|7| Gestoord

345 29 7
                                    

Het water was ijskoud.

Ik rilde.

Ademde alle lucht uit mijn longen tot ze ineenkrompen.

Mijn ogen openden zich wijd toen ik water opslokte.

Ik weigerde aan mijn lichaam toe te geven.

Dit was wat ik verdiende.

Langzaam vulden mijn longen zich met water.

Ik kokhalsde meerdere keren.

Net toen ik dreigde weg te vallen hoorde ik een harde plons.

Een enorm gewicht schuurde tegen mijn rug.

Twee armen gleden langs mijn middel en trokken me omhoog, uit het water.

In een seconde werd het water van me weg gehouden en lag ik op zachte aarde.

De moddergeur drong me te binnen.

Wazig zag ik een gestalte.

Het rilde van de kou.

Het, of beter gezegd hij, haalde het haar uit zijn gezicht en boog zich naar me toe.

Met zijn neus op slechts een minimale afstand van de mijne.

Ik sloot mijn ogen weer.

Ik voelde zijn warme adem over mijn gezicht.

'Open ze.' fluisterde hij.

Ik probeerde, maar mijn oogleden werkten tegen.

'Verdomme-' vloekte hij zacht. 'Open ze.' beveelde hij nu wat harder.

Ik bleef stil liggen.

Het water had de macht gegrepen en leidde mijn lichaam.

Het had geen zin.

'Je laat me geen andere keus.'

Kort daarna voelde ik hoe mijn neus dicht geknepen werd.

Mijn mond werd geopend.

Twee natte lippen plaatsen zich op de mijne en blazen lucht mijn longen binnen.

Mijn hart raasde.

Het timmerde tegen mijn borst.

Het leek alsof deze inspanning als een duwtje in de rug werkte.

Ik kreeg weer de ruimte om te kunnen ademhalen.

Ik hoestte en proestte rechtstreeks in zijn mond.

Oeps.

Per direct liet hij los en hield mijn gezicht vast.

Ik plaatste mijn handen op die van hem en opende mijn ogen.

Ik keek recht in twee donkerbruine, fonkelende ogen.

Ze werden donkerder en neigden de kleur zwart.

Toen ik eindelijk regelmatig ademde liet ik hem los.

De gedachte aan mijn zelfmoordpoging deed me huiveren.

Een rilling loopt over mijn rug.

'Jij...jij bent-' hij haalt een hand door zijn haar.

Keek woedend naar me en stond met een ruk op.

'Gestoord.' ging hij verder.

De afschuw in zijn ogen liet me walgen.

Walgen van mezelf.

Hoe kon ik?

Wat dacht ik wel niet?

'Hoe haal je het in je hoofd?!' schreeuwde hij terwijl zijn borstkas hevig op en neer ging.

Precies, hoe haalde ik het in mijn hoofd?

Zijn shirt plakte tegen zijn gespierde buik.

Zo ook zijn krullende haar aan zijn voorhoofd.

Ik keek weg.

'Niet te gelóven!' Hij was boos.

Zei ik boos? Ik bedoelde namelijk woedend.

Ik krabbelde overeind.

Beschaamd keek ik naar mijn schoenen.

Helemaal doorweekt.

Mijn sokken voelden oncomfortabel en zwaar.

Ik zette een stap achteruit.

'Dat had je niet mogen zien.' fluisterde ik zacht.

Hij verstond me niet.

'Ik had het ook niet willen zien.' Oke toch wel.

Ik schaamde me.

'I-ik...' hakkelend keek ik terug op.

Ik wil naar huis.

Zijn ogen boorden zich in de mijne.

Ze stonden opeens bezorgd en medelijdend.

Ik wil naar bed, slapen en de volgende dag gewoon wakker worden alsof er niets is gebeurd.

Ik had moeite met mijn tranen in bedwang te houden.

Ze wilden zich vermengen met het koude meerwater.

Ik snikte.

Te laat.

'Hey, niet huilen.' De zachte stem waarmee hij sprak was rustgevend.

Hij kwam naar me toe gelopen.

Beschermend sloeg ik mijn armen voor mijn gezicht.

Kijkend door het kleine spleetje tussen mijn onderarmen.

Bang dat hij me pijn zou doen.

'Alsjeblieft, doe me geen pijn.' fluisterde ik.

Mijn stem brak.

Ik wilde huilen.

Hij deinsde achteruit door mijn woorden.

Alsof iemand hem een slag in zijn gezicht had gegeven.

'Ik? Jou pijn doen?' Hakkelde hij verbaast.

Ja, jij. Mij pijn doen.

'Maar dat...waarom zou ik dat doen?' vroeg hij verward.

Tussen zijn wenkbrauwen ontstond een frons.

Ik schudde mijn hoofd en draaide me om.

Mijn schoenen maakten een raar geluid toen ik ze optilde en terug op de grond smakte.

Snikkend legde ik mijn hoofd in mijn handen en begon ik zachtjes te huilen.

Het geluid was vreselijk.

Hij kwam dichterbij.

Zonder dat ik hem tegenhield deze keer.

Hij kwam voor me staan en haalde mijn handen voor mijn gezicht weg.

Hij spreidde zijn armen, glimlachte voorzichtig en trok me in een omhelzing.

En ik huilde.

Heel hard.

Deel 7xx

Abused. | SafyahWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu