Hoofdstuk 6

77 0 0
                                    

Na alle verhalen over haar vriend te hebben aangehoord en nadat ook mijn laatste tissues uit de verpakking zijn gehaald, verteld ze me naar huis te gaan. Gelukkig. Ik houd van haar, geloof me als ik zeg dat ik van haar houd, zielsveel. Ze is m'n zus en onze jeugd was ook top.

Onze vader had altijd een goede baan, onze moeder werkte 3 dagen in de week en verder was ze huisvrouw en paste ze op ons. We woonden in een prachtig huis en zowel Loisa als ik hadden een prachtig kamertje om in te spelen en slapen. Eigenlijk hadden we een perfecte jeugd, we werden nooit gepest en hadden eigenlijk alles wat ons hartje begeerde.

Enkel dat gezeur van nu. Begrijp me niet verkeerd: Ze is geweldig, eigenlijk beter dan ik ben. Ze heeft een vriend en ze is in verwachtig van haar eerste kindje. Maar als ze deze dingen met haar vriend ging bespreken ging het vast een stuk beter tussen hun.

Ik zeg haar gedag en vertel haar dat ik haar snel weer spreek. Al weten we beiden dat het toch wel even gaat duren. Zodra ze de deur uit is besluit ik het huis hier en daar wat op te ruimen. Met een swingende afapeellijst en verschillende vrolijke nummers ruim ik alles op en haal ik overal een doekje overheen.

Als ik even bezig ben hoor ik de deurbel. Ik verwacht geen bezoek? Ik loop naar de deur en als ik hem net heb geopend beukt er iemand tegen de deue waardoor ik naar achteren deins.

Sian komt op dat moment binnen gestormt. Ik sper mijn ogen van schrik. Hij is aan het praten en dan bedoel ik schreeuwen en dat aan één stuk door. "HOE KUNNEN ZE?! STRAKS VLIEG IK ER UIT! IK HEB EEN VROUW, TWEE KIDS. IK HEB VERDOMME EEN GEZIN!" Schreeuwt hij uit. Hij heeft het duidelijk over de renovatie en reorganisatie van onze locatie.  Blijkbaar heeft elke afdeling de mail gehad. Ik ga naast hem zitten op de bank. "Ik denk niet dat ze je nu al kwijt willen hoor. Je werkt er pas drie jaar, je bent nog jong en kost dus minder. Daarnaast is de Commesaris er vandoor, wie weet krijg je die baan. Maak je niet druk." Vertel ik hem en ik meen het. Hij kijk naar de grond. "Ik snap het gewoon niet! We hebben te weinig mensen en toch vinden ze dat dit kan?" Zegt hij iets rustiger. Aan zijn stem te horen is hij niet alleen boos, hij is vooral onzeker. Ik probeer hem iets te sussen: "Het komt wel goed, wacht nu maar eerst morgen af. Morgen is het gesprek, je zult het wel horen." Hij knikt. "Wil je wat drinken?" Vraag ik om het onderwerp meteen weer te veranderen naar iets positiefs. Hij knikt "Een watertje vind ik prima." Ik knik en loop naar de keuken. Wanneer ik terug kom heeft Sian de televisie aan gezet en kijkt hij een documentaire over verschillende dieren. Ik zet het glas voor zijn neus en drink van mijn Ice tea.

Na een poosje gepraat te hebben over koetjes en kalfjes bedankt hij me en zegt hij me dat hij nu echt naar huis moet. Leonie zijn vrouw wacht op hem thuis. Ik vertel hem dat het geen punt is en dat hij altijd langs mag komen en welkom is. Na een flinke knuffel en een snelle gedag is ook hij de deur uit.

Het is zondag en eerlijk gezegd heb ik het nog nooit zo druk gehad op zondag met bezoekers. Als ik op de klok kijk is het al half 6. Ik ruim de spullen van mij en Sian op en warm mijn eten op. Omdat ik alleen woon maak ik niet elke dag vers eten. Integendeel ik eet iets twee dagen. Wanneer mijn stampot van gisteren is warm gemaakt, eet ik het vlug op.

Om 22.00 lig ik al in bed. Normaal lig ik veel later, maar vandaag ben ik gewoon echt heel erg moe. Ik zet een wekker omdat ik morgen moet werken en val binnen een kwartier in slaap...

Whenever.. (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu