde liever dat mijn moeder mij sloeg, in plaats van mijn broertje. Aan de andere kant ook weer niet, want ik wist hoe hard ze kon slaan. Het was vreselijk om zo over je eigen moeder te denken. Als ik om me heen keek, zag ik allemaal vrolijke kinderen met liefdevolle moeders. Ik wilde dat ook. Maar moeders kon je niet inruilen of kopen.
Een paar weken later waren we aan het oefenen voor de eindmusical. Ik zat te kijken hoe de anderen het deden. Ineens was Eline weg. Ik keek om me heen en zag de moeder van Eline de deur van de lerarenkamer sluiten. Zou Eline daar bij zijn? dacht ik bij mijzelf. Ik bleef nog even kijken, maar de deur ging niet meer open. De bel ging en we moesten weer terug naar ons lokaal. Eline was er niet. Ze móest daar wel zijn. Ik vroeg me af wat ze daar deed.
Even later kwam ze de klas weer in. "Waar was je?" vroeg ik zogenaamd verbaasd. "Even wat bespreken over mijn rapport." antwoordde Eline kortaf. "Oh," gelukkig, dacht ik.
Een paar weken later werd ik door een mevrouw uit de klas gehaald. Ik schatte haar rond de 60, ze had lichtbruin haar met soms wat grijs er doorheen, heftige rimpels en ze bleek Corrie te heten. Een schoolverpleegkundige was ze. Ze nam me mee naar hetzelfde kamertje waar Eline waarschijnlijk zat.

Joy is mijn naam!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu