Take One

1.5K 118 13
                                    

Harry Edward Styles
Het park, de plek waar ik het allerliefste kwam. Mensen die in het gras lagen te zonnen, jongens die op het grasveld een potje voetbal speelden, vrouwen in hun joggingpak, vastbesloten om dit jaar wél hun plan om een goede conditie krijgen vol te houden, meisjes met zonnebrillen en bikini's, die lachend met elkaar op te foto gaan.

Iedereen... Iedereen hééft iets in het park. En toch is het zo moeilijk. Ik kwam hier niet alleen om na te denken, of om mijn hoofd juist leeg te maken.

Nee, ik kwam hier ook al weken om inspiratie op te doen voor mijn documentaire.

Zoals elke dag had ik mijn rugzak nonchalant over één schouder gehangen, zat de stropdas van mijn schooluniform te los en hing mijn blouse uit mijn broek.

In mijn rugzak zat mijn camera. Volgens Zayn kon ik hem maar beter altijd bij me hebben. Ik wist immers maar nooit wanneer ik de geschikte persoon voor mijn film tegen kon komen, zei hij.

Al weken liep ik lusteloos rond door Boston, en op de één of andere manier kwam ik altijd weer in het park terecht.

Ik had geprobeerd om oude caissières met te veel lippenstift te interviewen, ik had de rijke, verwaande man aan de rand van de stad geprobeerd aan te spreken, ik had de half blinde jongen van het tankstation een paar vragen gesteld, maar het liep op niets uit.

Dat was niet hun fout, dat moet ik er wel bij zeggen. Ze waren allemaal, stuk voor stuk bereid om mijn vragen te antwoorden, maar ik en mijn camera konden er niets mee. Ze hadden... hét niet. Dat ene stukje personaliteit, dat ene bijzondere stukje wat de film af kon maken... Ze hadden het allemaal niet gehad.

Zuchtend ging ik met mijn rug tegen de leuning van het bruggetje in het park staan. Ik keek naar twee eendjes, die rustig heen en weer zwommen in het water. Een meisje smeekte haar oma om nog een broodje te geven. Na enig aandringen gaf de oma met een glimlach nog een boterham aan haar kleindochter, die schaterlachend stukjes brood in het water gooide. De eendjes doken eropaf, kwaakten nog harder. Ze wilden nog meer brood.

'Sorry, ik denk dat je iets hebt later vallen, daarnet.' Verbaasd keek ik op.

Op een paar meter afstand stond een jongen. Zijn broek was gescheurd en zijn sweater was duidelijk veel te groot. Zijn bruine haar zat warrig en zijn blauwe ogen keken me doordringend aan.

Oh, dat was ik nog vergeten. In het park had je ook nog de zwervers en junks, natuurlijk. Je kwam ze vooral 's avonds tegen. Overdag zag je ze alleen als je wist waar je naar moest zoeken: Op de afgelegen plekken lagen vaak dekens en onder de bruggetjes zaten de zwervers vaak te bedelen.

Deze jongen was duidelijk een zwerver. Of een junk. Het was me niet helemaal duidelijk.

De jongen stak zijn hand uit en liet mijn portemonnee zien.

'Is deze van jou? Ik dacht namelijk dat jij hem had laten vallen, maar ik weet het niet zeker meer.'

Vragend keek hij me aan. Ik bestudeerde de portemonnee, voelde ik mijn zakken en knikte toen snel.

Hij overhandigde me de portemonnee en glimlachte kort. Hij nam een laatste trek van zijn sigaret en gooide hem achteloos op de grond.

Ik glimlachte voorzichtig terug en opende de portemonnee.

'Geen zorgen, ik heb er niets uitgepakt. Daar leek je me te aardig voor.' Ik keek op, verbaasd door de eerlijkheid van de jongen.

Hij had iets... Ik kon mijn vinger er niet helemaal opleggen.

'Bedankt.', stamelde ik. Ik opende mijn portemonnee en wilde hem wat geld geven om hem te bedanken, maar hij wuifde het weg.

'Nee, ik hoef geen geld, love. Ik wil wel een sigaret, daar ben ik wel aan toe.' Vragend keek hij me aan. Met een vies gezicht trok ik mijn neus op.

'Ik rook niet.'

'Jammer.' Hij haalde een notitieboekje uit zijn zak en een pen. Toen hij het opende, zag ik dat verschillende bladzijdes al los begonnen te raken. Hij beet even op de top van de pen en begon toen te schrijven. Althans, dat probeerde hij.

'Godver, die fucking pen is weer leeg.'

Geïnteresseerd keek ik toe hoe hij de pen geïrriteerd over zijn schouder gooide en zijn boekje achteloos in zijn achterzak propte. Hij [i]was[/i] het gewoon, ik wist het.

Ik schraapte mijn keel.

'Euhm... Mag ik je wat vragen?'

De jongen keek weer op, nog steeds een beetje geïrriteerd.

'Tuurlijk, love.' Hij keek een beetje om zich heen.

'Nou, kijk.', begon ik. 'Ik moet voor een wedstrijd een film maken. Als ik win word ik toegelaten op de University of Columbia.'

De jongen kreeg een verveelde uitdrukking over zich heen.

'Waar wil je naartoe?'

Snel probeerde ik tot het hoofdpunt te komen.

'Nou, ik zag je schrijven in dat notitieboekje, en ik dacht-'

'Weet je zeker dat je geen sigaretten bij je hebt?' De jongen haalde even zijn handen door zijn haar en nogmaals schudde ik mijn hoofd.

'Nee, waarom? Serieus, man, je hebt er net nog één gerookt. Maar goed, terug naar het onderwerp. Ik wilde vragen of ik...' Ik beet op mijn lip. Dit zou zo raar gaan klinken...

'What, love?' De jongen keek nogmaals om zich heen en zijn gezicht klaarde op toen hij aan de overkant iemand zag staan. Ik moest het nú vragen, zometeen was hij weg.

'Mag ik een film over je maken?'

Met zijn mond vol tanden gleden zijn ogen weer terug naar mij. 'Euhm...', was het enige wat hij uit kon brengen.

'Alsjeblieft?', smeekte ik hem kinderachtig. Hij onderdrukte een lach en rolde met zijn ogen.

De man een eindje verderop wenkte hem, en meteen werd hij ernstig.

'Kom morgen terug. Neem een espresso, een pakje sigaretten en een pen met je mee.'

Verrast keek ik naar hem op. 'Dus ik mag een film over je maken...?'

Hij zette zich af van het bruggetje en begon weg te lopen. 'Ik zie je morgen, love. Je stoort me.'

Met open mond volgde ik hem. Hij liep op de man af en haalde geld tevoorschijn. De man gaf hem een pakketje wat de jongen snel onder zijn sweater stopte. Ik fronsde. Dat waren sowieso drugs.

Had ik hier goed aan gedaan?

En trouwens... Ik wist niet eens zijn naam...

><><><><

Mja, hoofdstukje 1... What d'ya think?

Xx

The Park || Larry Stylinson (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu