Hoofdstuk 3

39 5 0
                                    

De zweep zwiepte over de blote rug van de vrouw. Ze gilde het uit. 'Stop, stop alsjeblieft, het zal niet meer gebeuren!' Een kwaadaardige lach vulde de grot. 'Jij dom wezen. Je bent te laat. Blijkbaar heb je nu pas hersenen gekregen. Helaas heeft dat geen nut meer.' Een in een zwarte mantel gehulde figuur kwam de grot binnen lopen. Een zwarte kap zorgde ervoor dat er geen gezicht zichtbaar was. De gedaante liep naar de vrouw toe. Een hand met lange nagel flitste uit een van de lange mouwen en liet een diepe snee achter op het gezicht van de vrouw. 'Ik ben niet achterlijk. Dacht je nou echt dat je mij voor de gek kon houden? Ik heb ogen en oren overal. Ik weet wat je doet. Ik weet wat je niet doet. Dat heb ik je verteld. Heb je wel een geheugen?' De vrouw knikte. 'Ja, ik heb wel een geheugen.'  Zwijg! bulderde de figuur. 'Laten we eens gaan kijken of dat daadwerkelijk zo is.' De vrouw op de grond trok wit weg. 'Maar, hoe wilt u dat gaan doen dan? vroeg ze angstig. Onder de zwarte kap schitterden de ogen van het wezen kwaadaardig. 'Daar zul je vanzelf wel achter komen,' zei het zachtjes. Met een onmenselijke kracht trok het in een beweging het hoofd van het lichaam. Het wezen snoof diep en liet een genietend geluid horen. 'Hmmm... bloed...' lispelde het. Het keerde het hoofd om en zette het uiteinde van de hals aan zijn mond. Het dronk. Het smakte. 'Zalig. Eindelijk weer vers bloed.'  

Ineens draaide het zich om. Een walgelijk wezen kwam uit de schaduwen van de grot tevoorschijn. Het was half wolf en half mens. De schurftige vacht zat vol met doffe plekken en de slagtanden waren geel. Rode ogen glansden koortsachtig bij het zien van al het bloed. Uit de bek van het wezen kwam de vreselijke geur van rottend vlees. 'Wat moet je, Vladimir.' snauwde de in het zwart gehulde gedaante. Vladimir leek ineen te krimpen bij het horen van de stem. 'Ik hoorde dat u me wilde spreken,' zei het eerbiedig. 'Niet nu, domme hond. Zie je niet dat ik aan het drinken ben!? Bij de naam van god wat stink jij uit je bek zeg, walgelijk gewoon. Is het zo moeilijk om vatsoenlijk te leven!? Door jou heb ik geen dorst meer. Kom straks maar naar mijn kamer. Maar poets alsjeblieft eerst je tanden want ander val ik straks nog flauw.' De zwarte gedaante gooide het hoofd op de grond en vertrok.

Verlekkerd staarde Vladimir naar al het bloed dat er lag. Zou hij...? Aarzelend keek hij om zich heen. Toen hij zeker wist dat hij alleen was sprong hij op het bloed af. Hij ging op zijn knieën zitten en een zwarte, gevorkte tong werd zichtbaar terwijl het afzichtelijke wezen gulzig het bloed van de vloer af likte.

Aiden staarde diep in gedachten verzonken uit het raam. 'Aiden. Aiden, ik vroeg je wat.' De schelle stem van mevrouw Veldt,  zijn geschiedenisdocente haalde hem terug naar de realiteit. 'Oh sorry mevrouw. Ik hoorde u niet.' Minachtend keek ze op hem neer. 'Meer opletten, jongeman. Je cijfers zijn al niet zo best.' Aiden stond op van zijn stoel. Hij was net zo lang als zijn docente. 'Dat weet ik ook wel, siste hij haar toe. 'Waarom doe je er dan niets aan?' zei mevrouw Veldt vinnig. Aiden voelde woede opkomen. 'Ik doe wat ik kan, maar gezien het feit we zo'n waardeloze docente als u voor dit oersaaie vak hebben is het nogal moeilijk mijn aandacht erbij te houden. En als u er nou nog een beetje normaal uitzag zou het misschien nog wel te doen zijn, maar u ziet eruit als een zak aardapelen.' Mevrouw Veldt perstte haar lippen zo hard op elkaar dat er alleen nog maar een smalle streep zichtbaar was. 'Hoe durf jij zo'n toon tegen mij aan te slaan. Wie denk je wel niet dat je bent zeg!' 'Dat zou ik ook aan u kunnen vragen, zei Aiden geïrriteerd. U bent gewoon onze slechte docente, maar u doet alsof u de koningin van de wereld bent.' 'Genoeg,' riep mevrouw Veldt. Ga er maar uit, ik heb het helemaal gehad met jou! Minachtend keek Aiden op haar neer. 'Eindelijk, ik dacht dat u het nooit zou vragen.' Driftig liep hij het lokaal uit. Zijn klasgenoten begonnen te mompelen. Het laatste wat Aiden opving voordat hij de deur achter zich dichtsloeg was: "Zag je dat? Zijn ogen waren rood."

The Sleeping KillerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu