Hoofdstuk 2

1.1K 108 1
                                    

  De begrafenis was geweest. Het was een mooi en waardig afscheid. Nu zat ik weer thuis, nadenkend aan die ene dag. Niets. Niets had ik aan hem gemerkt. Een traan rolde over mijn wang. ‘Klaas’, snikte ik. ‘Waarom. Ik hield van je.' De deurbel ging. Ik droogde mijn tranen en deed de deur open. Het was de buurvrouw. ‘Marie toch, ik wilde je niet alleen laten. Zal ik thee zetten?’ vroeg ze en gaf mij een knuffel. Ik knikte dankbaar en de buurvrouw verdween naar de keuken. Een paar minuten later kwam ze terug met twee dampende theemokken. Mijn buurvrouw was nog maar in de dertig, maar echt een schat van een vrouw. En ik kon haar oprecht mijn vriendin noemen. Zwijgend dronken we onze thee op.

-----

Ik weet niet of ik morgen tijd heb om een stukje te plaatsen. Zal mijn best doen!

Donker BlauwWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu