Deel 1 Hoofdstuk 4 ~ Sokken

26 3 0
                                    

De dagen na de noodbel gingen tergend langzaam. Niemand sprak meer over de jongens die sinds die dag niet meer waren gezien. Ik had zelfs iemand gevraagd of ze Ben nog hadden gezien, maar daarop was gereageerd met een 'Wie is Ben?' En langzaam begon het beeld dat ik nog had van Ben te verdwijnen. Alleen de naam kwam me nu nog bekend voor. Ik miste een aanwezigheid in de voorkant van de bus, maar kon me niet herinnering wie die leegte hoorde te vullen. Ben werd langzaam maar zeker gewist uit mijn geheugen. Ik zat nu elke busrit met Tommy, en sinds hij ook steeds alleen zat in de pauze, zaten we nu samen. Ik hoefde eindelijk niet meer steeds alleen zitten. Maar ook met Tommy waren de gespreksonderwerpen beperkt. We praatten over lessen en muziek, maar daar hield het wel bij op. De lessen zijn ook niet helemaal erg interessant. Zoals deze les.
Biologie. Al de zoveelste keer dat we het hadden over de reactie van het menselijklichaam op Het Virus. Beginsymptomen: onverklaarbare zwarte plekken op de rug en op de buik, hoofdpijn achterop het hoofd en verlies van haren over het hele lichaam. Maximale duur van symptomen tot overlijden: 36 uur. Snelste manieren van doorgave: bij uitwisseling van lichaamsvloeistoffen, bij aanraking en via objecten aangeraakt door besmette. Kort samengevat een nare ziekte.
Dus deze uitleg hoorde ik voor de tienduizendste keer. Aangezien ik alles wat er op het bord werd uitgelegd al wist, zat ik na te denken over de afgelopen 5 weken. Ik wist alles nog van de black-outs, maar ik miste een deel. Ik kon me de sokken nog herinneren, maar daarna zat ik ineens in de les. Er miste een deel. Er was alleen nog een naam die steeds in mijn hoofd drijft. Ben. Het komt me bekend voor, maar ik heb geen idee waarvan. Ik hing een beetje op mijn hand tijdens de les. Maar nu voelde ik ineens een slaperig gevoel. En ineens was ik weg.
Ik voelde een koude hand om mijn keel heen slaan. Flitsende beelden schoten chaotisch door elkaar heen. Een man met een zwarte jas en een litteken over zijn kaaklijn. Twee jongens die achter hem aanliep.  Twee diepblauwe ogen. Het logo. Dat verdomde logo. De beelden herhaalde zich tientallen keren, en de hand om mijn keel greep zich strakker beet. Ineens vielen de beelden stil. Uit de schaduwen kwam jong meisje met haar donkere lange haar in twee staartjes aan huppelen. Hoe dichterbij ze kwam, hoe strakker de hand om mijn keel zat. Ik kreeg nu geen lucht meer, helemaal niets. Het meisje stond voor me, en keek me aan. Ze had dezelfde kleur blauwe ogen als ik. Ze leek erg veel op me. Haar ogen verschoven zich naar de knuffel die ze in hand hield. Haar kleine handje zat om de knuffels nek. Ze begon te lachen en kneep er harder in. Ik voelde de lucht uit mijn longen geperst worden terwijl ze dat deed. Deed ik mezelf deze pijn aan? Schoot er ineens door mijn hoofd. Ben ik dat? Ik probeerde me te relaxen en voelde lucht weer in mijn longen stromen. Het meisje liet ook haar handje wat losser van de knuffel. Ze glimlachte naar me en liet het ding vallen. Ineens liet ook de koude hand mijn keel los. De duisternis verdween en ik zat in het klaslokaal. De hele klas keek me aan terwijl ik naar lucht hapte. Een brandende pijn verspreidde zich vanuit mijn longen naar mijn hele lichaam. Ik verloor alle controle en viel van mijn stoel af. Ik zag de andere leerlingen wel tegen elkaar praten, maar hoorde niets meer. Al mijn spieren begonnen te stuiptrekken en ik probeerde me te relaxen maar het lukte niet. Ik voelde mijn ogen naar achter draaien en de duisternis was weer terug.

Ik opende de mijn ogen en zag een toegetakeld gezicht boven me. Een litteken langs zijn kaaklijn en een glimmend kaal hoofd. Het was de man uit mijn nachtmerries. Rillingen liepen over mijn rug toen ik dacht aan de vreemde droom die ik had tijdens de les.
"Jij was even out voor een tijdje." Zei hij
Ik probeerde iets zinnigs uit mijn mond te krijgen maar het lukte niet, dus ik besloot te knikken. De man wilde weer gaan praten toen de zuster binnenkwam. Ze legde een bakje pillen op mijn kastje en voor ze haar hand weer terug kon nemen, pakte ik deze vast. Ze keek geschrokken. Ik keek haar recht in haar ogen aan, zodat de dwang niet in mijn stem hoefde te liggen.
"Niet schrikken alsjeblieft. Kunt u deze man verwijderen uit mijn kamer?" Bracht ik met moeite zeer krasserig uit.
Ze verstrakte ineens, maakte haar rug recht, en liep naar de man. Ze pakt hem stevig bij zijn armen en trok hem naar buiten. Hij probeerde zich los te wringen, maar de ijzeren grip van de vrouw gaf hem de kans niet om te ontsnappen.
"Nu wéét ik dat je bij mijn soort hoort! Je hebt jezelf zojuist bewezen, idioot! Neem de medicijnen niet! Hoor je me?! Neem de medicijnen niet!" Riep hij nog voor hij de kamer uit werd gesleurd door de ineens sterke vrouw. 

I seeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu