Take Four

1.3K 111 10
                                    

Harry Edward Styles

'Hi, Lou.', begroette ik de jongen chagrijnig. Die miezerregen verpestte mijn humeur filiaal. Louis zat op het bankje, de capuchon van zijn te grote sweater over zijn hoofd heengetrokken. Zijn haar hing slap over zijn voorhoofd, en ergens zag het er best... lief uit.

Louis keek me verbaasd aan.

'Wat?'

Langzaam schudde hij zijn hoofd. 'Niets, het was alleen dat je me nog nooit "Lou" hebt genoemd, volgens mij.'

Mijn gedachten gingen terug naar onze vorige ontmoetingen en ik schudde mijn hoofd terwijl ik mijn wangen rood voelde worden.

'J-Je hebt gelijk, ik dacht er niet bij na. S-sorry als ik-'

'It's fine, love.', glimlachte Louis. 'Maar vertel: Vanwaar zo chagrijnig op deze mooie ochtend?'

Ik stootte een sarcastisch lachje uit.

'Dit meen je niet, toch? Mooie ochtend? Die regen verpest alles!'

Louis lachte zachtjes, iets wat me alleen maar chagrijniger maakte. 'Aargh, je bent ook zo onuitstaanbaar soms! Je lacht me nog uit ook! Dit is toch niet te geloven?'

Mijn humeur scheen hem alleen maar meer te laten lachen en hij schudde zachtjes zijn hoofd. 'Het is maar wat miezer, love.'

Ik rolde geïrriteerd met mijn ogen. 'Ja, maar door die míézer', ik spuugde het woord haast uit, 'kan ik nu niet filmen, want ik heb niets om de regen voor mijn camera weg te houden.

Louis dacht even na en stond toen op. 'C'mon then.'

'Huh?'

Dit keer was het Louis' beurt om met zijn ogen te rollen. 'Aangezien je mijn koffie vergeten bent én mijn sigaretten, gaan we nu naar die koffiezaak om daar binnen te zitten. Daar mag je vast ook wel filmen, right?'

Zo gezegd zo gedaan. Ik drukte Louis wat geld in zijn handen en gebood hem om koffie te halen terwijl ik de camera uitstalde op een tafeltje.

Net toen ik alles had aangezet, zette Louis twee dampende to-go-bekers koffie voor mijn neus en plofte tegenover me neer.

Zonder iets te zeggen haalde hij zijn kleine notitieboekje uit zijn zak, gevolgd door de pen. Hij klikte de achterkant tegen zijn kin aan en begon te schrijven.

Om de zoveel zijn stopte hij de pen in zijn mond, om er dan achter te komen dat de kant waarop hij beet de voorkant was en niet de achterkant. Zachtjes vloekend in zichzelf schreef hij dan verder, terwijl een kleine inktvlek achterbleef bij zijn mondhoek.

Ik denk dat we hij een uur onophoudelijk door bleef schrijven. Hij keek niet een keer op.

Ik stond op om naar de wc te gaan en kwam weer terug. Ik stond op om sigaretten voor hem te halen op de hoek en kwam weer terug. Ik stond op om nog een keer koffie te halen, en nog altijd keek hij niet op.

'Wat schrijf je in dat boekje behalve liedjes?', vroeg ik na anderhalf uur.

Louis keek niet op en schreef door. Bijna toen ik dacht dat hij niet meer zou gaan antwoorden, begon hij langzaam te praten. Langzaam, heel langzaam, alsof hij niet hier was, maar in zijn eigen wereld. Hij zat in een soort trance en zijn pen verliet het papier niet.

'Atelophobia.' Hij zei hij langzaam. Bijna zei ik 'Huh?', maar ik kon me nog net inhouden.

Zwijgend keek ik hem aan. Ik nam de camera van mijn standaard en bracht hem naar mijn oog. Dit kon nog wel eens het interessantste stuk worden. Langzaam nam ik hem op, van de kop koffie tot het boekje, van zijn te grote sweater tot zijn warrige haar.

'A. tel. o. pho. bia.', herhaalde hij langzaam, in zichzelf. 'The fear of imperfection. The fear of never being good enough.'

Ik slikte en Louis praatte verder.

'If I die, would I have freedom? If I should die tonight, would I be proud of what I left behind?'

Louis kijkt niet naar mij. Hij kijkt strak naar zijn boekje, maar toch lijkt het alsof hij tegen mij praat.

'And If I left something behind, would it be good? Would it be bad? When people look at me, when they walk past me and they laugh... are they laughing about me? It's funny, you know? They say "Silent people have the loudest minds". I'm not silent, absolutely not, so I think nobody cares about my mind. They think I'm okay. They're all like: "Ah, he's homeless. He doesn't know what he's talking about. He's just a dumb boy who thought he could carry the whole world on his own, and you should see him now: No home, no family, no love. He's just a junk, and he'll be never more than that.'

Het bleef stil. Een traan viel op het papier, maar Louis praatte verder.

'It's not that I'm afraid of the water, it's that I'm afraid of drowning. I think I was born to die, but I don't want to. He made me hate my own reflection, but the only thing I would say to him, is "If you could hear me now, I would say that our fingerprints don't fade away from the lives we touched."'

Louis zweeg. Ik wist niet precies wat hij ermee bedoelde, maar het leek hem diep te zitten.

Hij weigerde op te kijken, maar ik zag hoe zijn tranen het boekje langzaam nat maakten.

Zijn hand pakte het pakje sigaretten dat ik voor hem gehaald heb vast en hij trok er één uit. Het vlammetje van de aansteker flitste heen en weer en voordat ik het wist blies hij een flinke wolk rook door de winkel.

'Louis, je mag hier niet roken.'

Zonder één woord te zeggen stond hij op, pakte zijn spullen en liep de koffiezaak uit. Snel pakte ik mijn spullen en camera bij elkaar en rende achter hem aan. Hij was al bijna op de hoek van de straat toen ik er ook aankwam.

'Louis!' Ik kwam naast hem lopen en zette de camera uit.

'Dat... dat was prachtig.'

Hij beet op zijn lip, zijn ogen waren nog rood van het huilen. 'Ik... Ik heb het nog nooit aan iemand vertelt. Het is niet zomaar iets wat ik opschrijf, Harry.'

Dit was denk ik één van de eerste keren dat hij me "Harry" noemde in plaats van "love", en dat maakte de situatie nog ernstiger.

'Het is een deel van mijn ziel. Als ik je meer vertelt hebt zul je me denk ik wel begrijpen.'

Ik knikte en liep met Louis mee. Inmiddels is het harder gaan regenen.

Bij de ingang van het park stopten we. Ik denk dat we beiden vonden dat dit wel genoeg was voor vandaag.

'Ik... Waar ga je slapen?'

Louis keek omhoog, naar de donkere wolken.

'Ik weet niet. Waarschijnlijk in een tunnel of onder het bruggetje, maar als het nog harder gaat regenen ga ik naar het Leger des Heils.'

Ik knikte. 'Je kunt daar slapen?'

'Ik weet het niet. Alleen als ik er snel genoeg bij ben, als het nog niet vol is.'

We bleven nog even staan bij de ingang en drentelden om elkaar heen.

Toen deed Louis plotseling een onverwachte stap naar voren en sloeg zijn armen om me heen. Hij duwde zijn gezicht in mijn schouder.

'Thanks for today, love. You don't know how much that meant for me.'

Toen draaide hij zich om, en zonder nog één keer achterom te kijken liep hij het park in.

><><><><

HIII,

Het was vandaag echt super gezellig bij de larry-meeting in Utrecht :D

Er was ook nog een demi lovato meeting maar dat waren echt kuthoeren mja

Mijn excuses nog: ik had dit stukje per ongeluk bij Walk geplaatst. Sorry voor de verwarring!

XXX

The Park || Larry Stylinson (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu