Simons stapt uit het lege bed. Hij heeft de hele nacht liggen draaien in zijn bed. Vragen spookten door zijn hoofd. Waar zouden ze zitten, wat zouden ze eten en zouden ze wel eten? Hij weet het niet. Het enige dat hij weet is dat ze nog niets aan gedaan is, of de man moet gelogen hebben. Simons loopt naar de kast en pakt zijn kleren. Hij ziet er weer net zo degelijk uit als normaal. Het opsporing bevel heeft nog niets opgeleverd. Simons zucht. Hij strikt zijn veters. Rustig loopt hij de trap af. Er staat niets op het aanrecht. Hij pakt uit de broodtrommel twee volkoren broodjes. Uit de koelkast pakt hij de kipkerrie salade. De koelkast begint leeg te raken. Lisa zou boodschappen doen als ze de kinderen naar school had gebracht. Simons neemt een hap van zijn boterham. Het smaakt niet zo goed als hoe Lisa het maakt, zij doet het met liefde. Simons pakt zijn mobiel en belt een vriend. "Ha, Joost. Albert hier. Wil jij even boodschapjes voor mij doen? Ik breng straks het briefje langs als ik naar mijn werk ga. Dankjewel hè!" Simons hangt op. Hij pakt het briefje van het aanrecht, haalt de sleutels uit de keukenla en loopt de deur uit. Hij trekt de deur achter zich dicht en loopt naar de auto. Hij stapt in de auto en rijdt naar Joost.
Ding dong. Simons doet een stap naar achteren. Joost doet de deur open. "Ha Albert. Waarom moet ik je boodschappen doen? Is er iets met Lisa?" Simons zucht. "Lang verhaal, ik kom vanavond wel even wat drinken. Dan leg ik het uit. Nu moet ik werken." Simons loopt weer naar zijn auto en rijdt naar het politiebureau. "Joost ook met zijn grote huis en goede baan. Ik ben hier wel bezig met zijn leven te beschermen, hij zit op een kantoortje handtekeningen te zetten." Simons stopt maar met het zeuren op Joost. Lisa zou dat nooit goed hebben gevonden. Simons denkt nog eens na. Hij praat nu over haar alsof ze dood is. Alsof hij haar al heeft opgegeven. Hij slaat zichzelf voor zijn hoofd. Zo wil hij niet denken. Op de radio hoort hij een liedje, een traan rolt over zijn wang. Een man weet pas wat ie mist, als ze er niet is, als ze er niet is, weet een man pas wat ie mist. Hij zet de radio snel uit. Altijd zong hij dat nummer keihard mee, nu moet hij er niet aan denken.
Simons loopt het bureau binnen. Geen Chantal achter de balie. Dat valt hem tegen. Hij loopt de trap op naar de recherchekamer. Ilse is nog niet binnen. Hij loopt naar de koffieautomaat. Er komt stoom van het apparaat, de koffie loopt uit de automaat. Simons pakt het kopje en loopt naar zijn bureau. Ilse komt de kamer binnenlopen. "Heb je goed geslagen?" Simons schudt zijn hoofd. "Ik heb denk ik een uur of drie geslapen." Ilse gniffelt. Simons draait zijn stoel terug naar de computer. Hij kijkt of de mobiele telefoon van de ontvoerder nog ergens anders is gebruikt. "Ilse, kom eens." Ilse loopt naar Simons toe. "Kijk, hij is op twee andere punten ook nog geweest. Als je de punten met elkaar verbind krijg je een driehoek. Ergens in die driehoek moet hij zitten." Ilse slaat Simons op zijn schouder. "Eigenlijk ben je wel slim." Simons kijkt Ilse lachend na. Zijn telefoon gaat. Verborgen nummer. Het is de ontvoerder weer. "Ik heb je eerste opdracht." Simons onderbreekt de man. "Vragen aan het einde van het gesprek" Zegt de man aan de andere kant van de lijn. Simons zucht. "Ik wil een grote tas met honderdduizend euro cash. Geen zendertjes. Je krijgt je zoon terug in ruil voor de tas. Als ik merk dat ik word belazerd maak ik er een af. Geen politie of iets, het geld alleen. Vanavond moet alles gereed zijn. Ik bel je later nog voor de locatie." Simons heeft rustig geluisterd en opgeschreven wat hij moet doen. "Mag ik je naam weten, dat communiceert wat makkelijker." Het blijft stil. "Nee, ik praat, jij luistert." De man beëindigt het gesprek. Simons laat zijn telefoon zakken. "Honderdduizend euro, hoe gaan we dat doen?" Ilse haalt haar schouders op. "De bank vragen, als ze opgepakt zijn kunnen we het geld terug geven aan de bank." Simons knikt. Het kan best een goed idee zijn. Het enige gevaar kan zijn dat ze hem niet te pakken krijgen, maar daar is Simons heilig van overtuigd. Hij gaat weer aan zijn bureau zitten. Pakt de hoorn van de telefoon en toetst het nummer van de bank. De telefoon gaat over. Een vrouwen stem klinkt door de hoorn. "Een goede morgen, u spreekt met rechercheur Simons van het politiebureau Zuid-Holland-Zuid, afdeling Gorinchem. Ik zou graag een afspraak maken met de directeur voor over een uur." Aan de andere kant van de lijn stamelt het meisje wat. "Over een uur is wel erg snel. Ik zal kijken wat ik kan doen voor u. Ik bel u zo dadelijk terug." Simons bedankt het meisje en legt de hoorn terug op de haak. Uit zijn broekzak vist hij zijn mobieltje en toetst het nummer van Joost. "Ha Joost, Albert hier. Is het gelukt met de boodschappen? Heb je ze ook opgeruimd? Je bent een gouden kerel. Wil je mijn sporttas naar het bureau brengen? Oké, zie je zo. Jo." Hij steekt zijn mobiel terug en leunt achterover. De telefoon op het bureau gaat. "Simons. Ja? Mooi. Tot zo meteen dan. Dag hoor." Hij legt de hoorn terug en kijkt naar Ilse. "Het is gewoon gelukt." Ilse kijkt hem aan alsof hij gek is. "Over een halfuur bij de bank. Ik zei dat ik binnen een uur een gesprek wil en dat is geregeld." Ilse lacht. "Hij heeft net gebeld vanaf de bibliotheek. Dat met die driehoek klopt niet meer." Simons kijkt terneergeslagen naar het beeldscherm waar nu ook het plaatje staat. Hij zucht. "Daarna uit de lucht zeker?" Ilse knikt. "We kunnen wel de camerabeelden bekijken van de parkeerplaats. Een donkergroene Volvo zal wel opvallen." Simons pakt de tablet die naast zijn beeldscherm staat en loopt naar Wim. "Wil je de beelden van de parkeerplaats bij de bibliotheek even doorsturen?" Wim neemt de tablet aan, sluit hem aan op zijn computer en zet het bestand over. Simons bedankt de man en loopt terug naar zijn bureau. Hij zet de film op een paar minuten voor het telefoon gesprek. Nog nergens op de parkeerplaats is de V70 te zien. De beelden lopen verder. Ook tijdens het gesprek geen Volvo te zien. Simons schakelt over naar wat andere camera's, ook vanaf daar is niets te zien. "Een tweede auto. We hebben te maken met iemand die weet wat hij doet." Simons kijkt op zijn horloge en wenkt Ilse mee te komen. Ze stappen in de auto en rijden naar de bank in het centrum.
JE LEEST
Rechercheur Simons
AcciónRechercheur Simons krijgt een dreig SMS. Die neemt hij vanwege zijn werk natuurlijk erg serieus. Als Simons gaat uitzoeken waar het bericht verstuurd is, blijkt het bij de school van zijn kinderen.