Deel 1 Hoofdstuk 5 ~ Potlood

18 3 0
                                    

Die middag werd ik nog ontslagen uit het ziekenhuis. Ze hadden me pillen meegegeven om de pijn te onderdrukken. Ik had gedaan alsof ik ze innam, maar verstopte ze, zodra de zuster de kamer uit was, in mijn bh. De waarschuwing van de man had ik toch maar serieus genomen, en hij had blijkbaar gelijk. Volgens de dokters had ik nu heel veel pijn, en zou ik deze niet meer voelen door de pillen. Ik had helemaal geen pillen genomen en had toch geen pijn. Ik voelde me wel anders sinds de aanval die ik in de les had gehad. Ik voelde me sterker. Een gevoel dat ik nog niet eerder had gevoeld kwam me tegemoet, zelfvertrouwen. Mijn ouders waren extra bezorgd geworden sinds het incident, maar ik voelde me levendiger dan ooit. Ik had zin om door de straten te rennen en te gillen en te dansen, maar hield me in. Op dit soort momenten miste ik mijn broer. Met hem had ik kunnen dansen en gillen en rennen. Mijn ouders zouden het leuk hebben gevonden, maar dat had ons niets uitgemaakt. Maar Caleb was er niet meer. Ik besloot niet van hem af te hangen en zette in mijn kamer de muziek aan. Ik danste en zong mee met de muziek. Het zorgeloze gevoel dat ik ervan kreeg was geruststellend. Ik keek even naar de klok om de tijd te zien en mijn ogen schoten daarna terug naar de radio. Alsof mijn ogen verbonden waren met de klok, schoot het ding achter mijn ogen aan. Het viel kapot op de grond recht voor mijn radio. Uit schrik sprong ik op mijn bed. Ik hoorde inmiddels al de voetstappen van mijn moeder naar boven komen. Mijn moeders voetstappen zijn wat lichter dan die van mijn vader. Ze trippelt wel wat meer en daarom zijn haar voetstappen zo goed te onderscheiden van de lompe zware stappen van mijn vader. Ik schoot naar de klok en schoof de kapotte delen van de klok onder mijn bureau. Mijn moeder klopte op de deur en zonder op antwoord te wachten liep ze naar binnen.
"Wat was die klap, lieverd? Heb je jezelf bezeerd?" Vroeg ze
"Nee, het was de intro van het nummer." Zei ik wijzend op de radio.
Mijn moeder haalde haar schouders op en liep de kamer weer. Ze liet de deur achter zich vallen. Zodra ze de gang weer uit was schoot ik naar mijn bureau. Ik zette de radio uit. Vlug pakte ik een potlood uit het houdertje dat mij  oma ooit voor me gemaakt had. Ik legde het potlood aan het einde van mijn bureau en fixeerde mijn ogen erop. Ik probeerde het ding naar me toe te trekken met mijn ogen. Als mijn ogen een klok van zijn plek kan halen lukt een potloodje ook wel toch? Maar er kwam geen beweging in. Ik probeerde het nog twee keer, maar zonder succes.
'S avonds lag ik in bed te woelen. Ik kon maar niet slapen. Ik had de drang om naar beneden te lopen en alle deuren te checken. Het voelde niet alsof ze op slot stonden. Na nog een half uur draaien besloot ik te gaan checken. Onderweg naar mijn deur zag ik het potlood. Ernaast lag mijn sleutelbos. Voor een laatste keer probeerde ik de sleutelbos deze keer naar me toe te trekken met mijn ogen.  Ineens hoorde ik zacht gerammel. De sleutelbos kwam in beweging. Het begon langzaam naar mij toe te schuiven. Steeds sneller. Uiteindelijk maakte het zichzelf los van de tafel en vloog het mijn hand in. Een gevoel van euforie en verbazing overspoelde me. In het goede gevoel liep ik naar beneden. En mijn buikgevoel had gelijk. De achterdeur stond nog open. Met mijn sleutels draaide ik de deur op slot. Ik keek nog even naar buiten voor ik de luikjes dicht deed. Net toen ik ze dicht wilde doen zag ik een donker figuur achterin de tuin lopen. Hij leek mantel te dragen. Hij leek verdacht veel op de man van het ziekenhuis. Een rilling liep over mijn rug. Ik sloot zo snel mogelijk de luikjes en liep toen snel naar boven toe. Daar pakte ik het potlood en ging ik in bed liggen. Ik hield het potlood boven mijn ogen en probeerde het hoog te houden met mijn ogen. Het werkte. Zo had ik de hele avond overgehouden met mezelf en ik werd ik de volgende ochtend wakker met een potlood op mijn hoofd.

I seeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu