Hoofdstuk 3

100 13 0
                                    

Hèhè denk ik, eindelijk ben ik bij het ziekenhuis. Ik zet mijn fiets op slot en loop het ziekenhuis in. Als ik binnen kom wordt ik meteen vrolijk begroet door de receptioniste. 'Hallo lizzy, zegt ze. Alles goed?' 'ja hoor mevrouw.' Zeg ik beleeft terug. 'Je vader is naar een andere kamer verplaatst.' zegt de receptioniste. 'Je kan hem vinden op de 2de verdieping kamer 24.' 'Oké dankjewel!'zeg ik en loop de kant op waar de lift is. Ik weet precies waar ik moet zijn omdat ik in de tijd dat mijn vader hier ligt al bijna overal ben geweest omdat hij telkens van kamer wisselt. Wat soms best irritant is. Als ik bij kamer 24 ben doe ik voorzichtig de deur open, voor het geval dat mijn vader slaapt. Ik doe de deur verder open en zie dat mijn vader uit het raam kijkt. 'Hey pap, roep ik terwijl ik naar het bed toeloop.' 'Ha die Liz!' roept hij terug en we omhelzen elkaar. 'Gaat het goed?' vraag ik. Mijn vader zegt dat hij net een bestraling heeft gehad en zich daardoor een beetje misselijk voelt. Verder vertel ik hem over hoe het gaat op school en dat ik hem mis thuis en dat mama hem ook erg mist. 'Je moeder moet ook weer eens langskomen zegt hij.' 'Ik zal het doorgeven zeg ik,' en sta op. 'Ik moet gaan want anders krijg ik mijn huiswerk niet af, doei pap.' zeg ik en ik geef mijn vader een kusje op zijn wang. 'Doei Liz zegt hij en heeft me een aai over me bol.' 'Tot de volgende keer!' Zeg ik en ik loop de kamer uit, het ziekenhuis uit en pak me fiets en begin met een gelukkig gevoel aan de terugreis.

Lizzy (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu