Hoofdstuk 7

28 3 0
                                    

Aiden droomde. Hij stond in een veld vol met kleine wezentjes. Kleine wezentjes met grote blauwe ogen. Hun huid had een gezonde roze gloed en hun haar was zacht en vol. Ze hadden geen schoenen aan. Hun voeten waren groot in vergelijking met de rest van hun lichaam, en de middelvingers van hun handjes waren net iets langer dan normaal. De jongens hadden groene blouses en broekjes aan, de meisjes rode jurkjes. Het waren vrolijke en vriendelijke... mensjes? Aiden wist niet zo goed hoe hij ze moest noemen.

Een wezentje maakte zich van de vrolijke massa los en kwam naar hem toe. Zijn blouse hing losjes om zijn dunne lijfje. "Hallo Aiden." Zijn stem was verbazingwekkend laag. Er kwam een ander bijstaan. Een meisje deze keer. Ze zei niets, maar ze keek Aiden nieuwsgierig aan. "Hallo," zei Aiden. Het voelde een beetje raar om met wezens te praten die die niet hoger kwamen dan halverwege zijn dijbeen. "Wat zijn jullie eigenlijk?" Vroeg hij. "Wij zijn Gremblins." De meisjesgremblin had nog steeds geen woord gezegd, maar ineens begon ze te gillen. Het geluid was hoog en hard. Het ging door merg en been. Aiden had het gevoel dat zijn trommelvliezen gingen scheuren en zonk ineen op de grond, terwijl hij zijn oren zo goed mogelijk bedekte met zijn handen. Het ging maar door. Toen hoorde hij een *plop* en was de Gremblin verdwenen. Er ontstond een chaos. Voorzichtig haalde hij zijn handen voor zijn oren weg en keek naar alle kleine Gremblins die door elkaar heen renden. Ze schreeuwden naar elkaar in een onverstaanbaar taaltje.Alleen de Gremblin die met Aiden had gepraat bleef rustig staan en keek naar de andere Gremblins. Ineens stopten ze allemaal tegelijk met rennen, waardoor sommigen tegen elkaar aan knalden en op de grond vielen. Ze keken allemaal naar Aiden en begonnen ze te juichen. Ze kwamen op hem af en tilden hem op. "Zet me neer." Maar de Gremblins negeerden hem. Ze dansten en juichten alsof hun leven ervanaf hing. Verwonderd keek Aiden naar beneden. Een Gremblin klom op de schouder van een ander en hing hen een bloemenkrans om. De bloemen geurden heel zwaar en Aiden werd duizelig. Langzaam werd het zwart voor zijn ogen en hij voelde dat hij begon te vallen. De Gremblins om hem heen begonnen gehaast te piepen. Aiden voelde dat hij op het zachte mos van de vallei werd neergelegd, daarna raakte hij buiten bewustzijn.

Toen hij wakker werd uit zijn droom, kreeg Aiden de schrik van zijn leven. Op zijn nachtkastje zat de Gremblin met wie hij in zijn droom had gepraat. Hij zwaaide met zijn benen heen en weer, maar toen hij merkte dat Aiden wakker was keek hij op. Zijn grote blauwe ogen stonden verdrietig. "Je moet ons helpen. Je moet ons allemaal helpen. Jij bent uitverkoren." Aiden verslikte zich bijna. "Waar heb je het over? Hoe moet ik helpen dan? En hoezo ben ik uitverkoren?" De Gremblin keek naar zijn grote voeten. "Jij bezit een kracht. Een kracht zo sterk dat die heel Fairymea kan vernietigen als die in de verkeerde handen valt." "Wat is Fairymea?" Vroeg Aiden. "Dat is het land waar ik vandaan kom. Het is prachtig en het is een thuis voor veel vriendelijke wezens. Maar nu is er een probleem. Ons land grenst aan een donker, dood en verwelkt gebied. Een gebied dat zo dor en door verrot is dat geen plant er kan groeien. Daar wonen slechte schepsels. Zo slecht dat zelfs het zonlicht er nauwelijks durft te komen. Het heet Styxx. In het middelpunt van het land ligt de Hel, de Onderwereld. Het land wordt bestuurdt door iemand die ons niet bekend is. Wij noemen hem De Schim. De Schim weet van jouw gave en wil je gebruiken om heel Fairymea en de andere eilanden in te nemen die in de buurt liggen. Jij moet hem stoppen Aiden, je bent onze laatste hoop." De Gremblin keek hem aan terwijl grote, glinsterende tranen over zijn wangen liepen. Aiden kauwde op zijn lip. Hij wist niet wat hij moest doen.

The Sleeping KillerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu