Hoofdstuk 19

851 38 5
                                    

'H...hoe', stotter ik. 'Ik heb je zo gemist zegt hij en hij neemt me in zijn armen. Ik begin te huilen. 'Ik dacht dat je dood was zeg ik. 'Was ik ook bijna...', zegt hij. 'Je ziet er niet uit', zeg ik. Hij doet zijn pruik en nepbaard af. Nu kan ik hem pas echt geloven. Hij staat echt Voor me. Hij is niet dood. Kaj leeft. 'Wat is er gebeurt?', vraag ik. 'Nadat hij me had neergeschoten ging hij dus opzoek naar jou...Ik wil niet weten wat hij allemaal met je heeft gedaan, maar geloof me hij krijgt zijn straf. Hij schoot in mijn schouder, erg pijnlijk maar ik kon nog wel lopen met moeite. En hij was met jou bezig, dus dat gaf me voldoende tijd om weg te komen. Ik ben meteen naar een ziekenhuis gegaan en toen ik hoorde dat ik beter was ging ik zo snel mogelijk hierheen. Niet denken dat ik niet om je geef, omdat ik je alleen liet. Als ik was gebleven of met hem ging vechten terwijl ik een kogel in me schouder heb...dan was ik waarschijnlijk echt dood en jij voor je hele leven hier. Dat wou ik niet, dus ben ik weggegaan. Sorry', zegt hij. Ik knuffel hem. Ik wil hem nooit meer loslaten. 'Alleen ik heb 1 probleem', zegt Kaj. Ik kijk hem aan. 'Wat?', vraag ik. 'Ik ben hiernaartoe gekomen zonder plan', zegt hij. 'Heb je je mobiel bij je?', vraag ik. 'Nee, ligt nog in Duitsland', zegt Kaj. Ik denk na. 'Ehhhh....In de kantoor van T. staat een telefoon. Daarmee kan ik de politie bellen? Als ze dit zien hebben ze genoeg bewijs', zeg ik. 'Slim, alleen hoe krijg je T. uit zijn kantoor?', vraagt Kaj. 'Shit...', zeg ik. 'Gaat het goed daar', hoor ik Jason achter de deur roepen. Shit, hij is er ook nog. 'Ja', zeg ik subtiel. 'Ik weet iets', zegt Kaj. 'Vertel', zeg ik. 'Zeg tegen Jason dat ik hier ben, sowieso dat hij me dan wilt vermoorden...en ik hem natuurlijk...En zeg tegen T. dat we vechten, dat vind ie leuk om te zien', fluistert hij. 'Kan je het aan?', vraag ik. Hij knikt. Ik geef hem een zoen. 'Je kunt het', zeg ik. 'Wij kunnen dit', zegt hij. Ik glimlach.

Ik draai me om en klop op de deur. 'Wat is er?', vraagt Jason. 'Het is Kaj', zeg ik. Meteen gaat de deur open. Jason loopt naar binnen en staat oog in oog met Kaj. 'Ik dacht dat je nooit meer tevoorschijn kwam', zegt Jason. 'Ik moet wel, je moet gestraft worden voor je daden', zegt Kaj. Ohw god. Ik loop snel de kamer uit. Als de politie nu niet snel komt word het waarschijnlijk een gevecht om leven en dood. Ik ren naar het kantoor van T. en maak de deur open. Hij zit er in. 'Wat kom je doen?', vraagt hij. 'Kaj leeft nog en Jason heeft nu een gevecht met hem', zeg ik. 'Waar?', vraagt hij. 'In het.....', ik kan mijn zin niet afmaken, ik word onderbroken. 'Ik weet het al, ga terug naar je kamer', zegt hij en hij rent weg.

Snel pak ik de telefoon. Dan komt er iemand binnen. Ik draai me om. 'Wat ben jij aan het doen?', zegt hij. Ik sta versteend

Comment, vote, share

~Don't be a ghost reader~

Hard things, b brave storyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu