Het 'ijsding'

937 69 12
                                    

"Zullen we zo naar het strand gaan anders?" Lúcke draait zijn stoel mijn kant op en gaat vragend voor mij zitten.
"We hebben eergisteren de training ook al overgeslagen!"
"Ja maar dat telt niet, we konden de watervallen nauwelijks zien omdat het zo hard regende."
"Ik weet niet, ik wil ook nog wel proberen om van water ijs te maken." Ik ben al dagen aan het oefenen, maar het wil elke keer maar niet.
"Misschien had ik het fout dat het kon."
"Ja, maar als het wel kan zou het fantastisch zijn als ik het kan."
"Ja, en daar heb je nog dagen voor om te oefenen." Lúcke kijkt mij nog steeds strak aan, volgens mij is hij niet van plan het op te geven. jammer, ik namelijk ook niet.
"Lúcke heb jij wel opgelet wat Loëpé laatst zei?" Hij zucht, "ik weet het, ik weet het: er wordt gezocht naar je in heel het waterrijk en verder," ik gebaar hem dat hij verder moet praten, want hij weet dat er meer bij komt, "pff, ik weet wat Loëpé zei: 'hoe meer mensen zoeken, hoe meer je in gevaar bent en hoe meer we moeten trainen om je veilig te houden." Ik knik tevreden naar hem, maar om mij helemaal duidelijk te maken en hem nog even te plagen vraag ik, "dus? Dat houdt in?"
"Oké, dan gaan we het ijsding proberen." Hij zucht en staat op, "maar je bent mij een dag strand verschuldigd." Ik glimlach naar hem, "deal."
Buiten:
Ik ga stevig staan en trek het water naar mij toe, en wat nu?... Misschien moet ik er aan denken? Ik laat het water voor me zweven en ik knijp mijn ogen dicht, ik denk aan ijs, langzaam open ik mijn ogen en... Niks. Dit werkt dus niet. Ik plof neer, "zo jij geeft het ook snel op."
"Ik ben gewoon aan het denken," ik trek mijn knieën naar mij toe en leg mijn hoofd op mijn knieën. "Ik weet gewoon niet waar ik moet beginnen. Ik ben al dagen aan het oefenen, maar alles wat ik probeer wil niet." Lúcke gaat naast me zitten in de denk houding met zijn hoofd leunend op zijn handen. "Normaal hoef je alleen maar ergens aan te denken en het water doet dat?" Ik knik, "wat nou als je echt het water voelt, de energie erin?" "Maar..." Wacht hij zou nog wel is gelijk kunnen hebben... Ik ga weer stevig staan en trek het water omhoog, ik concentreer mij op elk deeltje in het water, langzaam voel ik de energie net zoals ik bij het opsplitsen deed. Ik doe mijn ogen dicht en concentreer me op de energie, langzaam laat ik de energie afkoelen, steeds en steeds meer. Nog één diepe ademteug en wanneer ik het uitblaas laat ik alle energie in een snelheid koud worden en als ik mijn ogen open zie ik Lúcke triomfantelijk naar me kijken. Ik kijk naar de bol die ik in de lucht hou, niet zo maar een bol, het is een bol ijs. Ik glimlach breed maar Lúcke, "het is gelukt! Ik kan ijs maken!" Ik leg de ijsbol op het gras neer en spring op Lúcke af, "het kan gewoon, je had wel gelijk!" Lúcke moet lachen, "wist wel dat je het kon," hij geeft een knipoog en grijnst .
"Rosa! Ontdooi het!" Loëpé's stem galmt door de tuin heen en geschrokken kijk ik hem aan. "Hoezo wat is er?" Hij loopt op de bol af en stuurt er een windvlaag heen, omdat ik bij de bol sta en bijna omval van de krachtige wind voel ik dat het hele warme wind is. Voor mijn ogen zie ik de bol ijs zijn vorm verliezen en uiteindelijk blijft er alleen nog maar een plasje water over. "Hoe deed u dat? En waarom? Ik heb hier dagen op geoefend!" Loëpé kijkt waakzaam om zich heen en trekt me dan mee naar binnen, ik hoor Lúcke achter ons aan komen. "Rosa dit mag je nooit meer doen! Tenminste niet als ik niet in de buurt ben." Beduusd kijk hem aan, Loëpé wrijft over zijn slapen en zucht, "Rosa je hebt zonet je tweede element gebruikt. Het is beter als je die niet weer gebruikt." Mijn tweede element? Lúcke denkt precies hetzelfde als mij en vraagt: "hoe kan ze nu al haar tweede element hebben gebruikt? Ze is nog maar zestien en heeft water nog niet eens volleert."
Loëpé leunt tegen de keuken aan, hij ziet er moe en gestrest uit. Dat heeft hij de laatste tijd wel vaker, het ene moment lijkt hij juist opgewekter te zijn en het andere moment juist veels te moe en gebroken. "Omdat ze anders is dan andere, Rosa je moet mij beloven dat je nooit meer je lucht element gebruikt overdag of als er andere mensen in de buurt zijn. Het is veel te gevaarlijk, als mensen zien dat je nu al twee elementen kan besturen zullen ze vermoedens krijgen." Verbijsterd kijk ik hem aan, dus de energie die ik naar het water stuurde was van mijn lucht element... "Is het normaal dat een Orela op mijn leeftijd haar tweede element ontdekt?" Mijn blik blijft gericht op hem.
"Nee, dat is het niet." Dit was absoluut niet wat ik wilde horen, ik had geruststelling nodig dat dit normaal was, dat ik normaal was. Ik draai mijn blik weg van Loëpé en draai mij om. "Rosa de Maë's die je zoeken weten niet dat je zo sterk bent. Dat moeten we zo houden. Beloof me dat je je lucht element verborgen houd."
"Maar wie zoeken mij dan?!" Ik voel mezelf overstuur worden maar onderdruk het gevoel hevig, ik moet kalm blijven.
"Maë's die uit zijn op macht. Er is een manier om iemands krachten af te pakken, een amulet met de heilige orakel steen. Eeuwen geleden hebben duistere Maë's die verblind werden door macht en hebzucht dat amulet te pakken gekregen. Die Maë's willen jouw krachten, maar die mogen ze nooit krijgen Rosa, jij bent sterker dan alle ander Orela's van nu en vroeger. Daar is voor gezorgd bij je geboorte." Nog steeds met mijn rug naar Loëpé en Lúcke toe luister ik naar het verhaal, dit zou toch best een normaal moment zijn om hysterisch te gaan doen? Ik schrik op als Lúcke zijn hand op mijn schouder legt, "Rosa het is oké we zijn hier om je te beschermen en ten slotte hebben die Maë's geen idee en wie je bent en waar ze moeten zoeken." Het klopt wat hij zegt en puur zijn stem geruststelt me al, maar toch is het druk in mijn hoofd van alle vragen die ik nog heb. "Waarom ben ik sterker en zo 'anders' zoals je elke keer zegt?" Ik draai mij langzaam weer om en weer kijk ik met een strakke blik naar Loëpé, ik zou inmiddels bang worden van mijzelf, maar Loëpé blijft verbazend rustig. "Ik weet het ook niet allemaal Rosa, je komt uit een sterke bloedlijn met veel verschillende elementen, voor je geboorte is er een ritueel geweest bij je moeder dat er ook voor heeft gezorgd dat alles bij jou jet even anders werkt. Lúcke kijkt bezorgd naar mij, "ze hebben van de vorige Orela's hun krachten al te pakken? Dat is de reden dat er in eeuwen geen nieuwe orela's zijn?" Loëpé knikt en kijkt weer bezorgd naar mij. "Rosa je bent in groot gevaar. Beloof me dat je het aan niemand laat zien." Ik sluit mij ogen en denk na.
"Als u het mij leert, dan hou ik het verborgen," zenuwachtig wacht ik zijn antwoord af. "Geef mij één goede rede," Loëpé zegt het op de manier zoals mijn vader het altijd deed, alsof ik niet spoor en weer een impulsief plan heb. Eigenwijs gooi ik mijn armen over elkaar, "ik ben toch in groot gevaar? Als ik leer vechten met mijn elementen niet." Hier is hij even stil van en Loëpé leunt naar achter en wrijft over zijn kin heen. Mooi, hij denkt. In mijn ooghoek zie ik Lúcke geamuseerd kijken, ik negeer het en kijk weer geconcentreerd naar Loëpé, helaas maakt dat het nog leuker voor hem. Ik word ongeduldig, "hoe kan ik beter mezelf beschermen dan met mijn elementen! U zegt dat ik sterker ben dan alle anderen, laat mij het dan bewijzen en laat mij mezelf beschermen." Als ik geen reactie krijg leg ik mijn handen op mijn heupen en kijk hem triomfantelijk aan, "en als u het me niet leert, leer ik het mijzelf wel." Loëpé schud zijn hoofd en zucht, "ik kan je dit toch niet uit je hoofd praten."
"Dus dat is een ja?" Ik begin voorzichtig te glimlachen, "ja dat is een ja," ik begin enthousiast te klappen, "maaaar," hij houd zijn wijsvinger waarschuwend in de lucht, "je gebruikt alleen je lucht element als ik er bij ben." Dat klinkt als een prima deal, "is goed." Blij kijk ik hem aan en geef hem een knuffel. "Dankjewel," Loëpé staat eerst verstijft maar knuffelt dan toch terug, "wees gewoon voorzichtig Myrella, je hebt de eigenwijsheid van je moeder maar ook de impulsiviteit." Ik knik en laat het feit begaan dat hij mij Myrella noemt. Als ik me terug trek uit de omhelzing kijk ik naar Lúcke die mij grijzend aankijkt, "wat?"
"Rosa heeft het weer eens voor elkaar, ik begin mij af te vragen hoe je het doet, dat het je elke keer toch weer lukt om je zin te krijgen." Ik grijns terug, "ik denk toch dat het mijn charmes zijn." Ik maak een hand beweging en laat mijn haar wapperen met mijn luchtsturing. Lúcke moet lachen maar Loëpé kijkt mij afkeurend aan, "dit is precies wat ik nou niet wil zien." Ik laat mijn hand weer vallen, "het spijt me, het gaat gewoon bijna automatisch."
"Dat weet ik," hij klakt zijn tong.
Lúcke kijkt me nieuwsgierig aan, "betekend dit dat je het kan laten stormen," met mijn ogen tot spleetjes kijk ik hem verward aan, "je weet wel, water is regen en de lucht is de wind?" Glunderend kijk ik hem aan maar Loëpé komt er snel tussen: "Geen idee of ze het kan en we gaan het ook niet proberen, Lúcke hou je bijzondere manier van denken een beetje in toom wil je?"
"Ik zal mijn best doen Loëpé, maar mijn briljante manier van denken is moeilijk te onderdrukken." Ik zucht diep, wat moet je soms ook met die jongen. Loëpé kijkt mij aan en de manier waarop zegt mij dat hij precies hetzelfde denkt.
"Weetje ik denk dat we vandaag genoeg hebben gedaan, laten we straks naar het strand gaan?"
"Meen je die nou?"
"Tuurlijk meen ik die, je wou blijven omdat je het ijsding wou kunnen maken, je kan het nu en hebt ontdekt dat een lucht bestuurder bent. Kan niet beter als je het mij vraagt."
"Tja, of slechter, tis maar net hoe je het bekijkt he?"
"Ik denk dat een paar uurtjes strand geen kwaad kunnen," zegt Loëpé, "beter nog, we gaan samen heen, jij kan wel wat rust gebruiken Rosa." Lúcke kijkt Loëpé vol trots aan, "dit is nou waarom u de tofste oron bent." Loëpé kijkt verschrikt op, Lúcke slikt. "Sorry, je bent geen echte familie maar ik ben je wel zo gaan zien." Loëpé's schouders zakken weer en hij glimlacht, "daar ben ik blij om, je bent namelijk net een karon voor me."
Loëpé kijkt even naar mij en weer zie ik een flits van verdriet in zijn helder blauwe ogen.
"Oh Rosa, ik snap dat je dit niet begrijpt, een oron is opa en karon is kleinkind." Zegt Lúcke. Je kan merken dat hij niks heeft gezien van het moment van net.
"Ik pak even handdoeken en dan gaan we." Lúcke rent naar de badkamer en laat Loëpé en mij alleen achter. Loëpé kijkt nog steeds naar me, nog steeds met verdriet, "is er iets?" Hij schrikt op van mijn woorden en glimlacht weer vriendelijk naar me zoals altijd.
"Nee Myrella, je doet me gewoon steek denken aan je moeder. Je hebt haar ogen." Van die woorden versteen ik, verward herhaal ik ze in gedachten.
Lúcke komt weer aangerend, "nu er twee lucht bestuurders zijn, zouden jullie ons niet gewoon naar het strand kunnen vliegen?" Loëpé lacht, en begint naar buiten te lopen, "dat is nou nog is een goed idee mijn jongen."
"Ja, dat vond ik nou ook! In ieder geval een stuk beter dan lopen lijkt mij." Loëpé en Lúcke staan al buiten, "Rosa kom je ook nog?" Ik loop naar hun toe, maar nog steeds diep in gedachten over loëpé's woorden die in mijn hoofd spoken.

the city of elementsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu