Take Five

1.3K 113 9
                                    

Harry Edward Styles

De volgende middag ging ik meteen uit school door naar het park. In tegenstelling tot gisteren was het vandaag een prachtige donderdag.

Ik liep de ingang van het park door, langs het meertje en ontweek nog net op tijd wat racefietsers die me blijkbaar dood wilden hebben.

Fronsend keek ik naar het bankje, waar normaalgesproken Louis op zou zitten. Hij was er niet.

Ik herinnerde me wat hij me gister had vertelt: Met slecht weer sliep hij vaak onder een bruggetje of in een tunnel.

Ik liep om het bankje heen naar de brug waar we elkaar ontmoet hadden en keek eronder.

Geen spoor van Louis. Langzaam begon ik te lopen. Ik vroeg van een paar toeristen de plattegrond van het park zodat ik precies elk bruggetje en tunneltje kon vinden. Langzaam borrelde er een bezorgd gevoel in me op.

Louis can take care of himself. Nothing to worry about., stelde ik mezelf gerust. Het hielp niet helemaal.

Na twintig minuten wilde ik de hoop al bijna opgeven. Er was nog maar één bruggetje over, en hoe groot was de kans dat hij daar in zou liggen? Waarschijnlijk was hij me vandaag gewoon vergeten en was hij met die Niall op stap gegaan.

Ik dwong toch om nog even onder de brug te kijken, en tot de dag van vandaag ben ik blij dat ik die keuze toen gemaakt heb.

Onder de brug, helemaal in het hoekje, lag een hoopje dekens waar wat warrig, bruin haar bovenuit stak.

'Louis!' Ik rende meteen om de leuning van de brug heen en sprong naar beneden. Voorzichtig, om niet in het water te vallen, liep ik naar het betonnen plateautje en knielde neer bij de hoop dekens.

'Lou? Ik ben het, Harry.' Voorzichtig schudde ik aan de hoop dekens. Een middelvinger werd naar me opgestoken.

'Ga weg en laat me slapen, eikel.', hoorde ik iemand mompelen. Ik lachte even en sloeg tegen zijn hand aan.

'Dacht het niet. Wacht.' Ik haalde mijn camera uit mijn rugzak en zette hem een paar meter verder neer, waarna ik verder ging met waar ik mee bezig was.

'Wakey-Wakey!', fluisterde ik grijnzend tegen zijn haar.

'Rot op!', zong Louis zeurderig. Hij duwde me tegen mijn borstkas aan, waardoor ik op mijn kont viel.

'Hé!', riep ik geïrriteerd. Ik ging weer op mijn knieën zitten en kroop naar hem toe.

'Het is twee uur, idioot! In de míddag, moet ik er wel bijzeggen! C'mon!' Ik trok de dekens van zijn hoofd af en hapte naar adem.

'Louis! Heb je... Je hebt gevochten!' Louis knikte geïrriteerd en ging overeind zitten. Zijn linkeroog was lichtjes opgezwollen en helemaal blauw, bijna paars zelfs.

'Ja, Harry. Ja, ik heb gevochten. Er kwamen gisteravond twee gestoorde junks die mijn slaapplek in wilde nemen, wat moest ik anders?'

Voorzichtig raakte ik zijn opgezwollen, blauw paarse oog aan. 'Hier, houdt dit er tegenaan.'

Ik haalde een koud flesje water uit mijn rugzak en reikte het hem aan, waarna ik zijn espresso en het pakje sigaretten naast zijn dekens neerzette.

'Harry?', vroeg Louis, terwijl hij met het flesje water de zwelling probeerde te verminderen.

'Kun je me alsjeblieft gewoon wat vragen stellen? Ik wil even wat afleiding, alsjeblieft.'

Ik knikte en begon meteen.

'Oké, eens even kijken... Waar kom je vandaan?'

'Doncaster, UK.', antwoordde Louis meteen. Dat verklaarde alles. Ik begon te lachen.

The Park || Larry Stylinson (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu