"Dus Rosa, vertel eens wat de vragen zijn?"
Lúcke en Loëpé hebben een hoop bijgepraat en herinneringen opgehaald waardoor ik soms echt in een deuk lag. Lúcke haalt zijn hele leven al kattenkwaad uit, alleen was het vroeger nog wel wat erger. Even ben ik vergeten waarvoor we hier eigenlijk zijn, maar als Loëpé me weer aankijkt met die helder blauwe ogen ben ik er weer bij.
"Eehm... Nouja het zit zo... Ik," Lúcke knikt mij aanmoedigend toe waarmee ik begrijp dat ik Loëpé kan vertrouwen en kan vertellen waar ik vandaan kom, maar iets zegt me dat dat eigenlijk nog niet wil dus ik hou me in. "Ik kan water besturen met mijn gedachte," Lúcke kijkt mij raar aan, hij vraagt zich vast af waarom ik niks over de mensenwereld vertel. Loëpé daarentegen maakt zijn ogen wijd open, "dit heb ik in tijden niet gehoord," hij zegt het heel zacht en houd zijn stem laag, "we hebben dus te maken met een sterke elementbestuurder?" Ik kijk verlegen omlaag, ik heb geen idee of ik sterk ben of niet ik heb alleen Maë's water zien besturen, maar heb nooit dichtbij ze gestaan.
"Dat is ze zeker," dat is Lúcke, "ze kan meer met water dan de gemiddelde Maë's, ze kan water uit planten halen en op driehonderd meter afstand kon zij nog met een snelheid water naar zich toe halen, met haar gedachten!" Nerveus kijk ik naar Loëpé, hij staart me aan, iets klopt niet in zijn blik. Hij knijpt zijn ogen tot spleetjes, "mag ik je pols zien?" Ik slik, hij heeft me door, het rare is, hij kijkt niet eens nieuwsgierig, eerder alsof hij het al wist en hij alleen nog naar bevestiging nodig heeft. Ik klink langzaam nee en laat dan mijn hoofd zakken. "Kan iemand me dit uitleggen?" Lúcke kijkt verbaasd, maar niemand reageert op hem.
"Luister, niemand mag dit weten Rosa. Niemand." Met een ruk kijk ik op.
"Waarom niet?"
Loëpé zucht, alsof hij iets verdrietigs gaat vertellen. "De reden dat er al eeuwen geen nieuwe Orela's zijn is omdat de laatsten zijn uitgemoord. Duistere machten waren ze te snel af. Het orakel heeft toen een lange tijd gewacht op een nieuwe Orela. Eentje die sterker zou zijn dan de andere. Dit ben jij Rosa." Een stilte volgt, Loëpé begint weer te praten na een tijd; "Ik zal je alles leren wat ik weet en je zult een volleerde Watermaë worden. Maar tot die tijd mag niemand het weten voor je eigen veiligheid." Beduusd kijk ik hem aan. Al die weken reizen in een wereld die totaal anders is dan ik gewend ben, mijn hele doen en laten moest ik veranderen. Mijn manier van denken is veranderd. Maar dit. Dit gaat te ver. Dit word me echt te veel. Ik hoor niet eens in deze wereld laat staan dat ik de sterkste waterbestuurder ben!
Ik schud mijn hoofd, "dit moet een vergissing zijn. Ik ben niet een Maë, maar een mens."
"Besef het nou is Rosa je bent een Maë. Je weigert het maar te geloven maar het is zo." Lúcke praat met een duffe stem, als ik hem wil aankijken draait hij zijn hoofd weg. Is hij boos?
"Wat Lúcke zegt klopt Rosa. Het enigste wat ik weet is dat je bent weggebracht naar de mensenwereld voor je eigen veiligheid. Daar is een spreuk uitgeoefend op de mensen die je hebben opgevoed, zodat ze zouden denken dat jij hun bloedeigen kind was. Vanaf het moment dat je de Maë wereld instapte zijn alle mensen waarmee je in aanraking bent geweest je vergeten." Ik kom terug op net: DIT, word me teveel. Mijn vrienden en ouders, die eigenlijk niet mijn ouders zijn, zijn mij vergeten. Ik weet dat ze er niks aan kunnen doen maar toch doet het pijn. En het ergste is: nu kan ik nooit meer terug. Nooit meer naar huis.
"Hoe weet u dit?"
"Omdat ik er bij was," hij slaat zijn ogen neer, "maar Rosa dat is nu niet belangrijk, dat komt later. ik snap dat dit allemaal moeilijk voor je is en het is een hoop te verwerken. Voorlopig kunnen jullie blijven logeren bij mij. Morgen beginnen we meteen met je lessen. We moeten alle tijd gebruiken die we hebben."
Bij loëpé's huis;
En daar staan we dan. Voor Loëpé's huis, het lijkt net op een soort grote bungalow, het is vrij afgelegen voor een plek wat vlakbij een druk paleis/stad ligt. Loëpé heeft ons de kamers aangewezen en we staan nu in de woonkamer."Doe maar alsof je thuis bent, maar hou het wel netjes alsjeblieft. Ik moet nu naar de rooperá, jullie zijn natuurlijk welkom om vanavond te komen kijken." Hij loop weg maar draait zich nog snel even om, "er zit een waterslot op de deur, dus Lúcke kijk uit als je de deur sluit." Lúcke knikt snel, hij is sinds het gesprek van vanmiddag heel stil.
"Jullie redden je wel," Loëpé loopt weg.
"Dus... Zullen we vanavond naar de rooperá gaan?"
"Je doet maar." Lúcke staat op en loopt weg, verstijfd blijf ik achter. Wat was dat nou?
"He, Lúcke! Wacht even!" Ik ga hem snel achterna.
"Lúcke hey, wat is er?" Ik pak zijn schouder vast maar hij draait zich wild om.
"Wat er is?! Kom op Rosa! Hoe lang weet je dit al?!" Ik heb Lúcke nog nooit zo boos gezien, eigenlijk heb ik hem nog nooit boos gezien, maar erger dan dit kan echt niet.
"Wat bedoel je precies?" Nerveus kijk ik hem aan.
"Doe niet zo achterlijk Rosa! Hoe lang weet je al dat je de Orela bent?" Hij wijst met zijn vinger boos naar me toe en staat met een dreighouding voor me.
"Sinds de toespraak van de koningin," fluister ik.
"Je weet dit verdomme al bijna een week!" Ik knik langzaam, hij maakt me echt bang, de manier hoe hij voor me staat beangstigd me.
"Rosa hoe kon je! Ik vertrouwde je volledig! We zouden elkaar de waarheid vertellen weet je nog? Je zei dat als er wat was je bij me zou komen! Weet door jou egoïsme om niet voor ogen te komen dat je Orela bent en je te bang was voor weet ik veel wat, heb je ons beide in gevaar gebracht, we mogen van geluk spreken dat we Loëpé zijn tegen gekomen. Ik snap gewoon niet waarom je het me niet gewoon kon vertellen! Vertrouw je me niet genoeg?" Met een wilde blik staart hij naar me. Zijn ogen spuwen vuur en hij staat te hijgen van zijn uitbarsting. Versteend sta ik voor hem, ik heb geen idee wat ik moet zeggen en van schrik is het net of mijn keel ermee gestopt is. "Ach laat maar ik wil het niet eens horen! Doei Rosa." Zijn hele lichaam blijft gespannen als hij wegloopt en een paar seconden later hoor ik met een keiharde klap de deur dicht gaan. Dit keer volg ik hem niet. Ik sta er nog steeds versteend bij, maar nu schokt mijn lichaam, en er rollen tranen over mijn wangen. Nu heb ik echt niemand meer. Niemand die aan me denkt of om me geeft. Mijn knieën knikken en ik val neer op de koude vloer. Ik mis mijn ouders, familie, vrienden, zelfs die stomme kat die me altijd krapte en ik mis Lúcke die me normaal gesproken zou troosten. Overstuur en vol tranen, huil ik mezelf in slaap.
JE LEEST
the city of elements
FantasyRosa is een 16 jarig meisje en leeft een vrij normaal leventje. Afgezien van één ding; ze heeft een hele bijzondere gave, ze kan water besturen. Nadat ze wordt aangetrokken door een bijzondere plek, zet dat haar wereld op zen kop. Ze komt in een mag...