16. Routine

100 9 0
                                    

The greatest prison people live in, is the fear of what other people think.

~~~~~~~~~~~~~~

Celeste van Fortuyn

Mijn ogen scannen het bekende gebouw voor me af. De grijze bakstenen bevatten geheime woorden. De gedachten van de mensen zijn erin genesteld, als een vieze bacterie. Ze horen de gesprekken, het gevloek. Ze voelen de pijn, de verwarring en de woede. Eenmaal als mijn simpele Allstars de werkvloer betreden hebben lijkt het niet zo rustig te zijn als ik had gehoopt. Meerdere bewakers gehuld in hun herkenbare blauwe tenue lopen gestrest rond. Allemaal in dezelfde richting: de cellen.
“Celeste!” Ik schrik op van de barse stem van George. Zijn houding bevestigd dat er iets aan de hand is.
“Ja meneer Beerlandt.” Ik leg mijn spullen neer naast mijn bureau en hang mijn jas op aan mijn stoel.
“Er is ruzie uitgebroken in rij C, niemand, maar dan ook niemand mag vandaag naar buiten. Ga jij straks even kijken hoe het met ze gaat en wat de oorzaak was?” Ik knik terwijl er een denkrimpel in mijn voorhoofd ontstaat. Er is bijna nooit ruzie, sommigen zeggen niks, terwijl anderen een hechte groep vormen met elkaar.
Als ik klaar ben met de stapel papierwerk overwint mijn nieuwsgierigheid het van mijn kennis en loop ik door het al bekende weggetje richting de cellenblok. Rij C. Dat is de rij van Liam, Vince, Fransisco en een paar anderen. Onzeker kijk ik naar de rijen tralies. Waar moet ik nu weer beginnen? Een harde koude hand plaatst zich over mijn schouder. Ik schrik, hap naar adem en ruk me los. Daar sta ik dan, oog in oog met een doodgewone bewaker en mijn eigen zwakke hart dat veel te snel klopt.
“Je liet me schrikken.” Zucht ik zachtjes terwijl ik mijn ingehouden adem loslaat. Hij kijkt me verontschuldigend aan.
“Fransisco en Josh hadden ruzie, daardoor mocht de hele rij niet naar buiten omdat ze niet stopten en het ons niet veilig leek. Maar toen de andere dat hoorden braken ze allemaal los.” Ik knik begrijpelijk. Er zijn er een paar, zoals Liam, die zeer gehecht zijn aan hun uurtje buiten, en hun half uurtje sport. Het is het enige moment in de hele dag dat ze geen grijs of blauw zien. Het enige moment dat ze de wind langs hun wangen kunnen voelen en dat de verse lucht hun longen kan binnenstromen. Ik loop richting de cel van Liam, er vertrouwen in hebbend dat hij eerlijk tegen me is.
“Liam?” Zijn hoofd schiet omhoog terwijl zijn spieren zich langzaam terug ontspannen en hij van zijn bed afkomt.
“Ik wil naar buiten.” Ik knik begrijpend.
“Was dat de oorzaak van de heisa?” Zijn hoofd maakt een knikkende beweging en in een fractie van een seconde heeft hij tegen de muur geschopt. Een harde klap vult de stilte. Zijn vuist ziet er rood uit, maar zijn gezicht laat geen pijn zien.
“Het leven is zo oneerlijk.” De woorden sissen door zijn tanden en vormen de waarheid. “Omdat Josh en Fransisco zich niet kunnen gedragen, moet ik dan ook binnenblijven? Laat hen dan verdomme binnenblijven, ik heb niks gedaan. Ik gedraag me altijd en het enigste wat ik krijg is het gezeik van de politie op mijn nek en straf.” De aderen in zijn hals worden zichtbaar en zijn ogen spuwen vuur. Maar toch blijf ik tegen de tralies staan. Liam zou me nooit iets doen en ten tweede staat de bewaker ook nog altijd tegen de deurpost.
“Ik ga even naar Fransisco.” Mijn stem houd ik zacht, roepen heeft geen zin. Hij kalmeert vanzelf wel. Het ergste van mijn baan is dat ik bij bepaalde personen wel begrip vind. Ik begrijp ze. Hun acties, hun gevoelens, maar het zijn ‘slechte’ mensen. Mensen die verkeerde daden deden. Maakt mij dat dan ook een slecht mens?
“Fransisco, waarom al die heisa?” Een bruin paar ogen kijken me aan. Fransisco is niet echt een gevaarlijke crimineel. Hij is een drugsdealer die een beetje ver ging, maar het komt wel goed met hem. Over een jaar loopt hij waarschijnlijk weer vrij rond.
“Josh, die achterlijke hufter.” Hij snuift verontwaardigd terwijl zijn ogen zich op Josh richten, gevaarlijk als een geweer. Ik probeer mijn gezicht in de plooi te houden. “Vertel je het me hier of mijn kamer?” Met mijn kamer bedoel ik natuurlijk het gekleurde praatkamertje waar ik en Fransisco ongestoord zouden kunnen praten.
“Je kamer.” Ik knik, haal er de bewaker bij en loop richting mijn kamer. Wat was dit me allemaal voor gedoe om niets.

Misdaad in mijn hart (Niall One Direction fanfic)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu