Ruzie

693 28 0
                                    

Snel fiets ik naar de plek waar ik Cassius voor het laatst gezien had. Dan zie ik dat Cassius in elkaar geslagen wordt door een jongen. Als ik dichterbij kom zie ik dat het Samuel is. Ik spring van mijn fiets af en probeer de jongens uit elkaar te halen maar dat lukt niet ze zijn veel sterker dan ik. ‘WAAROM DOE JE DIT?’ schreeuw ik naar Samuel. ‘WAAROM DENK JE?’ schreeuwt hij terug. Dan is het even stil en dan haalt Samuel zo hard uit dat Cassius met een harde klap op de grond valt. ‘WEETJE, OMDAT JIJ MET HEM GEZOEND HEB!’ schreeuwt Samuel door zijn tranen heen. ‘Ik niet! Hij zoende mij.’ Zeg ik terug. ‘Moet ik geloven!’ zeg Samuel boos. ‘Ja maar als jij mij niet gelooft dan hoef ik je ook nooit meer te zien!’ zeg ik en dan kniel ik voor Cassius. Hij ligt maar een beetje stil op de grond. Ik pak de mobiel van Cassius uit zijn zak en bel de ambulance. Ik krijg zo’n raar vrouwtje aan de lijn maar ik vertel wat er allemaal is gebeurd en waar het is gebeurd. Ze zegt dat er zo snel mogelijk een ambulance naar de plek komt. ‘Maar Samuel waarom heb je dit gedaan?’ vraag ik aan hem. ‘Nou ik zag jullie zoenen. En ik werd zo boos dat ik Cassius ging slaan.’ Zegt Samuel maar hij durft mij niet aan te kijken. ‘Maar dan hoef je hem toch niet verrot te slaan?’ vraag ik. Ik probeer oogcontact met Samuel te krijgen door zijn hand vast te pakken. Dan blijft het stil. ‘Samuel je moet niet denken dat wij verliefd niet verliefd op elkaar zijn. Althans ik ben niet verliefd op Cassius. Eigenlijk voel ik nog steeds wat voor je.’ Zeg ik verlegen. Ik kijk opzij en ik zie dat Samuel alweer een lachje op zijn gezicht heeft. Dan geeft Samuel me een kus op mijn wang. Dit voelt echt vertrouwd. Ik ook voor jou!’ zegt Samuel. ‘ Maar als Cassius weer wakker is moet je het met hem wel goed maken!’ zeg ik tegen Samuel. Als hij net wil reageren komt de ambulance aangereden. Cassius wordt op een brancard gelegd en wij mogen meerijden naar het ziekenhuis. Als we daar zijn moeten wij even wachten in de wachtkamer. ‘Is het goed als ik even een blokje om ga?’ vraagt Samuel aan mij. Ik knik en als hij weg is voel ik een mobiel afgaan. Maar het is niet mijn mobiel. Ik heb de mobiel van Cassius nog in mijn zak zitten. Misschien is het een idee om Kaj, Dioni en Jai te bellen van dit verhaal. Eerst bel ik Dioni. Ik zoek zijn nummer en bel hem.


POV Dioni

Opeens gaat mijn mobiel af. Lonneke en ik zaten net in geweldige kus. Ik kijk naar de display en zie dat Cassius het is. ‘Heeeii Cas wat is er?’ zeg ik. ‘Euuhh ik ben Cassius niet maar ik ben een vriendin van hem. Misschien heb je van Samuel weleens verhalen over mijn gehoord maar ik was zijn vriendinnetje. Maar dat is nu uit. De jongens hadden ruzie om mij omdat ik met Cassius gezoend heb maar terwijl het uit is met Samuel. Maar Samuel had dat dus gezien maar ik wilde dat helemaal niet dus ik duwde hem van mij af. En ik fietste naar huis maar toen ik net naar binnen wilde gaan hoorde ik kei hard geschreeuw. Het kwam precies van de plek waar ik Cassius voor het laatst had gezien. Dus ik fietste daar weer heen en toen zag ik Cassius en Samuel vechten. En nu ligt Cassius in het ziekenhuis.’ Eindigt het meisje aan de andere kant haar verhaal. ‘Oooh wat erg. Ik kom er meteen aan. Tot zo.’ Zeg ik en ik hang op. Meteen hangt Lonneke weer aan mijn lippen. Volgens mij heeft ze het hele verhaal ook gehoord. ‘Sorry Lon, maar Cassius ligt in het ziekenhuis dus daar wil ik heel graag heen! Je mag ook mee als je wilt.’ zeg ik tegen haar. Ze knikt dat ze meegaat. We doen snel onze schoenen en jassen aan en gaan richting het busstation.

POV Jai

Ik zit hier maar een beetje te niksen in de tuin met Kaj. Dan komen mijn neefjes de tuin in gerend en ze vragen of we mee willen doen met voetbal. Ik spring op en ga met ze voetballen. Wij twee tegen mijn neefjes. Als ik een paar keer gescored heb voel ik mijn telefoon in mijn zak trillen. Ik tover hem snel tevoorschijn en neem op. Ik hoor een onbekende meisjes stem aan de andere kant van de lijn. Ik zet hem snel op luidstreker dus Kaj kan mee luisteren. Ze vertelt een heel verhaal over dat Cassius en Samuel gevochten hebben en dat Cassius nu in het ziekenhuis ligt. Na een paar minuten heeft ze alweer opgehangen.  Ik ren meteen naar mijn moeder om te vragen of ik naar Cassius toe mag. Ze vinden het goed als ik hun maar goed op de hoogte houd. Mijn moeder brengt ons snel naar het station en rennen snel naar de trein hier daar al staat. Gelukkig hebben we hem net gehaald. Hijgend gaan we op een plekje zitten.

Friends? Ft. SamuelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu