Hoofdstuk 17

324 12 10
                                    

'Kan ik u helpen mevrouw?'  Een  man van rond de 20 kijkt me glimlachend aan. 'Uh, ik zoek voor een nieuwe telefoon', antwoord ik. Ik sta in een random telefoon winkel. Ik moet een nieuwe hebben, zodat ik niet steeds lastig gevallen word. 'Dan bent u hier aan het goede adres'. Ik rol met m'n ogen, echt zo'n standaard zin van verkopers. 'De smartphones staan aan het einde van het gangpad uitgestalt, we hebben het nieuwste van het nieuwste. Kijkt u maar rustig rond, als u vragen heeft hoor ik het wel', zegt de man. Ik knik en loop snel door naar het einde van het gangpad, zoals de man het me heeft verteld. Ik kijk naar de smartphones die staan uitgestald. Samsung's, Blackberry's, Nokia's. Ik laat mijn ogen vallen op de nieuwste iPhone 5. Ja, hij is duur, maar iPhone is de fijnste telefoon die je je kan wensen. Ik pak een van de doosjes en loop ermee naar de kassa. 'Dat is dan 689 pond'. Ik pak mijn bankpasje en reken af. Zo, mijn andere telefoon kan weg.

Ik besluit om nog even wat koffie te gaan halen bij de Starbucks. Ze hebben hier in New York een hele grote. Ik loop naar binnen. Er zitten niet veel mensen. Er zitten een oude vrouw en een man de krant te lezen, en voor de rest zit er nog een stelletje. Ik loop naar de kassa en bestel 'hot chocolate'. 'Oh-mijn-god. Demi?' Ik draai me om en kijk in de ogen van een meisje. Ik weet meteen wie het is. Het is Alexia, ze was altijd al mijn beste vriendin, totdat ik in Londen ging wonen en geen contact meer met haar had. 'Alexia!' roep ik. 'Je bent terug! Girl wat heb ik jou gemist zeg!' Alexia omhelst me. 'Ik jou ook, het is goed om je weer te zien'. 'Tom moet je zien wie ik tegen kom!' Ze sleurt me mee naar haar tafeltje. 'Tom?!' Ik ren naar hem toe en knuffel hem. Tom en ik hebben vroeger wat gehad, maar het was meer vriendschappelijk dus zijn we goede vrienden gebleven. 'Demi, oh gosh, je weet niet hoe erg ik je heb gemist!' Hij geeft me een kus. 'Ik jou ook'. 'Ben je hier op vakantie?' vraagt Tom. Ik zucht. Was dat maar zo. 'Nee..ik uhh..ik kom hier weer wonen'. De ogen van Alexia en Tom worden groot. 'You kidding me?'  Ik lach. 'Nee All, ik meen het'. 'Leg mij eens uit waarom'........

***

'Mam! Ben weer thuis!' Ik schop mijn schoenen uit en hang mijn jas op. 'Hai lieverd, waar bleef je zo lang?' Mijn moeder zet haar kop thee op tafel en laat haar arm rusten op de bankleuning. 'Ik kwam Alexia en Tom nog tegen!' roep ik blij. Ze glimlacht. 'Wat leuk lieverd, gaat het goed met ze?' Ik knik. 'Mooi'. Zuchtend ga ik op de bank zitten en pak mijn nieuwe iPhone. Ik moet hem nog installeren. 'Dan ga ik maar eten maken. We eten spaghetti'. 'Lekker'. Ze loopt naar de keuken en ik loop naar boven. 

Ik pak mijn oude iPhone en zie een sms´je van Harry. Ik schud lachend mijn hoofd. Vanaf nu kan hij me niet meer lastig vallen.  Ik besluit om het sms´je te openen en te kijken wat hij te zeggen heeft. 

Jij geloofde niet dat ik je zou komen halen huh? Zeg maar tegen je moeder dat ze extra te eten maakt, we zijn met z'n vieren. Tot vanavond x H

Het is ook niet te geloven, die jongen. Maar toch heb ik zo een gevoel dat hij het meent. Als Harry iets van plan is, doet hij het ook. Niets zit hem in de weg. Ach, ik moet mezelf niet gek maken. Hij zou nooit toestemming van Management krijgen om hierheen te vliegen.

'Demi! Er staan hier een vier jongens voor de deur, ze zeggen dat je ze kent. Is dat zo?'

Ik zucht. Hij meende het dus wel. Woedend loop ik naar beneden. Ja hoor, wie staan daar? Harry. Naast hem staan Louis en Liam, en achter hun staat Zayn. Het is ook niet te geloven. 'Wat moeten jullie?' vraag ik kalm, maar wel boos. 'Je MOET echt mee terug naar Londen. Ze denken dat Niall het niet gaat halen', zegt Louis. Dit is de eerste keer dat ik hem zo serieus zie. Dat zegt ook wat. 'Please Deem. Ik vraag het niet voor mezelf, maar voor Niall. Als hij dit niet...overleeft, hoe moet het dan verder? We smeken je, kom mee?' zegt Harry. Ik zie dat hij weinig slaap heeft gekregen. Ik zucht. Natuurlijk wil ik niet dat Niall dood gaat. Ik kan niet langer doen alsof het me niks kan schelen. 'Kom binnen', brom ik. De jongens glimlachen en lopen naar binnnen.

Wie Van De Twee?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu