Hoofdstuk 6

351 6 1
                                    

Met een bonkende hoofdpijn doe ik mijn ogen open. Ik heb slecht gedroomd vannacht. Met mijn hand voel ik over de bank. Bank? Ik ga rechtop zitten. Verbaasd kijk ik om me heen. Ik ben bij Niall thuis. Nu weet ik het weer. Gisteren was ik bij hem gekomen, en had hij verteld dat hij een tijdje weg zou gaan, om zijn vader te steunen. Verdrietig sta ik op. 'Niall?' roep ik. 'Waar ben je?' geen antwoord. Voordat ik me kan afvragen waar hij is, zie ik een brief je op de tafel liggen. Ik pak het op en begin het te lezen.

'Lieve Demi,

Je lag nog lekker te slapen, dus ik heb je niet wakker gemaakt. Ik ben vroeg vertrokken om mijn trein te halen. Ik vind het erg dat ik je hier alleen achter laat, maar ik moet mijn vader steunen, ik hoop dat je het begrijpt. Je bent geweldig. Je mag me altijd bellen als er iets is.

Ik hou van je.

Liefs, Niall'. 

Met tranen in mijn ogen vouw ik het briefje dicht en stop het in mijn broekzak. Wat een schat is het toch. Natuurlijk begrijp ik dat hij zijn vader moet steunen, ik zou hetzelfde doen als mijn vader kanker kreeg. Hij had me best wakker mogen maken, dan had ik afscheid kunnen nemen. Verdrietig laat ik mezelf op de bank ploffen. Ik denk aan gisteren, aan Harry en onze zoen. Hoe kon ik zo stom zijn om hem mij te laten zoenen? Vind ik hem echt zo leuk? Ik had hem gewoon van me af moeten duwen, dan was het nooit gebeurd. Ik moet Harry nodig vergeten.

Met een zucht loop ik mijn appartement binnen. Ik gooi mijn jas en schoenen in de hoek. 'Waar was je?' hoor ik Latisha ongerust roepen. Ze rent naar me toe en geeft me een dikke knuffel. 'Thank god dat je nog leeft! Waar was je gisteren en vandaag? En waarom nam  je je telefoon niet op?'  Ik wring me los uit haar armen. 'Is er iets?' Latisha kijkt me bezorgd aan. Ik loop de woonkamer binnen en ga op de bank zitten. Latisha gaat naast me zitten en legt haar hand op m'n been. 'Ik maakte me zo een zorgen Demi!' Ik kijk haar aan. 'Sorry', zeg ik zacht. Ik moet moeite doen om niet te gaan huilen. Maar het lukt niet. Langzaam stormen er tranen over mijn wangen. 'Hee, niet huilen'. Latisha trekt me in haar armen. 'Zeg alsjeblieft wat er is. Ik zie je niet graag huilen'. Ze speelt met een paar plukjes van mijn haar. 'Het is Niall', zeg ik huilend. 'Heeft hij het uitgemaakt?' vraagt Latisha geschrokken. Nee, thank god dat hij dat niet heeft gedaan. 'Nee', antwoord ik. 'Zijn vader heeft leverkanker. En nu is hij weg, om hem te steunen'. Ik krijg de woorden nog maar net uit mijn mond. Er valt een stilte. 'Demi...wat erg..ik weet niet wat ik moet zeggen! Gaat het wel?'  Voorzichtig wring ik me weer los uit Latisha's armen en ga ik rechtop zitten. 'Zeg maar niks', antwoord ik, weer huilend. 'En nee, het gaat niet. Ik...Ik ga Niall zo missen. Ik weet niet hoe lang hij wegblijft'. Ik droog mijn tranen af. 'Maar hij komt wel terug toch?' vraagt ze. Ik knik. 'Gelukkig maar. Je kan hem altijd nog bellen, en jullie kunnen skypen', antwoordt ze, met een klein glimlachje. 'Je hebt gelijk', lach ik. Het is gek hoe je opeens weer een beetje kunt lachen nadat je hebt gehuild. Ik ben blij dat Latisha mijn vriendin is. 'Zullen we op de bank chocolade ijs eten en een film kijken?' Ik glimlach. 'Graag', antwoordt ik. 

Na de film loop ik naar mijn kamer. Latisha is naar haar nieuwe vriend toe. Hij belde haar om te vragen of ze uit eten wilde. Ze wilde eerst bij mij blijven, maar ik heb net zolang tegen haar gezeurd totdat ze meeging. Ik laat me op mijn bed vallen. Waarom moet dit allemaal gebeuren? Toen ik verkering kreeg met Niall, had ik gehoopt op een mooie tijd met hem. Maar in plaats daarvan zoen ik met Harry, en krijgt Niall's vader kanker. Ik zucht. Waarom moet het zo gaan. Zal ik hem bellen? Nee, misschien is hij bezig. Ik besluit om hem een sms'je te sturen. 

Hey, gaat alles goed met jou, en je vader? Ik mis je...xx

Twijfelend druk ik op verzenden. Meteen daarna voel ik mijn mobiel trillen. Een sms'je van Niall. Ik voel dat ik glimlach.

Wie Van De Twee?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu