4. Hayley

1 0 0
                                    

Phoebe en ik zwierven als kind hele dagen door het bos. We hadden ook een eigen 'hut'. Nou ja, een open plek afgezet met wat losse takjes. Op een dag zaten Phoebe en ik te picknicken in onze hut. Ik denk dat ik een jaar of 11 was en Phoebe 13. Op die leeftijd was zij niet alleen mijn zus, maar ook mijn beste vriendin. We hadden lekkere muffins met daarbij een Schmittiaans drankje van de vakantie. Hoewel dit ook verkrijgbaar was in Habermasië, namen we het nog steeds altijd mee vanuit de vakantie in Schmittland.

'Goed idee van die chocola met M&M's bovenop de muffins,' vond Phoebe, terwijl ze nog een grote hap van een muffin nam. We aten zoveel dat we er buikpijn van kregen. En we kletsten net zo lang door totdat het bijna donker werd. Ik vond het bos altijd een beetje onheilspellend in de schemer, maar Phoebe leefde dan juist helemaal op. Meestal kwam ze nog met een eng spookverhaal voordat ze met me mee naar huis wilde lopen. Deze keer haalde ze een groot keukenmes tevoorschijn.

'Wat heb jij nou?!' bracht ik geschrokken uit.

'Een mes,' zei ze uitdagend en sneed met het mes in haar eigen hand. Ze vertrok geen spier.

Ik kwam gelijk overeind en wilde weglopen, maar ik durfde niet alleen.

'Wat doe jij!?'

In plaats van antwoord te geven, gaf Phoebe het mes aan mij.


Mijn ogen werden groot van schrik en verbazing terwijl ik het mes zonder na te denken in mijn handen nam.

'Worden papa en mama dan niet boos?' fluisterde ik.

'Papa en mama hoeven toch niet alles te weten.' Phoebe keek me uitdagend aan.

Mijn schrik maakte plaats voor een fijn opwindend gevoel in mijn maag. Phoebe hielp me mee een plek te vinden om mezelf te snijden. De plek waar ik het mes op mijn huid zette, brandde. Ik liet niets merken, want ik wilde net zo stoer zijn als Phoebe. Toen keek ik Phoebe aan en zo zwoer ik dat ik haar altijd zou beschermen.

Ondanks de slechte nacht probeer ik met frisse moed aan mijn dag te beginnen. Ondertussen probeer ik Phoebe nóg een keer te bereiken. Gespannen luister ik naar de verbinding. 'Hallo, met Phoebe. Ik ben er even niet. Spreek...' Ik hang meteen op. Het is niets voor haar om zo lang onbereikbaar te zijn. Daniel krijg ik ook al niet te pakken. Uiteindelijk probeer ik mijn mail door te nemen, maar mijn gedachten dwalen af naar Phoebe. Er moet toch wel iets zijn wat ik kan doen? Mijn aandacht vestigt zich eindelijk op mijn mail wanneer ik op een nieuw mailadres stuit. Al fronsend kijk ik wat deze nieuwe persoon mij te melden heeft. Er verschijnt onmiddellijk een video met de oude Schmittiaanse vlag als thumbnail. Huiverend druk ik op afspelen.

Aan het begin van de video klinkt er een vreemde bromtoon en vervolgens wordt er iets verteld in het Oud-Schmittiaans. Er lopen mannen in oranje pakken en ze zwaaien met wapens. Er komen beelden voorbij van afgezette terreinen met tenten, schuren en fabrieken omheind met een enorm hek. De mensen in beeld zijn omhuld in zwarte kleden. In de fabrieken worden de mensen gedwongen om te De beelden brengen me weer naar het buitenterrein. Maar dit is niet beter. Het terrein wordt gevuld met bewakers en een rijtje mensen die geboeid meegenomen worden. Te midden van al dit vreselijks komt een enorme galg in beeld waar wel vijf mensen tegelijk opgehangen kunnen worden. Onmiddellijk klap ik mijn laptop dicht. Wat is dit!?

Mijn maag begint te borrelen. Ik kan niets anders meer zien dan Phoebe en Daniel met hun kleine Noa die daartussen lopen. Phoebe klemt haar dochter tegen zich aan, maar een van de bewakers, een gespierde man met kort geschoren haar en een spinnentatoeage in zijn nek, grijpt Noa met zijn handen beet en begint aan haar te trekken. Noa huilt, schreeuw om haar vader en moeder, maar zij worden in bedwang gehouden door de andere bewakers. Phoebe schreeuwt dat ze haar dochter niets aan mogen doen: 'Laat haar gaan!'

De bewakers vertrekken geen spier en brengen die kleine Noa naar de galg, omdat hen dat is verteld. Ze stoppen het ruwe touw om haar onschuldige nekje. Er wordt afgeteld, maar dat is amper te horen door het geschreeuw.

'Alsjeblieft!' smeekt Phoebe.

'Mama, Papa!' huilt Noa.

De bewaker haalt de hendel over en dan... Vanuit mijn binnenste word ik overspoeld door gevoel van walging en angst. Mijn vingers beginnen te trillen. Er is geen tijd voor discussie, geen tijd voor consensus. Er moet worden ingegrepen. Ik klap mijn laptop dicht en loop naar de gang. Ik moet hiermee naar de oppositie, bedenk ik me. Deze keer moet het niet iemand zijn die alleen maar wil communiceren. 

De Verbroken BloedeedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu