hoofdstuk 1

436 13 3
                                    

POV Mia Smith

Mijn wekker gaat. Helaas. Elke avond hoop ik dat mijn ouders de wekker uitzetten omdat ze vinden dat ik wel wat rust heb verdient, en de volgende morgen dan naar school bellen om te zeggen dat ik ziek ben. Het gebeurt nooit. Ik druk mijn wekker uit en ga overeind zitten. Maar, vandaag zal niet zo rampzalig worden als de andere dagen, want het is vandaag vrijdag. En vanmiddag ga ik met mijn ouders en mijn elfjarige broertje Oliver op vakantie naar het caribische eilandje Gerona. Ik sta op en loop naar de badkamer Als ik heb gedoucht, loop ik naar mijn inloopkast. Ja, dat heb ik. Mijn ouders werwennen mij en Oliver ontzettend. Omdat ze van ons houden, neem ik aan. Ik kijk uit het raam. Het zal wel warm worden, het is immers hartje zomer. (Meestal heb je in hartje zomer volgensmij al vakantie, maar nou ja!) Ik pak daarom uit mijn kast een wit shortje, en een grijs superdry shirtje met korte mouwen en roze tekst erop. Als ik dat aan heb pak ik mijn grijze vans. Vans is zoiezo mijn favo merk schoenen, ik heb ze in bijna alle kleuren. Ik borstel mijn lange blonde haren en stop ze in een hoge paardenstaart. Als ik eyeliner, mascara en blush op heb gedaan pak ik mijn mobiel en loop naar beneden. Mijn ouders liggen net zoals Oliver nog in bed, merk ik op. Pap en mam hebben vandaag vrijgenomen, aangezien we vanmiddag op vakantie gaan, en Oliver heeft al zomervakantie. De bofkont. Ik maak ontbijt en lunch, en ga daarna aan de keukentafel zitten om mijn ontbijt op te eten. Dan krijg ik een whatsappje. Ik lach, het is van mijn beste vriendin cady. Heeyy schattie, ik ben er over tien minuten, tot zo!! Xx. Cady woont bij mij om de hoek, en aangezien onze middelbare school twee straten verder is, lopen we altijd samen naar school. Snel stuur ik iets terug: hoii is goed! Xx. En inderdaad, tien minuten later gaat de bel. Ik pak mijn rugzak, en kijk nog even in de spiegel. Mijn spiegelbeeld kan er mee door. Ik doe de deur open, en kijk mijn beste vriendin aan. Cady's donkere krullen hangen over haar schouders. Ze zijn zo lang dat je nauwelijks meer haar wit het blauwe abercrombie shirtje ziet. Daaronder draagt ze een spijkerbroekje, en witte all-stars. Haar witte kleding steekt fel af tegen haar gebruinde huid. Ik begroet haar, en doe de deur achter me dicht. Onderweg zie ik dat Cady's rugzak net zoals die van mij niet helemaal dicht kan. Zelfs de laatste dag hebben we nog heel veel werk te doen. Natuurlijk weten Cady en ik dat alle meisjes die de laatste trends volgen op dit moment een cowboysbag hebben, maar Cady en ik zijn niet zo. We dragen natuurlijk wel make-up, en praten op de WhatsApp overdreven snoezig tegen elkaar, maar we zijn echt geen huppelkutjes, zoals de andere meisjes op onze school. (Ja, als je denkt dat je het woord huppelkutjes ergens van kent, dan klopt dat. Ik heb het van Dreadlocks en lippenstift, het boek van Maren Stoffels. Haha, ik had zin om dat woord te gebruiken!) Huppelkutjes zijn van die meisjes die een kilo make-up op hun gezicht hebben, en alleen maar jurkjes en rokjes dragen. Ik ben heel soms van de jurkjes, maar totaal niet van de rokjes. Nooit geweest, en het zal ook nooit gebeuren. Ik kijk opzij naar Cady. Zij is de mooie van ons twee. Met haar donkerbruine krullen die altijd glanzen, groen-bruine ogen en prachtig figuur is het altijd Cady die wordt gevraagd om aan de populaire tafel te zitten. Ik wordt nooit gevraagd. Waarom? Omdat ik niet aan chearleaden of hockey doe. Ik doe aan voetbal. En aangezien dat op mijn school een jongenssport is, ben ik raar. Inmiddels zijn we bij school aangekomen. Ik hoop dat deze dag snel voorbij gaat, want dan gaan we naar Gerona.

my sister the prinsessWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu