Hoofdstuk 4

93 7 0
                                    

-George POV-
Het is nu al acht uur in de avond maar nogsteeds geen Harper. "Je weet zeker dat ze zou komen?" Vraagt Hermione. Ik knik. "Misschien is er iets gebeurd." Zegt Ginny bang. Op dat moment verschijnselen waarschijnlijk Fred en Harper. Harper hangt buiten westen aan voor zo ver ik kan zien niks maar het zal vast Fred zijn.

Er stroomt bloed van haar voorhoofd en mam pakt haar meteen vast en legt haar op de zetel. Ik ga een doek nat maken en leg die op haar voorhoofd. "Wat zou er gebeurd zijn?" Vraagt Ginny. Op dat moment word er een briefje op tafel gegooid. Ik open het en lees in moeilijk handschrift:

We waren aan het jagen op een geest dat een tovenaar had vermoord en in eerste instantie weg kwam. Ze werd geraakt door een vloek en ik nam haar mee terug, ik kon onmogelijk naar het St. Mungo's als geest zijnde.

Een traan rolt over men wang. Ik leg het papier op tafel en ga naast haar zitten. De anderen lezen het nu ook en ook zij zijn geschokt. "Ik wist niet dat Fred kon schrijven." Zegt Bill tot een poging iedereen aan het lachen te maken maar dat faalde. Ik hou haar hand vast en wrijf over de rug van haar hand met men duim. "Verlaat me niet nu, ik ken je net." Fluister ik zachtjes. "We moeten haar naar het St. Mungo's brengen." Zegt mam en ik knik.

Mam, ik en Harper verschijnselen naar het ziekenhuis en gaan naar binnen. Ik heb haar in mijn armen en ze word overgenomen door twee helers. Mam en ik zitten op een bank voor de onderzoek kamer. "Het komt allemaal wel goed." Zegt mam. "Ze zou voorzichtig doen." Zeg ik zacht. Mam staat op en vraagt iets aan de receptie maar ik let niet erg op.

Het enige wat ik kan denken is dat ze voorzichtiger moest omgaan. Haar werk is nou eenmaal gevaarlijk maar ik heb het gevoel dat Fred me voor het eerst niet boeit. Ik dacht dat de reden dat ik der zo graag bij me had was omdat ze me kon verbinden met Fred maar dat is helemaal niet zo. Ik hou van wie ze is.

Mam komt terug naast me zitten met een flesje water. Ze geeft hem aan mij en ik drink een slok. De realisatie dat ik echt van der hou maakt me misselijk. Vooral als ik bedenk dat we in een ziekenhuis zijn en dat haar wondes groot waren, veel te groot. Ik kan haar niet nu verliezen, ze is de eerste die me liet praten na een maand, de eerste die een glimlach op men gezicht toverde.

De deuren gaan open en ze word in haar bed naar een kamer geduwd. "We houden haar nog even hier voor onderzoek, haar hoofd had een fixe wonde maar die konden we naaien, haar onderarm daar en tegen zat diep en we denken dat de sectumsepra spreuk er iets mee te maken had. Die hebben we wel verzorgd maar ze zal het niet kunnen gebruiken de komende twee weken. Ze slaapt nog trouwens." Zegt de dokter en we gaan mee naar haar kamer.

"Dus wat ik heb kunnen uitmaken is dat haar hoofd ok is maar haar arm verlamd?" Vraag ik mam en ze knikt. Ik ga naast Harper op een stoel zitten en hou haar hand terug vast. "Lieverd, ik ga de rest gerust stellen, ik ben over een paar uurtjes terug." Zegt men moeder zacht en ik knik alleen maar. Ik kijk op de klok en zie dat het tien uur in de avond is.

Een jongen komt de kamer binnen, duidelijk een heler met die witte jas en leunt tegen de muur aan. "Geen zorgen, ze word wel wakker, haar werk heeft nu eenmaal voor en velen nadelen." Zegt hij. Ik knik enkel. "Bent u haar vriendje?" Vraagt hij zacht. "Nee, vriend." Antwoord ik en ik kan Fred al horen lachen. "Kon u opmaken welke spreuk er tegen haar hoofd is aangekomen?" Vraag ik wrijfend met mijn duim over de rug van haar hand. "Nee geen idee." Antwoord hij.

"Geesten zijn geweldige gedaantes, maar geesten van tovenaars kunnen nogsteeds toveren, Harper doet dit werk officieel slechts een jaar en is al vaker binnengekomen hier dan dat jij gelachen hebt." Zegt ze jongen. "Hoe groot schat je de kans dat ze sterft door zo'n vloek?" Vraag ik hem terwijl ik hard tegen de tranen vecht. "Nou voor normale mensen en tovenaars heel groot, voor Harper Bluebird die onder een of andere reden altijd weet te winnen en enorm sterk is geloof ik best gemiddeld." Antwoord hij. "Maar goed ik ga maar eens men andere patiënten bezoeken, als er iets is roep je maar." Zegt hij en loopt de kamer uit.

Wees voorzichtig Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu