Hoofdstuk 3

963 93 2
                                    

De buurvrouw bleef nog lang. Na nog een kopje thee stapte ze op. 'Marie je mag mij altijd bellen, jij bent mij echt niet tot last.' Ik bedankte haar en ging verder met het dagelijks leven. De was moest nog gedaan worden, er moest eten op tafel. Nja, waarom? Alleen voor mijzelf natuurlijk. Ik had geen honger,  maar besloot dat mijn lichaam toch eten nodig had. Zuchtend pakte ik een pan uit de onderste lade. Ik voelde meteen een steek in mijn rug. 'Verdorie', mompelde ik. Ouderdomsverschijnselen.

Donker BlauwWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu