Trouble

108 6 0
                                    

"Ging wel goed, had beter gekund." Antwoordde ik.

"Hoezo?" Vroeg Renesmee.

"We kwamen Marijke weer tegen."

Ze schrok.

"Dat meisje uit het zwembad?"

"Ja, ze is 1 van mijn beste vriendinnen."

"Ow, echt heel jammer voor je."

Ze wou me een knuffel geven.

Opeens kwam de brand in mijn keel weer terug.

Er was, tot mijn grootste afschuw, een deel van mij, dat het liefst haar in 1 keer wou omleggen.

Ik vocht in alle macht tegen het monster in mij.

En dat allemaal in 1 seconde.

Ik zette snel een stap achteruit.

"S-sorry." Zei ik en rende weg.

Weer terug het bos in.

Ik hoorde Carlisle me nog roepen, maar reageerde niet.

Ik rende verder.

Huilend zakte ik in elkaar (ik weet dat het raar is om een zenuwinzinking te krijgen op dag 1, maarja, ik heb nu eenmaal geen zelfvertrouwen).

Ben ik nog maar net begonnen, ga ik al twee keer bijna onderuit!

Stomme, stomme ik!!!!

Ik begin op de boomstam naast me in te rammen.

Na een paar slagen is hij al doorboord.

Zucht.....

Ik begin aan de tweede boomstam, en aan de derde, vierde, vijfde.

Als ik bij de dertiende boomstam aankom, ruik ik opeens die geur weer.

Die geur die me aan de ene kant doet watertanden, maar aan de andere kant doet walgen.

De watertandende kant (aka het monster in mij) dwong me bijna om op de geur af te gaan, maar ik verzette me (in ieder geval probeerde).

Het monster liet me richting de bron van de geur bewegen.

Ik wou het niet, ik kon het niet, maar het monster duwde me vooruit.

Steeds sneller rende ik richting de geur.

Wat moest ik doen??

Ik probeerde helder te denken, maar mijn gedachten veranderden langzaam in rode waas.

Met mijn laatste beetje normale ik begon ik te schreeuwen.

"Jaspeeeer!!! Bellaaa!!! Carlisleeeee!!! Edwaaaaaard!!!"

Ik bleef maar schreeuwen, hopend op iemand die me tegen hield.

De geur werd sterker, ze was dichtbij.

"Bellaaaa......"

Mijn stem stierf weg, het laatste beetje normaal denkende ik was verdwenen.

Ik begon sneller te rennen.

Ze was nu echt dichtbij.

Nog honderd meter.

Zeventig, vijftig, dertig, tien, ik zag haar al.

Ik verstopte me achter een struik.

Mijn instinkt nam het nu echt helemaal van me over.

Ik sprong over de struik heen, en viel haar aan.

Ze begon te gillen.

Ik beet haar in haar nek.

Opeens voelde ik twee paar koude hand mijn schouders en armen vast pakken.

Ik werd naar achter getrokken.

Woest spartelend probeer ik los te komen, maar het lukte niet.

Marijke lag gillend van de pijn op de grond.

Ik zag Carlisle vanuit de bosjes op haar af rennen.

Hij pakte haar op en nam haar mee.

Ik stopte met spartelen en zakte ik elkaar.

Wat had ik gedaan?

De twee paar handen waren van Alice en Bella.

Alice legde een hand op mijn schouder.

"Kom." Zei ze.

Ik keek op, verbaast dat ze niet boos was.

"B-ben je niet-t boos?" Vroeg ik aan haar.

Ze glimlachte." Beginnersfoutje."

Ze hielp me overeind.

Ik keek naar Bella, maar die keek ook niet boos.

"Kom, dan gaan we nog even rennen, daarna voel je je beter!" Zei Alice.

My little vampire diary Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu