Hoofdstuk 1

25 2 0
                                    

'Maar pap, ik wil niet naar Hogwarts. Al mijn vrienden zitten op ilvermorny waarom kan lucius niet, die zit toch al op hogwarts.'

JE HEBT GEEN ANDERE KEUS, DARLIN. DE HEER VAN HET DUISTER HEEFT JOU GEKOZEN. TENZIJ JE DOOD WIL ZOU IK MAAR DOEN WAT IK ZEG!
Hij schreeuwt het alsof zijn leven ervan afhangt.

Voordat ik ook maar iets kan zeggen is zijn hand al dichterbij. Hij slaat met al zijn kracht op mijn wang. Al snel vormt er zich een rode plek op mijn gezicht. Tranen rollen over mijn wangen. Mijn moeder en mijn broer kijken toe. Hulpeloos kijk ik naar hun. Eerst naar mama en dan naar lucius.

Lucius is altijd al bang geweest voor papa. Vroeger hoopte ik nog dat hij ooit mijn kant zou kiezen, maar daar ben ik al heel snel mee opgehouden.

Omdat ik niet verder vernederd wil worden ren ik naar boven. Ik draai de deur op slot en laat me zakken tegen de muur. Ik blijf net zo lang zitten totdat ik voetstappen hoor.

Eerst gaat de klink naar beneden en daarna wordt er geklopt op de deur.

'darlin doe open.'
Het is lucius die praat.

'nee, ga weg'

Het duurt lang voordat hij het begrijpt.
Rustig loopt hij weer terug naar beneden. Ik wacht nog een paar minuten en dan sta ik zelf ook op. Ik ga aan mijn kleine bureautje zitten. Ik pak een stuk perkament en veer en inkt. Ik begin met schrijven.

Lieve julia,

Ik schrijf deze brief omdat ik weg ga. Ik vertrek morgen naar een andere school. Het is niet mijn eigen keuze. Dat zou ik je nooit aan doen. Je bent verdomme mijn beste vriendin. Ik ga naar hogwarts voor de heer van het duister. Ik hoop dat je het snapt en dat je me vergeeft. Als je deze brief hebt gelezen vernietig hem dan gelijk. Niemand, maar dan ook niemand mag hier vanaf weten. Het is nu al gevaarlijk genoeg.

Ik wil dat je weet dat ik van je houd. Ik zal je nooit vergeten, in de hoop dat jij mij ook niet vergeet. Ik zal proberen om zoveel mogelijk contact te houden, maar ik ben bang dat dat niet gaat lukken. Hou je sterk.

Ik hou van je
Liefs
Darlin malfoy

Ik bind er een mooi wit lintje omheen. Ik bevrijd mijn uil uit haar kooi en geef de brief aan haar. 'je weet waar die heen moet he.'
Ze maakt een krasgeluidje en vliegt daarna weg uit het raam, de duisternis in.

***

Mijn koffers staan klaar in de gang.
Met grote tegenzin loop ik naar beneden. Papa, mama en lucius staan al te wachten bij de deur. Ik geef mama een stevige knuffel. Lucius omhels ik ook even. Papa knik ik alleen toe. Hij verdient geen afscheid.

Ik loop naar de voordeur toe. Ik draai me nog een keer om en dan verschijnsel ik naar perron 9 3/4

Ik ken niemand hier. Ik sleep mijn koffers achter me aan op weg naar de trein. Als mijn koffers in het ruim staan zoek ik een plekje. Er is nergens een lege coupé dus ik zoek er eentje met zo min mogelijk mensen erin. Uiteindelijk zie ik een coupé met maar twee mensen erin, een jonge met bruin haar en een meisje met rood haar.

'Mag ik erbij komen zitten'

Ik zie dat de jongen wil antwoorden maar het meisje is hem voor.

'natuurlijk, ga zitten'

Ik ga zo netjes mogelijk zitten, tegenover de jongen en naast het meisje.

'Ik ben lily' ze steekt haar hand naar me uit en dringt erop aan dat ik hem aanneem.

Ik schud haar hand. Ongemakkelijk kijk ik naar het plafond. Lily geeft de jongen een trap tegen zijn schenen. De jongen lijkt het niet te snappen dus seint ze met haar ogen naar mij.

'Uhm, ik ben james'
Hij kijkt erg naar beneden terwijl hij het zegt.

'En hoe heet jij?'
Lily kijkt me aandachtig aan.

Ik denk na. Mijn gedachtes zijn een puinhoop en kan niet meer fatsoenlijk denken.
'Uhm, darlin, darlin malfoy'
Ik zeg het zachtjes, bijna niet te verstaan. James kijkt me spottend aan en lily kijkt boos, boos naar James.
Ik wist wel dat dit zou gebeuren, ik was er enigzins op voorbereid. Maar toch hoopte ik op iets anders.

De verdere treinreis is de ongemakkelijkste treinreis die ik ooit gehad heb. James blijft steeds naar het gangpad kijken alsof hij iemand verwacht en lily probeert een gesprek te voeren. Dat is heel lief, maar ik verwacht niet dat we ooit vrienden zullen worden. Mijn gedachtes dwalen steeds af naar lucius. Hij zit nog lekker thuis. Hij zou pas later komen.

Na lange tijd stopt de trein. Ik ben ondertussen al omgekleed. We lopen met z'n alle de trein uit. Ik kijk mijn ogen uit. Het kasteel is immens groot. Er ligt een groot meer naast en er staat een grote beukwilg. Er komt een grote brede man aan lopen. 'alle eerste jaars en nieuwelinge volgen mij.' hij moet schreeuwen om over het geroezemoes uit te komen. Alle eerste jaars lopen hem achterna. Ik zeg nog gedag tegen lily en James en dan ga ik ook. We gaan met bootjes over het meer naar het kasteel. Ik blijf maar om me heen kijken.

Mijn gedachten razen door elkaar in mijn hoofd en even, heel even vergeet ik waarom ik hier eigenlijk ben.

undercover (on Hold) Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu