Hoi, mijn naam is Maaike. Je vraagt je vast af wat mijn achternaam is. Nou, goede vraag. Ik weet het zelf ook niet. Ze zeggen dat mijn achternaam Smith is, maar dat is niet zo. Ik woon bij de familie Smith in huis, maar het is niet mijn echte naam. Toen ik nog heel jong was, echt maar een paar dagen oud, werd ik bij het weeshuis afgeleverd. Ik weet niet wat de reden is. Misschien wilde mijn ouders me niet meer, misschien waren ze dood. Ik heb geen idee. Ik kwam al na een paar dagen bij de familie Smith terecht. Om het verhaal te snappen moet ik bij het begin beginnen. Dat is een paar weken terug. Ik zat samen met Marie, de vrouw die mij in huis heeft genomen, Richard, de man die mij in huis heeft genomen, en Stefan, mijn broer, televisie te kijken. Stefan is vier jaar ouder dan mij. We kunnen wel goed met elkaar overweg, al lijken we totaal niet op elkaar. We zaten dus televisie te kijken, toen er opeens een uil de woonkamer in vloog. We schrokken allemaal op. De uil liet twee brieven vallen en vloog daarna het huis weer uit. Ik keek verbaasd naar Marie, Richard en Stefan. Waarom twee brieven? Voorzichtig pakte ik de brieven op. Het waren er echt twee. Op de ene stond Stefan Marco Smith, en op de andere Maaike Smith. Verbaasd gaf ik de ene brief aan Stefan. "Heb jij er ook een?" vraagt Marie, trots, maar ook lichtelijk verbaasd. Ik knik en scheur hem open. Ik lees hem ongelovig door. "We hadden eigenlijk niet verwacht dat jij er ook eentje zou krijgen, Maaike. We weten niet wie jou ouders zijn, dus we dachten niet dat zij tovenaars zouden zijn." zegt Richard. Ik staar hem met grote ogen aan. "Ik ben ook een heks?" vraag ik ongelovig aan Marie en Richard. Ze knikken. "Stefan heeft zijn magie van ons geërfd. Ik weet alleen niet hoe jij aan je magie komt, Maaike. Het kan zo zijn dat je ouders ook tovenaars waren, maar het hoeft niet perse." vertelt Marie. Marie en Richard hebben ons altijd verhalen vertelt over de tovenaarswereld. Richard en Marie zijn zelf een heks en tovenaar. Vorig jaar is Stefan voor het eerst naar de tovenaarsschool, Hogwarts, gegaan. Ik ben een jaar jonger. Ik heb dus nu mijn brief gekregen. Iets wat niemand had zien aankomen. En nu zijn we hier. Op het station, bij perron 9 en 10. We zijn een paar dagen geleden naar de Wegisweg geweest om schoolspullen te halen. Niet normale schoolspullen, maar een ketel, toverstaf, gewaad en een uil. "Je moet naar de muur tussen perron 9 en 10 rennen. Op die manier kom je op perron 9 3/4." vertelt Richard. Stefan haalt diep adem en begint dan te rennen. Ook al heeft hij het vorig jaar al eens gedaan, hij vindt het nog steeds eng. Ik ben vorig jaar niet mee geweest. Het mocht niet van Marie en Richard, de reden weet ik niet. "Oké, nu ik." zeg ik, alsof het niks is, en ik ren naar de muur toe. Nu ik zo dicht bij de muur ben, vind ik het toch best wel eng, maar nu kan ik niet meer stoppen. Ik knijp mijn ogen dicht, wachtend op de knal, maar die komt er niet. Langzaam open ik een oog. Dan zie ik iets prachtigs. Ik sta op nog een perron. Eentje die je zonet nog niet kon zien. Overal zie ik kinderen lopen met uilen, padden, ratten en katten. Hier en daar hoor ik ook het woordje 'muggle', 'quidditch', 'hogwarts', 'spreuk' en ga zo maar door. Na een tijdje hoor ik Stefan achter me praten. "Mooi, hé?" zegt hij verwonderend. Ik draai me naar hem om. "Dat is nogal zacht uitgedrukt." We nemen afscheid van Marie en Richard en stappen de trein in. Ik zoek naar een plekje in de trein. Stefan is bij zijn vrienden gaan zitten. "Hoi, mag ik hier misschien zitten? De rest is vol." vraag ik aan twee meisjes. Ze knikken en ik ga naast ze zitten. Het ene meisje heeft rood haar en bruine ogen. Ze glimlacht lief naar me. Het andere meisje heeft blond haar. Ze draagt een ketting met radijsjes. Het ziet er een beetje vreemd uit, maar ieder zo zijn eigen smaak. "Ik ben Ginny Weasley." zegt het meisje met de rode haren. "Ik ben Luna Lovegood." zegt het blonde meisje. Ze heeft een zangerige stem. "Ik ben Maaike Smith, leuk jullie te ontmoeten." zeg ik. Ginny en Luna knikken instemmend. Heel even blijft het stil, omdat niemand weet waar we over kunnen praten. "Dus, zijn jullie ouders ook tovenaars?" Breekt Ginny de stilte. Luna knikt. "Allebei mijn ouders. Mijn moeder is omgekomen door een van haar spreuken." vertelt Luna. Ginny en ik kijken haar meelevend aan. "Ik weet niet of mijn ouders tovenaars waren. Ik werd bij de familie Smith in geplaatst toen ik nog geen 1 jaar oud was. Marie en Richard waren wel tovenaars. Hun zoon, Stefan, zit al in het tweede jaar." vertel ik. Ginny en Luna kijken me een beetje verbaasd aan. "Mijn hele familie zijn tovenaars. Mijn ouders en al mijn broers. Ik ben de jongste, en dus ook de laatste die naar Hogwarts gaat." vertelt Ginny. "Hoeveel broers heb je?" vraag ik nieuwsgierig aan Ginny. Ze trekt een vies gezicht. "Om eerlijk te zijn, veel te veel. De twee oudste broers, Bill en Charlie zijn al afgestudeerd. Dan heb je Percy, hij zit in het een na laatste jaar. Hij volgt altijd alle regels alsof zijn leven er van af hangt. Ik zou dus maar uit zijn buurt blijven als ik jullie was. Dan heb je de tweeling, Fred en George. Zij zijn de grappenmakers van de familie. En daarna heb je Ron nog. Hij zit een jaar hoger dan ons." vertelt ze. Ik kijk haar met grote ogen aan. "Jij hebt veel broers." zeg ik. "Ik weet het. Je mag er wel eentje van mij hebben, hoor." zucht ze. Ik begin te lachen. De rest van de reis praten we over van alles en nog wat. Ze vragen me ook in welk huis ik hoop dat ik kom. Eerlijk gezegd weet ik het niet zo goed. Marie zat in Ravenklauw en Richard en Stefan in Hufflepuff. Ik wou dat ik wist in welk huis mijn ouders zaten. Ik vertel dat ook aan haar. "Oh, dat is vervelend. Ik kom waarschijnlijk in Gryffindor, mijn hele familie ging naar Gryffindor, het zou dus heel apart zijn als ik daar niet in zou komen." zegt Ginny. "Dan hoop ik dat ik ook in Gryffindor kom." zeg ik lachend. Ginny glimlacht ook enthousiast. Na een tijdje stopt de trein. Ginny, Luna en ik kijken elkaar opgewonden aan. "Ik ben zo zenuwachtig!" zeg ik opgewonden. Ginny knikt, als teken dat zij er ook zo over denkt. Samen lopen we naar een reus die roept dat de eerste jaars daar heen moeten komen. "Eerste jaars, hier heen! Eerste jaars!" roept hij. Zenuwachtig gaan Ginny en ik voor hem staan. Na een tijdje lopen we met zijn allen naar bootjes toe, die ons naar Hogwarts brengen.
JE LEEST
Harry James potter's kleine zusje (Nederlands)(Dutch)
FanfictionDit verhaal gaat over Harry James Potter's kleine zusje Maaike op de dag dat Lilly en James potter vermoord worden werd Maaike opgenomen door een ander tovenaars gezin hoe loopt het af met Maaike kom erachter door op het lees knopje te klikken Dit...