Loëpé

764 76 5
                                    

"Oké, dus heb je enig idee waar we een leraar kunnen vinden?" Vraag ik terwijl ik mijn slaapzak oprol en hem in mijn rugzak doe.

"Ja, ik ken wel iemand die heel goed bevriend was met mijn ouders. Hij is een hele goede waterbestuurder en kan zelfs twee elementen. Er is alleen één probleem."

"Nou?"

"Ik heb geen idee waar we hem kunnen vinden."

"Ohw... Je weet zijn naam toch wel?"

"Ja, loëpé."

"Loëpé?" Ik trek mijn wenkbrauwen op en probeer mijn lach in te houden. "Loëpé? Meen je dit nou?"

"Ja, hoezo?" Hij kijkt mij vragend aan, inmiddels lig ik helemaal in een duik en de tranen rollen over mijn wangen. "Loëpé! Dat klinkt..." Ik probeer mijn zin af te maken zonder te lachen, "het klinkt als een loempia ofso."

"Wat is een loempia nou weer?"

"No way! Je weet niet eens wat een loempia is?! Die Maë's hier missen echt een hoop."

Lúcke schudt zijn hoofd, maar ik zie ook een kleine glimlach verschijnen, "ik ben blij dat je weer de oude bent Rosa."

We lopen nu samen weer terug naar het paleis. We hebben buiten het paleis vlakbij een meer geslapen, zoals we de laatste tijd wel vaker doen.

"Rosa ruik jij dat ook?" En Lúcke ruikt overdreven met zijn neus omhoog en ik weet wat hij van plan is.

Ik speel het spelletje mee, "hmmm, ik ruik het ook ja, die heerlijke versgebakken broodjes met een vleugje suiker."

"Heerlijk! En dan met verrukkelijke zoete dikke melk." Glimlachend kijkt hij me aan met een blik die ik inmiddels al ken. Het is de blik van avontuur en kattenkwaad.

"Oké, daar achter in het plein is de bakker als jij hem nou de weg vraagt naar meneer Loëpé hebben we afleiding en weten we ook meteen waar we naar toe moeten."

Glimlachend kijk ik hem aan. "Komt helemaal goed. Maar dan pak ik het kannetje melk." Hij steekt zijn duim op als instemming.

We lopen allebei apart naar de kraam toe en ik loop voorop.

"Meneer mag ik u wat vragen?"

"Vertel het is meid?"

"Ik ben op zoek naar meneer Loëpé." In mijn ooghoek zie ik dat Lúcke langskomt.

"Meneer Loëpé, poeh dat word wel en klus meid. Hij hoort bij die hoge piefen."

"U bedoelt?" Terwijl ik de man een vriendelijke glimlach schenk zie ik in mijn ooghoeken Lúcke vijf broodjes pakken. Pffff, uitslover.

"Ach, je weet wel wat ik bedoel meid,"

"Euhm eigenlijk niet meneer."

"Ik bedoel die hoge piefen je weet wel die van de hoge scholen. Hij leid de hoogbegaafde waterbestuurders op."

"En waar kan ik hem vinden?"

"Tja meid tenzij je een zeer sterke waterbestuurder bent of andere speciale kwaliteiten hebt zal het zeer lastig worden om die pief te spreken."

"Aha," Lúcke loopt nu weg van de markt af dus voor mij ook tijd om hier weg te gaan. "Zeer bedankt meneer. Nog een fijne dag!" Ik maak een kleine buiging zoals ik geleerd heb van Lúcke en draai me dan langzaam om. Ik loop op Lúcke af en onopvallend ga ik naast hem lopen.

"Vijf broden. Uitslover die je bent." En ik draai met mijn ogen.

"En dat niet alleen," glimlachend kijkt hij me aan als hij een stuk vlees tevoorschijn haalt. Ik draai met mijn ogen maar kan het niet laten om te glimlachen.

the city of elementsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu