Simons zit op een stoel bij een gesloten deur. Joppe word onderzocht. Een dokter komt de kamer uit gelopen. "Uw zoon is helemaal niets gebeurt. Hij heeft genoeg voeding gehad. Ook heeft hij in een warme ruimte gezeten. Het enige is een blauwe plek op zijn knie. Volgens uw zoon zat hij er al." Simons knikt. De dokter doet een stap opzij en laat de rechercheur binnen. Joppe zit aan een tafel te spelen met de zuster. Simons lacht en loopt naar zijn zoon. "Papa, ga ik weer terug naar mama?" Simons schudt zijn hoofd. "Papa zorgt dat mama zo snel mogelijk thuis komt." Hij geeft Joppe een kus op zijn hoofd. "Is het mogelijk dat mijn zoon hier blijft? Ik werk tot laat en mijn vrouw..." De zuster knikt. Simons geeft Joppe nog een kus en loopt de kamer uit. Hij pakt zijn mobiel en belt naar het bureau. "Ik wil iemand bij mijn zoon in het ziekenhuis. Ik zal een lijst maken met wie erin mag." Simons loopt het ziekenhuis weer uit. Hij stapt in de auto en rijdt naar het bureau. Als hij net zit gaat zijn telefoon. "Vandaag je tweede opdracht, voor je dochter. De opdracht is zeker niet simpel, maar als je hem goed uitvoert mag je me een paar vragen stellen. Wat je gaat doen is een wapen kopen inclusief munitie. Het wapen moet worden vervoerd in een koffertje. Ook moet er een vergunning bij die op naam staat van niemand. Niets is onmogelijk." Het is stil. Simons denkt hard na over hoe hij dit moet regelen. Een wapen op naam van niemand met vergunning. Hij ploft in zijn stoel. Een pistool, wat voor een soort en hoeveel patronen? Steeds meer vragen doemen zich op in het hoofd van de rechercheur. Zijn wereld staat helemaal op zijn kop. Hij kan niet wachten tot hij zijn vrouw in zijn armen kan sluiten. Hij gaat in gedachten twaalf jaar terug. De mooiste dag van zijn leven. De dag dat hij trouwde met de mooiste vrouw die hij ooit had gezien. In een witte jurk liep ze naar hem toe. Twee keer een volmondig ja. Alle collega's waren erbij. Simons is in die twaalf jaar nog nooit gestopt met het houden van zijn vrouw. Nu ze weg is mist hij haar meer dan gedacht. Ze was wel vaker weg, maar dan wist hij dat het goed was. Hij weet nu hoe zij zich altijd voelt. De vraag of je echtgenoot nog thuis komt. Simons denkt er niet te lang aan. Hij pakt zijn 9 millimeter uit de bureaula en gaat naar buiten. Ilse gaat achter hem aan. "We gaan een glock halen in Duitsland." Ilse lacht. Simons kijkt haar serieus aan. De glimlach verdwijnt.
Zo lang zitten ze niet in de auto, net over de grens zit een mannetje met goede, legale wapens. Een oude vriend van Simons. Hij heeft bij hem op school gezeten. De man wilde altijd al in Duitsland gaan wonen. Ze stappen uit de auto. Een man komt naar buiten. "Simons! Leuk dat je er bent!" De man laat Simons en zijn collega binnen. "Wilkommen in Duitsland. Wat kan ich voor je betekenen?" Simons loopt langs de wapens aan de muur. "Een glock en een revolver, met munitie. Allebei los in een koffer. Twee keer los betalen. Bij de glock graag een vergunning zonder naam." De man kijkt moeilijk. "Je weet dat het illegaal is, een vergunning zonder naam." Simons knikt en pakt zijn portemonnee. "Hoeveel kost dat meer Jaap?" Jaap denkt even na. "Omdat jij het bent vijftig. Aber je hebt het niet van mij." Hij pakt twee koffers en pakt de wapens met bijbehorende munitie. "Dat word dan €4864,65, pinnen of contant?"
Simons grinnikt en geeft tien briefjes van vijftig. "Er is binnenkort een reünie, kom je ook?" Jaap haalt zijn schouders op en geeft de twee koffers.
Simons en Ilse stappen in de auto. "Waarom heb je een revolver gekocht?" Simons negeert de vraag van zijn collega. Ze vraagt het nog een keer, maar dringender. "Waarom heb je een revolver gekocht?" Simons kijkt opzij. "Omdat die man daar later nog om vroeg." Simons rijdt weer rustig door. Als ze net de grens over zijn klinkt er een knal en springt de achterruit kapot. Simons trapt op de rem en bukt. Als het stil blijft komt hij weer omhoog om te zien wat er is getroffen. De hoedenplank ligt vol glasscherven. Ilse draait zich ook om. Een zwarte Volkswagen Golf rijdt de grens over. Duits kenteken, te ver om nog te lezen. Simons stapt uit de auto en zet een rode driehoek een meter van de auto. Ilse pakt haar telefoon en belt naar het bureau. "Er is op ons geschoten, versterking graag. Net over de grens bij Bergen. Graag een FO. De schutter is er vandoor met een Volkswagen Golf met Duits kenteken. We hebben het kenteken niet kunnen lezen." En ze hangt weer op. In de wijde omtrek geen auto te zien. Een mooi rustig dorp,dicht op de grens. Het weer zit mee. Simons denkt na. Wie zou het toch zijn. Iemand van de ontvoerders van zijn vrouw zal het niet zijn. Die willen nog wapens hebben. De telefoon gaat. "We hebben uitgezocht wie jij in de gevangenis hebt gekregen en die nu vrij zijn. Dat zijn er zeven. De foto's staan op je tablet met namen en reden van aanhouding. Misschien kom je wel de persoon tegen die je kent. Ook hebben we de man gevonden die je kinderen van school heeft gehaald, hij heeft nooit vastgezeten. Ook is hij in het bezit van een donker groene Volvo V70. Ook zijn adres hebben we doorgegeven." Simons bedankt de vrouw aan de andere kant van de lijn en hangt op. Sirenes klinken, een politieauto, een Volkswagen Passat en een Volkswagen Caddy komen naar ze toe rijden. Sjaak komt uit de politieauto, Klaas komt uit de Volkswagen Passat. Hij loopt naar Simons en geeft de sleutels aan de man. "Zo kan je die kerel ophalen. We zullen uitzoeken wat er is gebeurt." Simons pakt de sleutels en gooit ze naar Ilse. Hij loopt naar de Nissan en haalt de tablet uit het dashboard kastje. Ilse zit in de auto en wacht op Simons. Hij stapt in en neemt de tablet op schoot. "We moeten naar de Blauwe torenstraat 12." Simons zet het zwaailicht op het dak en Ilse geeft flink gas. Naast de stoel van Simons ligt een huiszoekingsbevel. "We mogen nog naar binnen ook." Ilse lacht. Na een niet al te lange tijd staat de auto voor de deur van het huis. Simons pakt zijn pistool en loopt op de deur af. Met een trap slaat de deur open. "Politie" roept hij op zijn hardst. Door de gang naar de kamer, daar ligt de man bevend op de grond. Simons stopt zijn pistool terug en pakt de man bij zijn arm. "Je bent aangehouden wegens ontvoering." De man staat op en laat Simons rustig de handboeien om doen. Kalm loopt de man met Simons mee. Simons zet de man in de auto en stapt zelf ook in. Rustig rijdt Simons naar het bureau. De man word door een collega naar binnen gebracht.
Simons zit klaar in het verhoor met Ilse, de man wordt gecheckt en naar binnen gelaten. "Hallo meneer Wevers, laten we maar meteen beginnen. Waarom heb je mijn vrouw en kinderen ontvoerd, waar heb je ze gelaten en voor wie heb je het gedaan?" De man leunt wat naar voren. "Ik ben gevraagd om een vrouw en twee kinderen op te halen bij een school en ze naar een surprise party te brengen. Ik heb ze afgeleverd bij een loods en daarna ben ik naar huis gegaan. 's Avonds lag er een envelop met het geld in de brievenbus. Ik ben gevraagd door Albert Simons." Simons gromt. De man kijkt Simons vragend aan. "Ik ben Albert Simons." De man wordt rood. "Uw stem klinkt niet het zelfde als de man aan de telefoon." Simons gelooft de man. "Ik zal kijken wat ik voor u kan doen." Simons staat op en loopt de kamer uit, gevolgd door Ilse. "Geloof je hem?" Simons knikt. Hij draait zich om en vraagt nog wat aan de man. "Wat vroeg je?" Simons lacht en pakt de autosleutels. "Waar die loods is." Ilse knikt en gaat achter Simons aan. Ze rijden naar Arkel. Ergens afgezonderd staat een grote loods. Simons pakt zijn mobiel. "Een arrestatie team alsjeblieft. Snel." Al na een paar minuten staat er een Mercedes en een BMW voor de deur. Gewapende mannen stormen het gebouw binnen. Grote kratten met banden en velgen staan in de loods. "Politie!" Galmt door de loods. Geen gehoor. Simons loopt tussen de banden door tot hij de hele loods heeft gehad. Geen spoor van zijn vrouw. Simons zucht en loopt naar buiten. "Jullie kunnen naar binnen." De mannen in witte pakken lopen naar binnen om sporen te zoeken. Ilse stapt in en Simons rijdt weg.
Op het bureau aangekomen gaat Simons zitten en kijken naar de foto's van de gedetineerde mannen. Geen van allen vind hij een bedreiging. Simons draait de stoel naar het raam. De lucht is grijs geworden, het regent. Een lichtflits vult de kamer. Een donderslag klinkt. Het mobieltje van Simons gaat. "De koffertjes zonder zenders onder de Petersbrug in de stad. Om zeven uur. Geen politie in de buurt, dan krijg je dat meisje morgen terug. Afgeleverd door een taxi bij het ziekenhuis." De man hangt op. Simons kijkt op zijn horloge. Het is half zeven, nog twintig minuten en dan gaat Simons weer. Hij kijkt nog een keer tussen de gedetineerde mannen. "Hij zit er niet tussen. Ik weet het zeker." Simons staat op en loopt naar de hoofdinspecteur. "Meneer, de man die mijn vrouw heeft ontvoerd is gehuurd onder mijn naam. Hem is vertelt dat het om een feestje ging." De hoofdinspecteur denkt even na. "We laten hem gaan, maar als we hem nodig hebben moet hij binnen een uur hier kunnen zijn." Simons knikt en loopt het kantoortje uit. "Meneer Wevers mag naar huis." Zegt Simons tegen Ilse als hij naar Sjaak loopt. Simons instrueert Sjaak de man naar huis te brengen.
Twintig minuten zijn zo om. Simons pakt de koffertjes en rijdt naar de stad. Simons kijkt om zich heen. Niets te zien, geen opvallende auto's. Simons loopt de trap af en legt de koffertjes onder de brug. Snel loopt hij de trap weer op en stapt in de auto. Direct rijdt hij terug naar het bureau. Het blijft in zijn hoofd zitten dat het een van de vrijgekomen mannen is. Die pakken hem als Simons zijn gezin terug heeft. Op het bureau aangekomen krijgt hij weer telefoon. "Ik heb de wapens. Geen zenders gevonden en geen politie gezien. Je dochter wacht op je in het Beatrix ziekenhuis." De verbinding wordt verbroken.
JE LEEST
Rechercheur Simons
ActionRechercheur Simons krijgt een dreig SMS. Die neemt hij vanwege zijn werk natuurlijk erg serieus. Als Simons gaat uitzoeken waar het bericht verstuurd is, blijkt het bij de school van zijn kinderen.