Hoofdstuk 7

81 7 0
                                    

Ik lach en probeer zoveel mogelijk mensen te helpen. De winkel heeft een vredige positieve sfeer en dat maakt mij ongelofelijk vrolijk. Na een volle dag mensen geholpen te hebben ga ik op de trap zitten terwijl George de laatste paar mensen helpt. Wanneer zij de deur uit zijn komt hij naast mij zitten. "En ik dacht dat mijn werk hectisch was." Lach ik. "Ik ben blij dat we hem hebben geopend." Antwoord George. We kijken voor ons uit en wisselen even geen woorden.

"Acht uur, mam vermoord me." Lacht George. "Zullen we dan maar?" Vraag ik en hij knikt. We verschijnselen naar de burrow en we gaan naar binnen. "Hoe was het?" Vraagt Molly vrolijk. Zoals gewoonlijk zijn wij de laatste aan de eettafel. "Heel veel mensen bezochten de winkel." Lacht George. "En hij noemt mijn werk gevaarlijk, nou je zou daar makkelijk kunnen stikken met zoveel bezoekers." Antwoord ik en George lacht. "Kan jij je arm al bewegen?" Vraagt Ginny hoopvol. "Nope." Antwoord ik kort. De sfeer aan de tafel is vrolijk en iedereen heeft wel wat te vertellen. Ginny start haar laatste jaar in Hogwarts over een aantal weken.

Die avond zijn George en ik in zijn kamer. Hij geeft mij men pj aan en ik ga naar de badkamer. "Lukt het?" Vraagt hij na een tijdje maar nee het lukt niet. "Nou nee." Antwoord ik en hij komt binnen en grijnst. "Zou je me weer willen helpen?" Vraag ik. Hij teased me even en draait zich terug om om weg te lopen. Ik trek een pruillipje en kijk zielig naar beneden. Hij kijkt me opnieuw aan en komt voor me staan. "Je hebt geluk dat je zo schattig bent." Zegt hij en slaat snel zijn handen voor zijn mond.

Ik lach alleen. "Wel bedankt voor het compliment." Antwoord ik. Hij glimlacht en bloost zacht. Hij helpt me mijn pj's aan te doen en kijkt me als ik omgekleed ben aan. "Is er iets?" Vraag ik glimlachend. "Nee gewoon." Zegt hij en strijkt een plukje haar achter men oor. "Zoenen! Zoenen! Zoenen!" Roept Fred aanmoedigend. "Onder een of andere reden vergat ik dat jij er ook stond." Zeg ik nogsteeds kijkend naar George die glimlacht.

"Hij kijkt ons aan he?" Vraagt hij. "Yup." Antwoord ik. Hij knikt zacht en buigt voorover. Hij drukt zijn lippen op de mijne en ik stribbel zeker niet tegen. Ik leg mijn arm om zijn nek en hij de zijne om men heupen. De kus word een zoen en Fred juicht hard in George's kamer. We onderbreken de zoen en kijken elkaar aan. "Hij juicht." Zeg ik zacht. "Ja? Wel als hij hier zou zijn en ik bedoel niet als geest had hij je van me af proberen te pakken." Lacht George. "Ik ben van jou nu." Antwoord ik en hij laat zijn handen zakken tot onder men dijen en heft me op.

Ik leg men benen om zijn middel en men linker arm nogsteeds rond zijn nek. Hij loopt naar zijn kamer en zet me neer voor het bed. "Ik denk dat men familie zou flippen." Lacht George. "Dan vertellen we het hen nog niet." Antwoord ik. Hij glimlacht en we gaan op bed liggen. Hij legt zijn arm weer om me heen en ik leg men hoofd op zijn borst. "Slaap lekker." Zegt hij zacht en klikt het licht uit. "Slaapwel." Antwoord ik. En na een tijdje vallen we in slaap.

Wanneer ik wakker word voel ik men arm gedeeltelijk. Ik kan hem niet bewegen maar ik voel George zijn hand erover heen glijden. Hij opent zijn ogen en kijkt me aan. "Goeiemorgen." Zeg ik vrolijk. "Goedemorgen." Antwoord hij en drukt een kus op men voorhoofd. We staan beide op en kijken op de klok. 8 uur. "Iedereen slaapt nog behalve pap en mam." Lacht George. "Ik voel men bovenarm weer." Antwoord ik en hij glimlacht. "Kan je het bewegen?" Vraagt hij maar ik schud men hoofd.

"Klein vraagje, nu je officieel men vriendin bent en ik je nog moet helpen omkleden, mag ik deze keer wel kijken?" Vraagt hij en glimlacht kort. Ik haal men wenkbrauw op en denk na. "Sure." Antwoord ik. Als ik daar maar geen spijt van zal krijgen. Hij helpt me omkleden alsof ik een baby ben maar ergens vind ik het wel fijn. Hij heeft me wel bekeken maar zei niks, hij grijnsde enkel en heeft niks aangeraakt dat die niet mocht aanraken.

Eenmaal aangekleed lopen we de trap af en kijkt Molly ons vrolijk aan. We wensen elkaar Goeiemorgen en gaan naast Charlie zitten. Wij zijn de eerste drie kinderen beneden, als je ons zo kan noemen. Wanneer de rest ook aan tafel zit vraagt George: "misschien een domme vraag maar, heb jij op Hogwarts gezeten?" Iedereen wil duidelijk antwoord op die vraag want meteen valt iedereen stil. "Ja, soms zat ik in Harry's klas en ik heb mee gevochten in Dumbledore's army." Lach ik.

Ik zie hun rood worden. "Wij hebben je letterlijk nooit gezien." Zegt Hermione schuldig. "Ik hield me liever op de achtergrond, kwam zelden tot nooit in de problemen en praatte vaak met Cedric, hij voelde als een broer voor me." Antwoord ik. "Welk huis?" Vraagt Ron. "Hufflepuff." Antwoord ik. George glimlacht. "Eerlijk had ik dat al verwacht." Antwoord Harry. "Maar Cedric, hoe erg was het toen, je weet wel." Vraagt Ginny. "Helemaal niet zo erg, hij was op Hogwarts altijd bij me, na de battle verloor ik hem." Antwoord ik zacht.

"Je verloor hem?" Vraagt Ron. "Ja geen idee hoe maar hij was er niet meer." Antwoord ik. "Nee in plaats daarvan had je onze Fred." Antwoord Charlie. Fred glimlacht vanachter Hermione die wederom voor me zit. "Ik had toch liever Cedric rond me, hij zou me nooit van bed duwen!" Zeg ik. "Oh wel ga Cedric dan maar zoeken doei!" Roept Fred. "En waar denk jij naar toe te gaan?" Vraag ik. "20 meter van jou vandaan dat is zeker." Antwoord Fred en loopt naar de andere kant van de kamer. Ik begin te lachen. "Misschien is Fred toch leuker om rond je te hebben." Antwoord ik en hij springt terug voor me.

"Ga je me weer helpen in de winkel?" Vraagt George na het ontbijt. "Is goed, ik heb toch niks anders te doen." Antwoord ik en loop met hem mee. We openen de winkel en doen wat we gisteren ook deden. De hele dag mensen helpen en dingen verkopen, deze winkel is een goudmijn en Ron helpt ook voor de eerste keer mee.

Wees voorzichtig Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu