Harry James Potter's kleine zusje DEEL11

12 1 0
                                    

Het kantoortje van Lockhart zag er precies zo uit als ik me had voorgesteld. Overal hingen foto's van hemzelf. Ze deden allemaal wat anders, de een had krulspelden in zijn haren en de ander las weer een boek van hemzelf. De echte Lockhart deed de kaarsen op zijn bureau aan en stapte daarna achteruit om professor Dumbledore de ruimte te geven. Hij legde mevrouw Norks op de tafel en begon hem te onderzoeken. Professor McGonagall keek mee met professor Dumbledore. Ze keek met toegeknepen ogen naar de kat. Sneep sotnd achter hen, in de schaduw, en het leek wel alsof hij bijna moest lachen. Lockhart begon te ijsberen en deed suggesties over wat er zou kunnen zijn gebeurd. "Het is duidelijk dat ze is gedood door een vloek - waarschijnlijk de Metamorfotiaanse Marteling. Die heb ik zo vaak zien gebruiken. Doodzonde dat ik niet in de buurt was, ik ken de tegenvloek die haar gered zou kunnen hebben..." Hij word onderbroken door het oorverdovende gesnik van Vilder. Hij zit slap en verslagen naast het bureau en kan niet naar mevrouw Norks kijken. Ik heb eigenlijk wel een beetje medelijden met hem. Ik mag hem niet, maar niemand verdient dit. Ik heb alleen meer medelijden met mij, Harry, Ron en Hermione, want wij zitten waarschijnlijk dik in de problemen. Als Dumbledore de beschuldigingen van Vilder geloofd, zijn we zo goed als zeker van school afgestuurd. En dat in mijn eerste jaar! Dumbledore fluisterde nu een paar woorden en tikte met zijn toverstaf op mevrouw Norks, maar er gebeurde niks. De kat bleef er roerloos bij liggen. "... Ik herinner me iets soortgelijks in Ouagadoufou." zegt Lockhart. "Een hele reeks incidenten. Het volledige verhaal staat in mijn autobiografie; gelukkig kon ik de inwoners voorzien van amuletten die direct verlichting boden..." vertelt Lockhart, die zich duidelijk niet zo druk om mevrouw Norks maakte maar eerder zelf in een goed daglicht wilde verschijnen. "Ze is niet dood." zegt Dumbledore uiteindelijk zacht. Lockhart stopt abrupt met praten. "Niet dood?" roept Vilder. "Maar waarom is ze dan zo... zo stijf en star?" vraagt hij ongelovig. "Ze is versteend." zegt Dumbledore. "Aha! Dacht ik het niet!" roept Lockhart trots. Ik rol met mijn ogen. Wat kan die man vervelend zijn. "Maar ik heb geen idee hoe." zegt Dumbledore, die met een schuin hoofd naar mevrouw Norks kijkt. Nu wijst Vilder met een witheet hoofd naar ons. "Vraag dat maar aan hun!" zegt Vilder boos, terwijl zijn vinger trilt van de woede. "Dit kan onmogelijk het werk zijn van een tweedejaars. Alleen geavanceerde Duistere Magie -" begint Dumbledore, maar hij word onderbroken door Vilder. "Hij heeft het gedaan! Hij heeft het gedaan!" sist hij, en hij wijst op Harry. "U hebt toch zelf gezien wat hij op de muur heeft geschreven? Hij heeft - in m'n kantoortje - hij weet dat ik een Snul ben!" Dat komt als een schok voor mij. Vilder, een Snul? Als deze situatie niet zo ernstig was was ik in lachen uitgebarsten. "Ik heb mevrouw Norks met geen vinger aangeraakt!" roept Harry, in een poging zichzelf te beschermen. "En ik weet niet eens wat een Snul is." Dat zal wel kloppen. Harry wist niks over de tovenaars wereld voordat hij naar Hogwarts kwam, dus hij zal nog nooit iets over een Snul hebben gehoord. "Smoesjes! Hij heeft die brief van Snelspreuk gezien!" snauwt Vilder. Vilder heeft een cursus Snelspreuk aangevraagd? Zo kom je nog eens wat te weten. "Mag ik iets zeggen, professor?" vraagt Sneep opeens. Hij heeft tot nu toe nog niks gezegd. Hij loopt langzaam uit de schaduwen, en zijn ogen staan kil. Ik weet niet wat er gaat gebeuren. Tegen mij is Sneep nooit heel erg geweest, maar dat is bij Harry, Hermione en Ron wel een ander verhaal. Gaat hij het erger maken voor ons? "Misschien waren Potter en zijn kameraadjes gewoon op het verkeerde moment op de verkeerde plaats." zegt hij, maar het klinkt niet alsof hij het zelf geloofd. "Maar we zitten wel met een aantal verdachte omstandigheden. Wat deden ze üperhaupt op die gang? Waarom waren ze niet bij het feestmaal?" Harry, Ron en Hermione beginnen alle drie tegelijk over het feestje van Haast Onthoofde Henk te vertellen. Ik blijf als enige stil. "Maar waarom waren jullie na afloop niet naar de Grote Zaal gegaan?" vraagt Sneep nadat ze zijn opgehouden met het verhaal over het feestje. "Omdat - Omdat...." begint Harry, maar hij weet niet wat hij moet zeggen. "Omdat we moe en naar bed wilden." besluit ik hem te helpen. Harry kijkt me dankbaar aan. "Zonder eten? Volgens mij serveren geesten op hun feestjes geen hapjes die geschikt zijn voor levenden." zegt Sneep triomfantelijk. "Ik was misselijk geworden." zeg ik. Ik hoop dat niemand aan me gaat vragen of ik überhaupt wel op dat feestje was. "Ja, het stonk daar echt vreselijk. Ik kreeg er spontaan geen honger meer van." zegt Ron, wiens buik precies op dat moment knort. Sneep grijnst breder. "Ik krijg sterk de indruk dat ze niet de volledige waarheid vertellen, professor Dumbledore. Ik stel voor om ze straf te geven totdat ze bereid zijn het volledige verhaal te vertellen. Ik stel bijvoorbeeld voor om juffrouw Smith en meneer Potter geen Quidditch meer te laten spelen totdat ze eerlijk zijn." zegt hij triomfantelijk. Harry en ik kijken elkaar geschokt aan. Dat kan hij niet maken, toch? Gelukkig denkt professor McGonnagall daar hetzelfde in. "Kom nou toch, Severus." zegt professor McGonnagall streng. "Ik zie geen enkele reden om ze te verbieden Quidditch te spelen. Tenslotte is die kat niet op haar kop geslagen met een bezzemstaal. WE hebben absoluut geen bewijs dat Potter of Smith iets verkeerd hebben gedaan." "Onschuldig tot het tegendeel is bewezen, Severus." zegt Dumbledore, nadat hij een tijdje naar mij en Harry heeft gestaard. Ik durf weer adem te halen. Sneep en Vilder kijken woedend. "M'n kat is versteend!" krijst Vilder. "Ik wil dat er iemand wordt gestraft!" "We kunnen haar genezen, Argus. Professor Stronk heeft een aantal Mandragora's weten te bemachtigen. Zodra die volgroeid zijn, laat ik een toverdrank bereiden die mevrouw Norks weer tot leven zal wekken." zegt Dumbledore geduldig. "dat doe ik wel even. Dat heb ik al zó vaak gedaan, ik zou in mijn slaap nog een Vitraliserende Alruindrank kunnen brouwen." valt Lockhart hem in de rede. "Neem me niet kwalijk, maar volgens mij ben ik hier de leraar Toverdranken." zegt Sneep kil tegen Lockhart. Er valt een pijnlijke stilte. "Jullie kunnen gaan." zegt Dumbledore uiteindelijk tegen Harry, Hermione, Ron en mij. Zo snel mogelijk lopen we het kantoortje uit. Pas nu heb ik het gevoel dat ik weer kan adem halen. "Had ik het moeten zeggen van die stem?" vraagt Harry aan Hermione en Ron. "Nee. Stemmen horen die niemand anders kan horen is geen goed teken, zelfs nie tin de toverwereld." zegt Ron meteen. Ik kijk ze vragend aan. "Huh, jullie hoorden geen stem?" vraag ik. Nu kijken ze alle drie naar mij. "Jij hoorde hem ook?" vraagt Harry. Ik knik. "Ja, het was heel eng. Ik liep naar de Grote Zaal en opeens hoorde ik een stem sissen. Hij had het over doden ofzo. Daarna hoorde ik Harry roepen en rende ik met jullie mee naar mevrouw Norks." vertel ik. "Maar jullie hoorden geen stem?" vraag ik aan Hermione en Ron. Ze schudden hun hoofd. "Maar jullie geloven ons wel?" vraagt Harry. "Ja, natuurlijk. Maar - je moet toegeven dat het vreemd is -" zegt Ron snel. "Natuurlijk begrijpen we dat het vreemd is." zegt Harry snel. "Deze hele toestand is vreemd." "En wat betekende die boodschap eigenlijk? De Kamer is Geopend... Wat moet dat voorstellen?" vraag ik. "Het komt me vaag bekend voor." zegt Ron langzaam. "Volgens mij heeft iemand me ooit eens iets verteld over een geheime kamer op Hogwarts. Bill, misschien." Nu hij de naam Bill noemt moet ik denken aan het geheime stukje in de bibliotheek. Wat nou als daar een boek instaat over de Geheime Kamer? Wat nou als dat de Geheime Kamer ís? Nee, dat zal wel niet. Professor Dumbledore weet daar immers ook vanaf. "En wat is in vredesnaam een Snul?" vraagt Harry. Ron en ik begin te lachen. Hermione en Harry kijken ons vragend aan. "Het is eigenlijk helemaal niet grappig, maar ik had gewoon nooit gedacht dat Vilder er een zou zijn... Een Snul is iemand die geboren is in een tovenaarsfamilie, maar geen toverkracht heeft. Eigenlijk is het het tegenovergestelde van een tovenaar uit een Dreuzelgezin, alleen zijn Snullen zeldzaam. Als Vilder wil leren toveren met behulp van zo'n cursus van Snelspreuk, heb je grote kans dat hij inderdaad een Snul is. Dat zou een hoop verklaren. Bijvoorbeeld waarom hij zo'n hekel heeft aan de leerlingen." leg ik uit. "Waarom was jij eigenlijk niet in de Grote Zaal?" vraagt Hermione dan onverwachts, terwijl we richting de leerlingenkamer lopen. Ik voel dat ik zo rood word als mijn stropdas en mompel wat. Harry, Ron en Hermione kijken me vragend aan. "Waar was je?" vraagt Harry nog een keer. Gelukkig zijn we nu bij de leerlingenkamer aangekomen en ik loop snel naar mijn kamer, waar geen jongens kunnen komen. "Welterusten!" zeg ik nog snel, voordat ik naar boven ga.

Harry James potter's kleine zusje (Nederlands)(Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu